Leiden grijpt in voor een eerlijkere woningmarkt

Starters krijgen meer kansen op de woningmarkt, malafide verhuurders worden aangepakt en verdere verkamering wordt gereguleerd in Leidse wijken waar de leefbaarheid onder druk staat. De gemeenteraad heeft donderdag ingestemd met een groot pakket met woningmarktinstrumenten waarmee de gemeente misstanden op de Leidse woningmarkt wil aanpakken.

Onder al deze instrumenten ligt de noodzaak en behoefte grip te krijgen op een veranderende stad. Voor starters is het haast onmogelijk een betaalbaar huis te kopen, omdat zij continu worden overboden door investeerders en beleggers. Waar de binnenstad van Leiden in de jaren 80 een vervallen industriestad was, is het nu een levendig centrum met een geweldig Singelpark. En waar je in diezelfde tijd volksbuurten had waar je je buren vanaf kleins af aan kende, wonen er nu mensen uit alle landen van de wereld, bijvoorbeeld werkend op het Bio Science Park. En waar er eerst vooral sprake was van grote studentenhuizen met een halve eeuw aan historie, zie je nu dat men woont in betaalbare verkamerde arbeidershuisjes. De stad verandert en we vinden er iets van.

Daarmee verschuift ook onze definitie van leefbaarheid, en die van last en overlast. Ook in de D66-fractie hebben we daar discussie over gehad: hoe ervaar je een leefbare buurt die zo past in ons doel van de meest leefbare stad van Europa in 2040.

D66 heeft zich gestoord aan het geschetste polariserende beeld dat studenten gelijk staan aan overlast. Toch zien we ook de terechte zorgen in buurten waar de druk op de leefbaarheid door overmatige verkamering te groot is geworden. En waar lange tijd niet is opgetreden.

Daarnaast zijn de verhalen van het altijd drukke Leidse huurteam schrijnend. Huisbazen die vrijwel niets aan onderhoud doen, studenten die zonder verwarming moeten slapen in de winter, het recente nieuws dat over overgrote deel van de verhuurders een veel te hoge huur vraagt of de zorgelijke cijfers over het aantal brandonveilige studentenhuizen.

Met deze misstanden op de woningmarkt, is ingrijpen onvermijdelijk. En dat kan sinds kort adequaat met de nieuwe Huisvestingswet en de Wet Goed Verhuurderschap. Het aangenomen pakket bestaat uit drie onderdelen:

1. Een opkoopbescherming om starters te helpen die steeds moeilijker een koopwoning vinden omdat zij worden overboden door investeerders. De raad heeft met grote meerderheid donderdag de grens voor deze regel opgehoogd tot een WOZ-waarde van €435.000 (NHG).

2. Een verhuurdersvergunning, op basis van de nieuwe wet Goed Verhuurderschap. Daarmee pakken we malafide verhuurders aan het niet nauw hebben met onderhoud, verduurzaming of brandveiligheid en vaak te hoge huur, borg of servicekosten vragen. Ook intimidatie en discriminatie kan met deze vergunning resulteren in een boete, intrekking van de vergunning of in het ergste geval overname van beheer van een pand door de gemeente.

3. Nieuw verkameringsbeleid, waarmee in wijken waar de leefbaarheid aantoonbaar onder druk staat vanwege overmatige verkamering, niet verder verkamerd mag worden. Dit gaat om Transvaal, de Kooi en Noorderkwartier. Hier wordt een quotum van 0% ingevoerd. De rest van de wijken waar het verkameringsbeleid geldt, zoals de Binnenstad geldt dat 25% van de panden in een straat mogen worden verkamerd.
De afgekondigde standstill waarmee sinds 2021 nergens meer in de stad verkamerd mocht worden, geldt vanaf volgend jaar niet meer, waardoor in wijken waar de leefbaarheid dat toelaat er weer ruimte is voor omvorming naar kamers. Dit geldt voor de meeste wijken in de stad. Daarmee worden met dit nieuwe beleid zo’n 800 verkamerde panden gelegaliseerd en zullen ruim 4200 studenten zekerheid hebben over de toekomst van hun kamer.

Onzekerheid over 50 studentenhuizen

Sinds 2019 zijn er circa 50 panden alsnog tegen de standstill in verkamerd in wijken waar op basis van onderzoeken blijkt dat de leefbaarheid ondermaats is. De gemeenteraad heeft daarom besloten dat deze woningen ‘ontkamerd’ moeten worden. Dat is volgens D66 een lastig, maar rechtvaardig besluit. Verhuurders hebben namelijk bewust de geldende regels genegeerd. Huurders zullen overigens niet onmiddellijk uit hun kamer moeten. Verhuurders krijgen een jaar om de omvorming naar kamers terug te draaien, een tijd waarin de huurder zijn woning mag blijven gebruiken. Huurders van deze illegale panden zullen bijgestaan worden door het Leidse huurteam. Volgens de wet is de verhuurder verantwoordelijk het vinden van alternatieve woonruimten voor gedupeerden. Het is de verwachting dat een deel daar gehoor aan zal geven.

Maar er heersen terecht zorgen dat deze huurders, vaak studenten, de nog verder de dupe worden van genomen risico’s van hun verhuurders. Daarom diende D66 gisteravond voorstel waarin we het college opriepen zich maximaal in te spannen dat deze huurders na een jaar niet op straat komen te staan. Hetzelfde uitgangspunt van D66 in de verkameringsdiscussie vier jaar geleden. Daarnaast worden er komend jaar ruim 450 studentenwoningen opgeleverd die deze groep ook meer zekerheid moet geven. D66 ziet graag dat het college concretere oplossingen zoekt voor deze groep, zoals met afspraken maken met studentenhuisvester DUWO over een mogelijke voorrangsregeling. Dat voorstel werd unaniem door de raad aangenomen.

Een openbaar register

Als tweede bleek uit gesprekken die D66 voerde met studentenorganisaties en op onze openbare fractievergadering bij studentenvereniging Minerva dat zij zich zorgen maken over studentenhuizen met verhuurders die (al dan niet bewust) geen vergunning zullen aanvragen en daarmee een legaal verkamerd panden hun mogelijkheid tot vergunningverlening voor verkamering verliezen. Om dat te voorkomen diende D66 ook voorstel in om vergunningsaanvragen en –verleningen online te publiceren op een kaart, zoals eerder ook gedaan,
zodat huurders kunnen controleren of hun huisbaas ook daadwerkelijk een vergunning aanvraagt. Ook dit voorstel werd met algehele stemming aanvaard. “Daarmee doen we als D66 twee voorstellen die studenten echt gaan helpen”, concludeert duo-raadslid Jurriaan Duijn.

Wijken buiten de vergunningsverplichting

Als laatste ziet D66 noodzaak om inzicht te krijgen in de mate van verkamering in de wijken waar geen quota of een vergunningsplicht voor verkamering geldt. Dit helpt om mogelijke afname in leefbaarheid tijdig te signaleren. Wethouder Terpstra (CDA) heeft D66 toegezegd hiervoor een mogelijkheid in te richten. Daarnaast steunde de raad het voorstel van Partij Sleutelstad, gesteund door D66, om te onderzoeken of verkamering in de Maredijkbuurt ook gereguleerd kan worden. In de leefbaarheidsonderzoeken wordt deze buurt gerekend tot het Stationsgebied, dat als geheel relatief beter scoort in leefbaarheid. “Toch ervaren bewoners van de Maredijkbuurt een lage sociale cohesie door de vele verkamerde panden in de buurt, dat zie je ook als je door de straten loopt. Het merendeel van de oude woningen is omgezet naar kamers”, benadrukt raadslid Antje Jordan. Of ook hier een verkameringsstop kan worden ingesteld wordt nu onderzocht.

Al met al kijkt D66 terug op een goede inhoudelijke discussie over een zeer complex pakket aan maatregelen.  Het gaat ervoor zorgen dat de Leidse woningmarkt eerlijker en veiliger wordt voor huurders, starters en bewoners.