Lieve EBN-ers,
And just like that
Deze zin uit de serie Sex and the City zullen velen van jullie herkennen. De eerste aflevering werd uitgezonden in 1998 en was destijds baanbrekend in de vrouwelijke vriendschap en bevrijdende gesprekken over seks.
Echter, met de blik van nu valt ook iets anders op: de serie draait feitelijk om mannen. Om de relaties die Carrie, Samantha, Charlotte en Miranda aangaan met mannen en de problemen die ze daarbij ervaren. De meeste afleveringen halen de Bechdel-test voor de filmwereld niet; minstens twee vrouwen die met elkaar praten over iets anders dan een man.
Politieke column Ilana Rooderkerk Els Borst Netwerk Lezing
Sekse en de stad:
Een pleidooi voor steden en straten waar iedereen zich vrij voelt
Onzichtbare vrouwen
Niet alleen in series staat de man veelal centraal. Overal om ons heen zijn “onzichtbare vrouwen”. Het gelijknamige boek van Caroline Criado onthult hoe de wereld is ontworpen voor mannen en de impact die dit heeft op vrouwen. Wanneer het over de andere helft van de mensheid gaat, heerst vaak slechts stilte.
Op kantoor is de temperatuur afgestemd op de stofwisseling van de gemiddelde man (middelbare leeftijd, 70 kilo, draagt een pak) – waardoor vrouwen er vaak zitten te rillen. Vervelend, maar het kan erger. Zoals vrouwelijke hartaanvallen die minder vaak worden herkend dan bij mannen, omdat zij andere symptomen hebben. Of auto’s die zijn afgesteld op de ‘reference man’, waardoor vrouwen bij botsingen vaker ernstig gewond raken.
En deze stiltes heb je overal. Vrouwen ontbreken ook in het ontwerp van onze steden en straten. Met name in de 19e eeuw was het privé-domein voor de vrouw en het publieke domein voor de man. De stad is zodoende voor en door mannen vormgegeven.
In 1929 beschrijft Virginia Woolf in ‘A Room of One’s Own’ al hoe zij vanwege haar geslacht geen toegang krijgt tot de plaatselijke bibliotheek en alleen op het pad mag lopen, niet op het gras. Niet alleen voor vrouwen is sprake van ongelijke behandeling, maar ook voor bijvoorbeeld lbhti-ers, ouders en mindervaliden is de stad niet altijd veilig en toegankelijk.
Daarom pleit ik ervoor dat we de stilte doorbreken en onze steden en straten inclusiever maken. Door het onzichtbare, zichtbaar te maken.
Je gaat het pas zien als je het door hebt
Een van de eerste keren dat deze ongelijkheid mij opviel, is toen ik in contact kwam met Geerte Piening. Een studente die in 2015 een wildplasboete van 140 euro kreeg en dat aanvocht bij de rechter. Zij vond het oneerlijk: op dat moment waren er immers 35 openbare plaskrullen voor mannen en slechts 2 voor vrouwen.
Als we kijken naar onze stad doen we dat met een genderneutrale blik. Maar eigenlijk zijn er veel problemen die spelen genderspecifiek.
Mannen en vrouwen, vanuit intersectioneel perspectief, hebben verschillende ervaringen in de stad. Het benoemen en erkennen van die genderverschillen, is de eerste stap richting grotere sociale veiligheid.
Laten we daarom ingaan op drie gebieden.
Straatintimidatie, geweld tegen vrouwen en zelfbeschikkingsrecht
Hoe vrij ben je als je niet zonder om je heen te kijken en met sleutel in de hand ‘s avonds over straat kan?
“Vieze hoer” “kankerhomo” “kijk eens wat vrolijker”.
In Amsterdam geeft driekwart van de jonge vrouwen aan slachtoffer te zijn van straatintimidatie en dit percentage ligt nog hoger bij lhbti-personen. Ook hier in Rotterdam is straatintimidatie een aanhoudend probleem.
Nog veel te vaak wordt vervolgens de slachtoffers aangewezen als verantwoordelijk voor het geweld dat hen is overkomen. Of het wordt gebagatelliseerd. Een vrouw is zich er echter altijd van bewust dat een “hee meisje, waarom glimlach je niet?” ook kan leiden tot achtervolging, grensoverschrijdend gedrag en in het slechtste geval tot verkrachting.
Hoe vrij ben je als men zegt dat het jouw schuld was?
Bijna 6 op de 10 vermoorde vrouwen is door haar (ex-)partner omgebracht, bij mannen geldt dit voor maar 5%. Jaloezie en ruzie zijn de meest voorkomende redenen om een vrouw van haar leven te beroven. Veelal in haar eigen woning. Daders zijn dus niet onbekende mannen die uit de bosjes springen, maar veelal bekenden.
Femicide is moord op een vrouw, vanwege het feit dat ze een vrouw is. Doordat de politie echter geen onderscheid maakt in gender bij registratie van moord en geweld tegen vrouwen blijft goede analyse uit om dit tegen te gaan.
En hoe vrij ben je als je wordt uitgescholden voor ‘moordenaar’ wanneer je naar een abortuskliniek loopt?
Vrouwen bij abortusklinieken worden steeds vaker lastiggevallen door anti-abortusdemonstranten. Ze worden geïntimideerd, agressief benaderd en misleid. Hierbij is geen sprake van demonstratie, maar intimidatie. Een grove inperking op toegang tot abortuszorg en het recht tot zelfbeschikking.
Daarbij botsen onze grondrechten: het demonstratierecht is een groot goed, maar beperkt in grote mate de mogelijkheid om de rechten van vrouwen te beschermen.
De stilte doorbreken
We moeten deze genderverschillen aankaarten en de stilte doorbreken.
Samen met Geerte Piening kaartte ik het gebrek aan vrouwentoiletten aan in de Amsterdamse raad, eerst zacht, toen steeds luider. Met als resultaat 4 miljoen voor toiletten voor vrouwen. Maar ook voor buikpatiënten, ouderen en zwangeren die vaker een toilet nodig hebben. Wanneer we stad en straat toegankelijker maken voor vrouwen, maken we het inclusiever voor ons allemaal.
Ik zette grensoverschrijdend gedrag en femicide op de agenda van het Amsterdamse college, waar Hanneke van der Werf dat met verve doet in de Tweede Kamer. Op mijn initiatief sloot Amsterdam zich aan bij het SafeStreets-project van de VN, net als Teresa da Silva Marcos dat deed in Velsen. Ik zorgde dat er bufferzones ingesteld worden rondom abortusklinieken en werkte daarvoor samen met Meryem Çimen in Haarlem.
Overal in het land vertegenwoordigen D66-ers en EBN-leden de stem van vrouwen en lhbti-ers en maken daarmee onze steden en straten inclusiever en veiliger. Op dit moment werk ik aan het initiatiefvoorstel Sekse en de Stad, inderdaad vrij vertaald naar Sex & the city, voor een gendersensitief Amsterdam.
Graag werk ik daarin samen met jullie, raadsleden, statenleden of EBN-leden met ideeën of suggesties: laten wij samen optrekken. Ik spreek jullie heel graag bij de borrel.
Want er is meer nodig.
Geweld tegen vrouwen is een mannenprobleem, want de daders zijn in de regel mannen. Daarom zijn mannen ook essentieel in preventie: het tegengaan van grensoverschrijdend gedrag begint bij het investeren in seksuele voorlichting op school. Maar ook tijdens de studietijd, aangezien studenten vaak slachtoffer zijn van grensoverschrijdend gedrag. In Amsterdam worden daarin stappen gezet met het studentinitiatief Gelijkspel.
Zorg daarnaast dat slachtoffers van seksueel geweld terecht kunnen bij inloophuizen waar het Centrum Seksueel Geweld (CSG), politie, mentale en fysieke hulp samenkomen. Pak intimidatie op straat aan met een meldpunt, campagnes gericht op daders en omstanders, betere wetgeving en gespecialiseerde politiemensen. Verzamel genderspecifieke data en onderzoek daarmee hoe we vrouwen beter kunnen beschermen.
Laten we samen pleiten bij het Rijk voor betere wetgeving, zodat bufferzones rondom abortusklinieken voortaan wél standhouden bij de rechter. Sta het verzenden van abortuspillen toe naar vrouwen in landen waar abortus verboden is, zoals Polen. En haal abortus uit het wetboek van strafrecht – Ik kan niet geloven dat vandaag bleek dat daar nog steeds geen Kamermeerderheid voor is.
Strijd ervoor dat we zorgtaken, al dat onbetaalde werk, veel meer waarderen en beter verdelen tussen mannen en vrouwen. Maak langer en betaald ouderschapsverlof mogelijk, voor elke ouder. Zorg voor gratis kinderopvang in de vorm van een pedagogische basisvoorziening, niet alleen voor werkende ouders maar ook voor de toekomst van kinderen.
Ook mannen moeten een actieve rol hebben in de strijd voor gendergelijkheid – en gelukkig zie ik er ook hier weer een aantal in de zaal. Door het erkennen van machtsstructuren en privilege, ruimte maken voor vrouwen en de lhbti-gemeenschap, het loslaten van de achterhaalde mannelijkheidsnormen en hier nieuwe voor in de plaats te zetten. Want uiteindelijk is iedereen gebaat bij meer gelijkheid.
Laten we zichtbaar zijn en onze stem laten horen
Ook al leidt dat tot weerstand – of misschien wel juist daarom.
Zo sprak ik mij afgelopen nog uit over ongelijke behandeling in zwembaden. Waarom mogen vrouwen niet topless zwemmen en mannen wel? Na mijn vragen tijdens de raadsvergadering werd ik on- en offline aangevallen. En nog steeds. #Freethenipple, waar hebben we het dan echt over?
Bij De Nieuws BV op radio 1 sprak ik daarover sprak ik met Corien van Zweden, die over het vrouwelijk lichaamsdeel een boek schreef. “Borsten zijn eigenlijk altijd onderdeel geweest van emancipatiebewegingen”, zegt zij. En een wezenlijk punt dus.
Ik weet dat het niet makkelijk is om dit soort dingen bespreekbaar te maken en ook dat haatberichten vrouwen ervan weerhouden om politiek actief te zijn. Maar toch moeten we het doen.
Vrouwenrechten en feminisme zijn echter geen stok om mee te slaan. Ik verzet me dan ook tegen de transfobie van de anti-gender beweging, die oprukt in Europa en onlangs de speech van Sigrid Kaag op het Congres verstoorde.
Daarbij worden de rechten van vrouwen tegenover de rechten van lhbti-ers gezet. Maar er zijn genoeg rechten voor iedereen. Het is geen zero sum game en de rechten van de een gaan niet ten koste van de ander.
Je bent immers pas vrij als anderen dat ook zijn.
Spreek je dus uit tegen genderongelijkheid, geef mannen een actieve rol in deze strijd en wees je bewust van ongelijkheid. Kaart dit aan in jouw stad of straat, bij raadsleden en Kamerleden. Verbind je met elkaar. We moeten het samen doen.
And just like that
Maken we het onzichtbare zichtbaar.
Doorbreken we de stilte.
En zorgen we voor steden en straten waar iedereen zich vrij voelt.