Een belangrijke vraag voor senator Backer was: hoe kan de Eerste Kamer haar kerntaak, het toetsen van wetsvoorstellen op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid, beter uitvoeren? Uit het onderzoek van de werkgroep blijkt dat wetsvoorstellen soms toch onrechtmatig uitvallen, terwijl ze voldoen aan de grondwet. In het geval van de kinderopvangtoeslag werd het doenvermogen van ouders onterecht overschat. De wetsvoorstellen gingen uit van een normburger, waardoor de gevolgen voor hen die daarvan afweken onzeker waren. Volgens Joris Backer is er in de Senaat wel gewezen op de problemen in de toeslagenwetgeving, maar lijken sommige keuzes van tevoren al politiek vastgesteld te zijn geweest.
Deze rechtsongelijkheid was ook te zien in de uitvoerbaarheid van de wetten rondom de Kinderopvangtoeslag. De Eerste Kamer had moeten vragen: is de Belastingdienst wel in staat om naast het heffen en invorderen van belastingen ook toeslagen te gaan uitbetalen? En zijn burgers in staat om in lijn met de nieuwe wet te handelen?