“We staan hier bij het monument ter nagedachtenis aan de bemanning van de Short Stirling bommenwerper van het 75ste Nieuw-Zeeland squadron die op 17 december 1942 neerstortte in de Grote Poel.
Wanneer men denkt aan het thema van dit jaar ‘Vrijheid in Verbondenheid’ is juist dit monument indrukwekkend. Aan boord waren 7 jonge mannen afkomstig uit Nieuw-Zeeland, afkomstig van de andere kant van de wereld.
Voor hen was de oorlog tegelijkertijd dichtbij en ver weg. Dichtbij omdat ze ongetwijfeld familieleden en bekenden hadden die in Europa of in de Stille Oceaan bij de oorlog betrokken waren.
Ver weg omdat het dichtstbijzijnde strijdtoneel vele duizenden kilometers van hun huis verwijderd was.
Wat was hun motivatie om de halve wereld over te reizen om deel te nemen aan de oorlog. Plichtsbesef? Woede en verontwaardiging? Zucht naar avontuur en de romantiek van de oorlog? Of simpelweg datgene dat je doet wanneer jij, je broers en je buurjongens worden opgeroepen om voor de goede zaak te komen strijden – ook al is dat aan de andere kant van de wereld?
Er bestaan veel verschillende redenen waarom mensen zich aanmelden om te deelnemen aan een oorlog. En bijna zonder uitzondering gaat iedereen die strijd in met het gevoel aan de juiste kant te staan.
Men zegt wel eens ‘het eerste dat in een oorlog sneuvelt is de waarheid’. Ik zou willen zeggen ‘het eerste dat in een oorlog sneuvelt is de onschuld’.
De onschuld van de burgers die niet voor de oorlog hebben gekozen en al-dan-niet met opzet worden gedood.
De onschuld van hen die onder druk of met verkeerde beelden de strijd ingestuurd worden om hun broeders en zusters die met dezelfde boodschap de strijd worden ingestuurd te doden, te verwonden, en te verminken.
De onschuld – de verloren onschuld – de vermoorde onschuld van al degene die direct aan oorlogsgeweld hebben blootgestaan en nooit meer de persoon zullen zijn die zij ooit waren.
Een bittere verbondenheid van gedeelde littekens.
Wij gedenken straks al degene die hun leven verloren aan oorlogsgeweld. Direct op het slagveld dan wel in dienst van het verzet tegen een totalitair, onderdrukkend dan wel fascistisch, maar in ieder geval: gewelddadig, regime.
Wij kennen inmiddels een aantal plaatsgenoten die dit soort regimes ontvlucht zijn. Zij hebben op hun beurt mensen verloren die dicht bij hen stonden. Zij zijn huis en haard ontvlucht omdat hun huis en haard verwoest werden. Zij en hun familieleden werden vervolgd en een menselijk leven was niet langer mogelijk in hun thuisland. Het is Syrië, Irak of Afghanistan. Het is Eritrea, Ethiopië of Somalië. Het is nu zeker de Oekraïne.
Wij zijn met hen verbonden zoals we hier bij de propeller staan. Het monument ter nagedachtenis aan een stel jonge jongens die de halve wereld over reisden om ons te helpen bevrijden van een dictatuur. Zo staan wij hier met mensen die van ver komen om datzelfde soort geweld te ontvluchten. Het geweld te ontvluchten dat ons hier 80 jaar geleden overkwam en dat ons nooit uit het geheugen mag verdwijnen.
Laten we oorlog nooit romantiseren. Oorlog is per definitie beestachtig en onmenselijk. Het doel van oorlog is het gebruik van geweld en vernedering om die doelstellingen te verwezenlijken die in de ogen van fanatici niet op andere wijze te verwezenlijken zijn. Daarbij zijn de aanstichters van oorlog per definitie handelingsonbekwame cynici.
Maar laten we niet vergeten dat iedere oorlog is in essentie een vorm van broedermoord is. Wij zijn allen dezelfde mensen waar wij ook op de wereld leven. We hebben dezelfde ambities, dezelfde hoop, dezelfde liefde, en dezelfde wens om simpelweg gelukkig te leven.
Dat is waar vrijheid in verbondenheid om draait. De erkenning en herkenning van de ander. Te weten dat we allen dezelfde mensen zijn. Te weten dat we allen verbonden zijn.
Laten wij – die hier staan en gedenken – dan ook een teken van hoop zijn.
Ons gedenken is een teken van menselijkheid als stil protest tegen de onmenselijkheid.
Laten we hen die het slachtoffer werden van onmenselijkheid eer aan doen door af-en-toe in hun gedachte stil te staan.”