Beschouwing Regionale Energiestrategie (RES 1.0)

Hieronder de bijdrage van D66 tijdens de besluitvorming.
_____________

Als D66 Kapelle zijn we voorstander om in te stemmen met de RES en ook het raadsvoorstel.
We vinden het namelijk zeer belangrijk dat er op het gebied van energiebesparing en duurzaamheid snel stappen gemaakt gaan worden, en de acties en ambities in de RES zijn een goede aanzet hiertoe.

Belangrijk is ook dat het een breed gedragen document is, omdat er veel mensen en organisaties aan meegewerkt hebben. Ook is het een levend document, zodat we ook de mogelijkheid hebben om zaken nog verder aan te scherpen mocht de voortgang onvoldoende zijn.

Maar wat D66 Kapelle betreft is de ambitie wel onvoldoende.

Allereerst is het gebaseerd op de uitgangspunten van Parijs, die ervoor zorgen dat maximaal 2 graden temperatuurstijging zal plaatsvinden. Dit zorgt nog steeds voor ingrijpende zaken op onze leefomgeving zoals het geheel of vrijwel geheel sterven van koraal, de baarmoeder van de oceanen. De doelen zouden er op gericht moeten zijn om maximaal 1,5 graden te stijgen.

Bovendien is de Zeeuwse insteek om binnen Nederland 1/12e deel van Nederlandse doelen halen, terwijl wij als provincie met veel zon, veel wind, veel water en veel ruimte bovengemiddelde mogelijkheden hebben om bij te dragen. En dat zouden we moeten omarmen en streven naar koploperprovincie te zijn in Nederland betreffende duurzaamheid en energiebesparing. Ook denken wij dat investeren in energiebesparing en duurzaamheid niet alleen iets kost, maar ook banen en economisch voordeel oplevert, en de Zeeuwse economie robuuster, gevarieerder en toekomstbestendiger maakt.

Inhoudelijk vinden we dat we open moeten staan om alle mogelijkheden te bekijken om de hoge doelen te bereiken. We ondersteunen dat alles begint bij energie besparen. En als je vervolgens de voor- en nadelen van maatregelen op een rijtje zet, is het van belang dat we kijken naar impact op economie, milieu, natuur, landschap, en samenleving, en dat we dan niet primair kijken naar de impact op de huidige generatie, maar vooral op de generaties die nog gaan komen. Essentieel bij de acties en maatregelen is dat we meer flexibiliteit in onze regels zullen moeten inbouwen, en op zoek zullen moeten gaan naar het combineren van doelen. Dus combineren van gebouwde omgeving, natuur, economisch landgebruik en energie-opwekking. Met strengere randvoorwaarden voor minder gewenste oplossingen.

Ook belangrijk is dat de RES, zoals de naam al aangeeft, een regionale strategie is. Laten we er ook naar streven om verdere uitwerking en ook realisatie zo veel mogelijk regionaal te houden.

Tenslotte wil ik nog opmerken dat we blij zijn met de toevoeging van het college dat zon-op-land niet uitgesloten moet worden. Als D66 Kapelle volgen we de redenering dat lagere tredes van de zonneladder niet later aan de orde moeten komen of actief ontmoedigd moeten worden, maar dat realisatie aan strengere randvoorwaarden moet voldoen. Hogere tredes moet wel sneller en intensiever aangepakt worden met een hogere bedekkingsgraad en voorrang krijgen bij overaanbod.