Cultuurnota: Kleur bekennen.

De Utrechtse cultuurnota is een belangrijk moment voor de culturele sector, waarbij vierjarige cultuursubsidies worden verdeeld. Het college heeft vandaag besloten welke partijen de komende vier jaar subsidie zullen ontvangen. Een bedrag van 18,46 miljoen euro wordt verdeeld over ruim 67 partijen. Onder de gelukkige partijen zijn o.a. Le Guess Who en EKKO, maar ook veel nieuwe partijen zoals de Nijverheid en Free-DOM.

Spelregels.

De culturele sector was nog steeds aan het opkrabbelen na de coronacrisis, toen de Utrechtse gemeenteraad de spelregels voor de nieuwe cultuurnota moest opstellen. De bezoekersaantallen waren nog niet op het niveau van voor de pandemie en de inkomsten bleven achter. Voor kleinere partijen en nieuwkomers was het daardoor extra lastig om het hoofd boven water te houden.

De raad heeft daarom besloten om de spelregels van de vorige cultuurnota weinig te veranderen. Op deze manier zouden nieuwkomers en kleinere partijen een eerlijkere kans krijgen. Het college heeft volgens de spelregels een adviescommissie ingesteld, die een advies heeft uitgebracht over welke partijen subsidie zouden moeten ontvangen. Maar liefst 105 culturele instanties hebben een aanvraag gedaan en deze is toegekend aan 67 partijen.

Ruimte voor nieuwkomers.

Het advies van de adviescommissie heeft in de stad veel stof doen opwaaien. Bekende namen zoals Tweetakt en het Nederlands Filmfestival kregen een negatief advies. Dirk-Jan van Vliet: “Wie zien de pijn die deze beslissing veroorzaakt bij deze organisaties en iedereen die aan hen verbonden is. De raad heeft het college met een opdracht op pad gestuurd en dit is daarvan het gevolg. We bieden een kans aan nieuwe en kleinere partijen om uit te groeien tot gevestigde culturele organisaties.”

Dit niet de enige manier voor instellingen om subsidie te krijgen. Organisaties kunnen ook nog geld vanuit de gemeente ontvangen via tweejarige subsidies of projectsubsidies.

Evalueren.

D66 wil graag dat er na de zomer een evaluatie over het proces plaatsvindt. Er ontstond bijvoorbeeld veel verwarring toen er na de publicatie van het advies nog een extra voetnoot aan het document werd toegevoegd. Een van de leden van de adviescommissie was het niet eens met het besluit over het Nederlands Filmfestival en wilde dat dit expliciet genoemd zou worden. Hierover heeft D66 eerder al mondelinge vragen gesteld. Ook vindt D66 dat een bezoek van de adviescommissie aan de culturele aanvragers onderdeel moet worden van het proces. Het is nu niet helemaal duidelijk of dit nu altijd het geval was. Daarnaast willen we met het college en andere partijen in gesprek over of in de toekomst het proces met een adviescommissie een goede keuze is.

Dirk-Jan van Vliet: “Ik wil de evaluatie na het zomerreces in gang zetten zodat we kunnen lessen kunnen trekken voor een volgende keer. We kijken uit naar al het moois dat de culturele instellingen ons gaan brengen.”