Eerste Kamer stelt doxing strafbaar

De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel dat doxing strafbaar stelt. Doxing is het openbaar maken of delen van iemands persoonlijke gegevens met het doel om diegene te intimideren. Bijvoorbeeld het delen van adresgegevens, telefoonnummers of andere persoonlijke informatie in chatgroepen of op sociale media. D66 vindt het onacceptabel dat mensen online geïntimideerd worden en zich onveilig voelen of hun werk niet goed kunnen uitvoeren. Daarom is het goed dat doxing strafbaar gesteld wordt. Boris Dittrich voerde het woord namens D66 en mede namens ChristenUnie, GroenLinks-PvdA, Partij voor de Dieren, OPNL, VOLT, 50PLUS en SGP.

Beeld: Hans Kouwenhoven/Eerste Kamer

Strafrecht in de samenleving

Er wordt in de politiek soms te snel gekozen voor het strafrecht als oplossing voor onrust in de samenleving. Volgens Boris Dittrich moet er altijd eerst gekeken worden naar andere, effectievere methoden, zoals mediation of betere jeugdzorg om problemen in de samenleving aan te pakken. Dit betekent niet dat de politiek stil moet zitten met betrekking tot het strafrecht. Onze digitale samenleving verandert snel en dat betekent dat er ook nieuwe vormen van ongewenst gedrag ontstaan. Het is aan de politiek om zorgvuldig af te wegen of dergelijk gedrag moet worden gecriminaliseerd. D66 vindt dat het verspreiden van persoonsgegevens van anderen met de intentie om de intimideren een voorbeeld is van gedrag dat zo ongewenst is dat het thuishoort in het strafrecht.

Impact van doxing

De impact van doxing op de slachtoffers is enorm. Mensen voelen zich nergens meer veilig omdat hun woonadres, telefoonnummer of zelfs de foto’s van hun kinderen voor iedereen online te vinden is en kan leiden tot intimidatie. Iedereen kan slachtoffer worden van doxing. Bijvoorbeeld politieagenten, hulpverleners, rechters, journalisten, politici en wetenschapers, maar ook mensen zonder publieke functie. Denk aan rancuneuze ex-partners die het telefoonnummer van hun ex-partner delen als wraakactie in zogenaamde ‘shame’- groepen. D66 is er dan ook voorstander van dat er in dit wetsvoorstel voor gekozen is om de strafbaarstelling niet te beperken tot bepaalde beroepsgroepen of personen.

Uitvoerbaarheid en meldpunt

Doxing vindt voornamelijk plaats op het internet. Daders kunnen hierbij gebruik maken van anonieme accounts en versleutelingstechnieken, waardoor het moeilijk kan zijn om hun identiteit te achterhalen. Senator Dittrich vroeg minister Yeşilgöz van Veiligheid en Justitie daarom of de recherche voldoende is opgeleid en uitgerust om de daders van doxing effectief op te sporen. Minister Yeşilgöz antwoordde dat de politie voldoende zal worden voorbereid om verdachten van doxing op te sporen en dat de informatiesystemen van de politie hiervoor zullen worden aangepast. Ook vroeg senator Dittrich wat het nieuwe meldpunt voor slachtoffers van doxing, dat vanaf 2024 actief is, precies gaat betekenen voor hen. De minister legde uit dat dit meldpunt hen kan ondersteunen bij het verwijderen van ongewenst verspreide persoonsgegevens van het internet.