Annelien Bredenoord: ‘Hoe kunnen wij goede voorouders worden?’

Vandaag vonden de Algemene Politieke Beschouwingen in de Eerste Kamer plaats. Het waren de laatste Algemene Politieke Beschouwingen van fractievoorzitter Annelien Bredenoord. Hier lees je haar hele tekst terug.

Beeld: Eerste Kamer

De goede voorouder

Voorzitter, dit zijn mijn laatste Algemene Politieke Beschouwingen als Eerste Kamerlid. Ik begon mijn eerste APB met de toekomststoel van Jan Terlouw. Een stoel aan tafel, of in een plenaire zaal, die de toekomst vertegenwoordigt. Onze eigen toekomst, toekomstige generaties, en de toekomst van de planeet als geheel. Wat ik in eerdere beschouwingen de toekomststoel noemde, is mooi verwoord door Roman Krznaric als “De goede voorouder”. Ik las dit boek van de zomer op de camping aan de Franse Atlantische kust, omringd door bosbranden. Het is alleen nog maar prangender geworden, zeker ook voor mij, nu mijn kind in de levensfase van ‘waarom’ is gekomen en ik alles om mij heen mag uitleggen, verklaren of… mag herbezien.

In navolging van de schrijver wil ik ervoor pleiten dat wij onszelf de vraag stellen: Hoe kijken toekomstige generaties terug op ons en de erfenis die we hen hebben nagelaten? Hoe beoordelen zij niet ons korte termijn denken óf ons lange termijn denken, maar de verhouding daartussen, want beide zijn waardevol. Hoe kunnen wij goede voorouders worden?

Voorzitter, ik ben de afgelopen jaren kritisch geweest over de rol van de Eerste Kamer en hoe wij deze rol opvatten. Ik blijf ervoor pleiten dat wij terugkeren naar onze kerntaak: de kwaliteit van wetgeving beoordelen op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Het lange termijn denken past bij uitstek bij deze kerntaak. Wij zijn er om voorbij de waan van de dag te kijken: niet een jaar verder, niet vier jaar verder, maar een of meerdere generaties verder. De wetgeving die wij beoordelen, is er immers ook voor de volgende generaties. Hier is de hogere leeftijd van deze Kamer een voordeel: veel van de senatoren mogen zichzelf inmiddels opa of oma noemen!

De Minister-President zal het als historicus met mij eens zijn dat wij moeten leren uit het verleden om het in de toekomst beter te doen. Het is inmiddels 50 jaar geleden dat de Club van Rome haar rapport ‘Grenzen aan de groei’ schreef. Dat was een kans op goed voorouderschap die onze voorgangers onvoldoende hebben benut.

Wat had de Minister-President met de kennis van nu tijdens zijn premierschap beter gedaan, als het gaat om bijvoorbeeld klimaat, kansengelijkheid, en asielopvang? Welke lessen trekt hij daaruit voor het heden? Wat kunnen wij nu, op de korte termijn, beter doen, om op de lange termijn voor een beter klimaat voor iedereen te zorgen?

Lotsverbondenheid en medemenselijkheid

Voorzitter, in mijn eerste versie van dit verhaal begon ik met ‘de wereld’, de problemen voorbij onze Nederlandse en Europese grenzen. Maar bij het lezen van mijn tekst moest ik kritisch in de spiegel kijken. Wat als ik nou eens bij mijzelf begin. Vind ik mijzelf een goede voorouder? En dat vind ik in best wat opzichten, maar in minstens één ding kan ik het beter doen.

Wat is er dan gebeurd, vraagt u zich af? Het was de zit-schikking tijdens Prinsjesdag en de reacties van naasten in de week daarna. Ik moest denken aan de tafelschikking bij huwelijken of kerstdiners, want dan moet je ook oppassen welke ooms, neven en nichten je naast elkaar zet.

Ik zat naast meneer Wilders. Direct voor meneer Baudet. En ingeklemd tussen nog wat heren van behoorlijk andere politieke voorkeuren dan de mijne. Het voelde alsof iemand had gedacht: laten we Annelien eens naast de oom en neef zetten die ze wat minder graag spreekt.

Maar het werd een leerzame middag, met zelfs wat grapjes over en weer. De Franse filosoof Emmanuel Levinas zou me gezegd hebben: het is precies die Ander die jou een plaats geeft. Het is juist de Ander waarin je jezelf niet herkent, waar we ons best voor moeten doen. Die we moeten bevragen. En de Ander voor wie ik mijn best wil doen is niet zozeer meneer Wilders of meneer Baudet, maar wel hun achterban. Hun zorgen zijn uiteindelijk niet zo anders dan die van onze leden en kiezers, eigenlijk van ons allemaal: hoe blijft Nederland een land met een leefbaar klimaat voor iedereen? Hoe kunnen wij gezamenlijk voorkomen dat we in een tweedeling of zelfs twintig-deling terecht komen?

Voorzitter, ik moest dus toegeven dat ik in één ding zeker een beter voorouder kan zijn: toch nog beter de Ander ontmoeten, bevragen, in haar huid kruipen. Lotsverbondenheid en medemenselijkheid, ook met mensen die een andere achtergrond hebben dan wijzelf of op echt andere partijen stemmen dan de onze. Een houding van wederkerigheid, en elkaar het voordeel van de twijfel geven, dat we allemáal een goede voorouder willen zijn, zal helpen bij het tegengaan van polarisatie.

Dat heeft mijn fractie ook meegenomen uit de rapporten en debatten over de rol van deze Kamer in het tot stand komen van de toeslagenaffaire en het bestrijden van discriminatie. Voorzitter, middels moties heeft deze Kamer de regering verzocht te reageren op de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie anti-discriminatiewetgeving en de commissie zelfevaluatie toeslagenaffaire, en het debat daarover. Kan de regering een vooruitblik geven op die reactie? Welke lessen heeft de premier getrokken uit deze en andere rapporten?

“Hoe blijft Nederland een land met een leefbaar klimaat voor iedereen?”

Solidariteit

Voorzitter, goed voorouderschap vraagt niet alleen om solidariteit over generaties heen, maar ook over onze grenzen. Met de vrouwen én mannen in Iran, die samen strijden voor de mensenrechten van vrouwen. Mijn fractie ondersteunt de inzet van Nederland voor het instellen van EU-mensenrechtensancties. Kan de Minister-President de stand van zaken schetsen en ons geruststellen dat dit prioriteit heeft?

En, uiteraard, solidariteit met de mensen in Oekraïne, die voor hun en ónze vrijheid vechten. Onze fractie is voor volledige steun, materieel en moreel, aan Oekraïne. Het is de moeite waard om te vechten voor vrijheid en een volk te beschermen tegen een oorlogsmisdadiger.

Mijn fractie ziet in de wijze waarop in vele dorpen en steden Oekraïense ontheemden zijn opgevangen als een voorbeeld van hoe we als Nederland wel degelijk vanuit medemenselijkheid mensen in nood kunnen helpen. Natuurlijk weten we ook dat het lang niet altijd makkelijk is voor omwonenden als er groepen nieuwkomers met andere gebruiken en tradities in hun buurt komen wonen.

Tegelijkertijd is het voor mijn fractie onacceptabel dat in 2022 kinderen in nood op stoeltjes moeten slapen in het aanmeldcentrum in Ter Apel. Deze opvang, of eigenlijk het gebrek daaraan, voldoet niet aan de menswaardige opvang waar wij voor staan. En ook niet aan de normen die we binnen Europa hebben afgesproken, zoals recent door de rechter is bevestigd. Voorzitter, graag hoort mijn fractie van de premier een reflectie over deze opvangcrisis en de stappen die het kabinet zet om in ieder geval de opvang fatsoenlijk te organiseren.

“Het is de moeite waard om te vechten voor vrijheid en een volk te beschermen tegen een oorlogsmisdadiger”

De lange termijn

In tijden van oorlog en crisis is er vaak een “rally around the flag” effect: de steun van de bevolking voor een regering of politiek leider neemt dan toe. Dat zagen we aan het begin van de coronapandemie in Nederland, en nu zien we het voor Europa : het vertrouwen en optimisme over de Europese Unie groeit. Mijn fractie is blij dat die vlag net als de Nederlandse vlag sinds kort een plek heeft in deze Kamer.

De Europese Unie is voor mijn fractie een voorbeeld van wat Krznaric “kathedraal denken” noemt. Dit soort langetermijndenken stelde mensen in de middeleeuwen in staat om kathedralen te ontwerpen en te bouwen, in de wetenschap dat ze de kathedraal zelf nooit in volle glorie zouden zien.

Welke kathedralen wil dit kabinet bouwen? Wat hoopt onze premier, inmiddels de langstzittende premier van Nederland, dat er over hem en zijn beleid in de geschiedenisboeken terechtkomt? Welke keuzes maakt hij voor een leefbaar Nederland voor toekomstige generaties? Wat betekent de generatietoets uit het regeerakkoord concreet?

Keuzes maken

Voorzitter, voor vele Nederlanders is dit de eerste keer dat zij de prijs van vrijheid betalen. Dat we de waarde van vrijheid voelen. In de vorm van stijgende prijzen voor boodschappen, voor brandstof, voor energie. Dat betekent het om vrijheid te beschermen. Dat is geen makkelijke boodschap, maar wel een eerlijke.

De prijs voor vrijheid betaalt iedereen, maar weegt niet voor iedereen even zwaar. De fractie van D66 is tevreden hoe de regering tegemoet komt aan de noden van mensen. De koopkrachtmaatregelen in de Miljoenennota bevat ongekende en noodzakelijke investeringen in de bestaanszekerheid van mensen nú. Mijn fractie verwelkomt ook het prijsplafond voor de energie als aanvulling op het al aangekondigde noodfonds en de energietoeslag.

Tegelijkertijd bevinden wij ons in een spagaat. De spagaat van solidariteit tussen mensen in Nederland, Europa en de rest van de wereld nu én tussen verschillende generaties. De overheid trekt enorme bedragen uit om solidair te zijn met mensen hier en nu. Het benadrukt het belang van scherpe keuzes maken waar dat kan en moet om het ook voor toekomstige generaties goed te houden.

Voorzitter, zo kom ik bij de gezondheidszorg. Tijdens mijn eerste Algemene Politieke Beschouwingen, vroeg ik het kabinet naar haar strategie om de zorg goed, toegankelijk en betaalbaar te houden, nu en in de toekomst. Inmiddels is de zorg voor het eerst de grootste kostenpost in de rijksbegroting. Hoe heeft de regering de aanbevelingen van het rapport ‘Kiezen voor houdbare zorg’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) opgevolgd? In het bijzonder, de aanbeveling dat er scherpe keuzes moeten worden gemaakt. Welke keuzes worden er in het Integraal Zorgakkoord gemaakt en wie voert daar de regie? Welke rol ziet de regering weggelegd voor burgers in het maken van deze keuzes, bijvoorbeeld middels een burgerberaad over de zorg?

“We moeten het fundament leggen, ook al weten we nog niet precies hoe we het plafond bouwen”

Fundament voor de toekomst

Voorzitter, we moeten het fundament leggen, ook al weten we nog niet precies hoe we het plafond bouwen. We moeten onze uitstoot terugbrengen tot nul, ook al weten we nog niet hoe we klimaatneutraal kunnen samenleven in 2050. We moeten plantaardiger gaan eten, ook al weten we nog niet hoe we onze landbouw volledig circulair maken in 2050. We moeten onze democratische rechtstaat blijven beschermen en vernieuwen, ook al weten we nog niet hoe onze democratie er in 2050 uit ziet.

Omdat we wél weten hoe 2050 eruitziet als we al deze dingen niet doen. Deze zomer was de op een na warmste zomer ooit gemeten op het noordelijk halfrond. En een van de koelste zomers voor de rest van ons leven . Met hittegolven, droogte, bosbranden, en overstromingen tot gevolg.

En als we goed naar onze geschiedenis kijken, weten we ook hoe onze samenleving eruitziet als we niet werken aan vertrouwen tussen mensen van verschillende afkomst, van verschillende levensbeschouwingen. Aan weerbaarheid. Binnen de grenzen. Buiten de grenzen. Als mensen in hun eigen omgeving, geen gevoel van samen meer ervaren. Niet meer nieuwsgierig zijn naar de Ander. Hoewel we dachten dat het misschien niet nodig was, blijft het essentieel om te bouwen aan onderling vertrouwen in plaats van reglementen, wetten en protocollen, die juist uitingen zijn van beperkt vertrouwen.

Voorzitter, dit jaar heb ik met mijn fractie een reünie georganiseerd voor oud D66 senatoren. We zaten met senatoren vanaf 1967 in deze zaal. Ik hoop over een jaar of 30 ook weer eens in het nieuw gerenoveerde gebouw een dergelijke reünie te mogen bijwonen, liefst met mijn kleinkinderen erbij. Dan hoop ik dat ik ze trots kan vertellen: “hier heeft Oma nog gewerkt, aan wetten die ervoor hebben gezorgd dat jullie in een leefbare wereld wonen, waar we medemenselijkheid en lotsverbondenheid voelen, ondanks al onze verschillen”. En dan vragen de kleinkinderen: “huh, Eerste Kamer, wat is dat?” Want tegen die tijd, voorzitter, is de Eerste Kamer allang vervangen door een vorm van constitutionele toetsing.