Maidenspeech raadslid IJsbrand Olthof

Donderdagavond sprak raadslid IJsbrand Olthof voor het eerst de Leidse Raad toe. Deze eerste speech – de maidenspeech – in de Raadszaal van het stadhuis is een bijzonder moment voor raadsleden. IJsbrand’s inbreng had betrekking op de nieuwe ligplaatsenverordening voor plezier- en bedrijfsboten, zodat de chaos op het Leidse water vermindert. Lees hier zijn inbreng terug.

Voorzitter, deze speech gaat over kansen. Over kansen krijgen, kansen creëren en over kansen pakken. Maar ook over het recht om te falen en opnieuw te beginnen.

Zoals u ziet heb ik een flesje champagne meegenomen. Deze fles nam ik in de zomer van 2013 mee vanuit de Escape in Amsterdam. Deze nachtclub aan het Rembrandtplein is al jaren the place to be in de Amsterdamse house scene. In de Escape kun je goed dansen op beats van bekende dj’s, maar het is ook een plek waar mannen met een flinke stapel bankbiljetten en schaarsgekleed gezelschap naar een eigen vip-tafel worden geleid, met bijbehorende privileges bovendien. Kaderstellende en controlerende vragen over de herkomst van deze biljetten of de precieze relatie tot het schaarsgeklede gezelschap worden in de regel niet gesteld. En van deze club werd ik, ook tot mijn eigen verbazing, in de zomer van 2013 de manager.

Dat was voor een jongen uit het Twentse Wierden toch een vrij opvallende stap. In mijn jeugdjaren was ik fan van een voetbalclub die toen nog gewoon in de eredivisie speelde, doorliep ik ondertussen fluitend het VWO, en later, als ik groot was, werd ik criminoloog of rechter.

Ik ging dus naar Leiden om te studeren, maar ik was vooral student. Na ieder gemist tentamen nam ik mezelf voor om het nu écht anders te doen. Ik wilde niet falen. Ik was toch intelligent genoeg en de studie zou vanzelf leuker worden? Maar na 6 jaar aanmodderen wist ik eigenlijk alleen nog maar wat ik juist níet wilde worden.

In tegenstelling tot mijn studie vond ik de horeca wél leuk. Ik had al een paar zomers gewerkt in het restaurant van mijn tante in Colorado en met die ervaring werd ik bedrijfsleider van het café waar ik al toch al boven woonde: café De Kroeg aan het Kort Rapenburg. Hier deed ik alles wat me tijdens mijn studententijd niet lukte: hard werken, verantwoordelijkheid nemen, kansen benutten en, het belangrijkste, plezier hebben in dat wat ik dagelijks deed. Nadat ik ook nog voorzitter was geworden van het Leidse festival SummerJazz wist ik het zeker: ik ging carrière maken in de horeca en daarom wilde ik ervaring op doen bij de meest beruchte club van Nederland. En zo werd ik in 2013 aangenomen als manager van de Escape in Amsterdam.

Het avontuur bij de Escape duurde exact 2 maanden. Het tegengestelde ritme eiste zijn tol. Ik kwam mijn vrienden tegen in de trein; als zij naar werk gingen, kwam ik juist terug en andersom. In de trein naar Amsterdam kwam het besef: het horecatijdperk was mooi geweest; het werd tijd voor een ‘normale’ baan. Wat er dan wel van me moest worden, was me op dat nog moment compleet onduidelijk, maar mijn besluit stond vast. Diezelfde avond bestelde een groepje vips deze fles en na mijn dienst sleepte ik deze fles mee terug naar Leiden als aandenken aan een voor mij gedenkwaardige periode.

Voorzitter, in mijn studententijd heb ik heel veel kansen niet gepakt. Ik realiseerde me niet genoeg hoe fortuinlijk ik was dat ik überhaupt de kans kreeg om te studeren, en ook om hierin te falen. Een dure les, maar ik heb er veel van geleerd.

Mijn studententijd, het werken in de horeca en daarna in de retail bij Suitable: het heeft mij gevormd tot wie ik nu ben. Ik heb ingezien dat niets vanzelfsprekend is, dat je echt moet werken voor je geluk. Dat als je een stap harder zet, je ook meer succes kunt hebben. Dat je af en toe ondernemerschap moet tonen door kansen te creëren, te zien en te pakken. Dat als je iets hebt bereikt wat je graag wilt, je dan ook trots op jezelf mag zijn. En uiteindelijk heb ik ook geleerd dat je op tijd met iets moet stoppen.

Voorzitter, ik streef naar noaberschap. Een goed Twents woord voor een duurzame en harmonieuze samenleving waarin we omkijken naar elkaar. Voor mij zijn goed onderwijs, goede zorg en een goed klimaat de pijlers voor zo’n samenleving. Hier ligt bij uitstek een taak voor de overheid. Als aan deze basisvoorwaarden wordt voldaan, is het vervolgens aan de mensen zelf om iets moois van hun leven te maken. Het succesvol aanwenden van je talent, kracht of doorzettingsvermogen mag beloond worden, en als het dan niet lukt, zorgen we er met elkaar voor dat je niet te diep zinkt, zodat je het weer opnieuw kunt proberen.

Voorzitter, wat betreft de ligplaatsverordening zoals die voor ons ligt is D66 verheugd dat het college van plan is op te treden tegen halfvergane en slecht onderhouden boten. Dit komt het aanzien van onze stad ten goede. Hiermee gaat het college een stap verder dan de huidige wrakkenwet, en dat juicht de fractie van D66 toe. Wel vragen wij ons af aan welke eisen deze werkwijze moet voldoen. De fractie kijkt daarom uit naar de toezegging van de burgemeester om kort na de zomer met een geschikte werkwijze op het gebied van handhaving te komen.

Wij vinden het positief dat er voor tijdelijke bezoekers aan onze binnenstad voldoende mogelijkheden blijven om hun boot aan te meren. Deze open houding typeert onze stad en komt bovendien de lokale economie ten goede.

D66 vindt het belangrijk dat de overheid zorgt voor een gelijk speelveld voor alle ondernemers. Want het is niet aan de gemeente om te bepalen wie er wel succesvol mag zijn en wie niet, dat laten we over aan de markt. Als er een nieuwe ligplaats vrijkomt, kiezen we voor het eerlijkste systeem en dat is loting. Alleen op deze manier kunnen we ook innovatieve startups of andere toetreders met een duurzaam of creatief idee de eerlijke kans bieden om zich als ondernemer in Leiden te vestigen. Of het vervolgens slaagt, dat is aan de kennis, kunde of het geluk van de ondernemer, maar iedereen moet in Leiden een eerlijke kans krijgen en daarom steunt D66 de verordening zoals die nu voor ons ligt van harte.

Voorzitter, tot slot. Op het gebied van handhaving heerst er bij ondernemers nog altijd veel scepsis. Het college heeft ook erkend dat er in het verleden niet altijd even transparant en adequaat is gehandhaafd. Daarom zal de capaciteit echt omhoog moeten in zowel de voorlichtende, de surveillerende als in de handhavende rol van de gemeente. Gelukkig krijgt het college nu een tweede kans. En die moet het pakken, zodat alle Leidse ondernemers op het water dezelfde kansen kunnen krijgen, kunnen creëren en kunnen pakken, Als dat is gelukt, hebben we met elkaar een verordening gerealiseerd waar we trots op kunnen zijn. En dat lijkt me dan een goede reden voor een glas champagne. Wie weet heb ik dan nog wel ergens een fles staan.

Dankuwel.