Annelien Bredenoord: “Discriminatie moet onderdeel worden van elk gesprek dat wij over wetgeving voeren”

Beeld: Eerste Kamer

Discriminatie is per wet verboden, en toch ervaart ruim een op de vier Nederlanders discriminatie. Hoe kan de Eerste Kamer de kloof tussen de wet op papier en de wet in de praktijk verkleinen? De parlementaire onderzoekscommissie effectiviteit anti-discriminatiewetgeving, waar D66-senator Petra Stienen deel van uitmaakte, heeft deze vraag onderzocht en haar bevindingen en aanbevelingen gepubliceerd in het rapport “Gelijk recht doen”. Op 13 september ging de Eerste Kamer daar met elkaar en de commissie over in gesprek. Fractievoorziter Annelien Bredenoord voerde het woord namens D66. 

Insluiting en uitsluiting 

Senator Bredenoord begon met de vormen van discriminatie die zij zelf heeft ervaren, als vrouw getrouwd met een vrouw en als eerste vrouw in verschillende functies. “Discriminatie sluit mensen uit. Van toegang tot een passende opleiding, een goede baan en een fijn huis. Van sociale voorzieningen, van zorg, of van menswaardige opvang”. Met grote gevolgen voor het welzijn van mensen die discriminatie ervaren, voor de verbondenheid in de samenleving en voor het vertrouwen in de overheid en de politiek. Daarom vindt de fractie van D66 het van belang dat de Eerste Kamer zich actief verzet tegen discriminatie en zich actief inspant voor gelijke behandeling. 

“Discriminatie sluit mensen uit. Van toegang tot een passende opleiding, een goede baan en een fijn huis. Van sociale voorzieningen, van zorg, of van menswaardige opvang.”

“Nothing about us, without us” 

Wat niet goed werkt, blijkt uit het onderzoek, is een individuele benadering, zowel van mensen die discrimineren als van mensen die discriminatie ervaren. Senator Bredenoord benadrukte dat we de verantwoordelijkheid voor het tegengaan van discriminatie niet op de schouders kunnen leggen van de mensen die discriminatie ervaren. Zij moeten wel betrokken worden bij het maken van wetgeving die mogelijk tot discriminatie kan leiden. Evenals de mensen die discriminatie bestrijden: de beleidsmakers en de uitvoerders. En in het bijzonder de mensen die beide kanten kennen: de ervaringsdeskundigen. 

Gelijk recht doen

“Wat mijn fractie betreft is het nu belangrijk dat we de nadruk gaan leggen op het laatste woordje van ‘Gelijk recht doen’”, aldus senator Bredenoord. Samen met andere partijen stelde D66 voor om anti-discriminatie een vast onderdeel te maken van het overleg met de commissievoorzitters, van het inwerkprogramma voor de nieuwe senatoren, en van het tweejaarlijkse debat over de Staat van de Rechtsstaat. Zo draagt de Eerste Kamer bij aan het dichten van de kloof tussen wet en praktijk.