Voor de wethouder is het totaal geen opgave om de groei van de stad een beetje in goede banen te leiden. Integendeel. ‘Dat is juist zo gaaf van dit vak. Als gemeente heb je de unieke kans om mooie wijken te bouwen’, zegt Van Asten stralend na een uurtje praten over de toekomstige stad.
Laat onverlet dat Den Haag een pittige klus te klaren heeft. De stad groeit de komende jaren tot waarschijnlijk 650.000 inwoners en die mensen moeten ergens wonen. De stad heeft de Binckhorst, Zuidwest en het gebied rondom de stations aangewezen als plekken waar de komende jaren duizenden nieuwe huizen zullen verrijzen.
Voorzieningen blijven achter
‘Maar we moeten er ook voor zorgen dat er voldoende scholen, huisartsen of sportvoorzieningen zijn’, zegt hij. Deze voorzieningen blijven nogal eens achter in nieuwbouwwijken, waardoor nieuwe bewoners de wijk uit moeten voor hun boodschappen of hun bezoek aan de huisarts. Of, wanneer er in de bestaande stad wordt gebouwd, zorgen de extra bewoners ervoor dat de voorzieningen die er al zijn vol raken en wachtlijsten oplopen.
‘Als we terugkijken, dan komen we uit een crisissituatie en vroegen we aan iedereen om maar in Den Haag te komen ontwikkelen’, vertelt Van Asten. ‘Dan werden er tenminste woningen gebouwd. Dat is op een andere manier uitgepakt dan we wellicht zouden willen. De voorzieningen zijn er wel gekomen, maar achteraf gezien was het beter geweest om de voorzieningen bij ontwikkelingen op plek één te zetten. Pas dan bouw je een echt goede buurt.’
Essentieel voor goede buurt
Want voorzieningen zijn essentieel voor een goede buurt. ‘Je wilt dat mensen een binding hebben met de wijk’, zegt Van Asten. ‘Dan voelen ze zich eigenaar van de buurt, houden ze de buitenruimte netjes en kijken bewoners naar elkaar om. Als er voorzieningen zijn, zoals restaurantjes of bankjes op straat, dan kom je elkaar tegen. Het is belangrijk dat mensen vermaak in de eigen wijk kunnen vinden.’
Daarom gaat Den Haag meer sturen op de voorzieningen. ‘We gaan die vastleggen in de Haagse normennota’, legt Van Asten uit. ‘Daarin staat per gebied precies beschreven hoeveel tandartsen, huisartsen of scholen we nodig hebben. Dat leggen we van tevoren vast, zodat bij de start van een nieuwbouwproject iedereen weet wat er nodig is en waarvoor de ontwikkelaars en de gemeente gezamenlijk aan de lat staan.’
Blijven monitoren
Het is de bedoeling dat de gemeente vervolgens in de gaten blijft houden of de cijfers daadwerkelijk kloppen. ‘In het begin weten we dat er in een bepaalde toren pas afgestudeerden, gezinnen of juist ouderen gaan wonen. Maar als blijkt dat er onverwachts bijvoorbeeld meer kinderen ergens gaan wonen, dan gaan we bijschakelen. We blijven monitoren.’
Daarnaast wil Van Asten dat de gemeente meer regie neemt over de architectuur in de stad en daarvoor strakkere kaders voor ontwikkelaars neerlegt. ‘We moeten echte Haagse buurten bouwen’, vindt hij.
Baksteen met slagroom
Van Asten: ‘Waar een echte Haagse wijk voor mij aan voldoet? Dat is de architectuur die we kennen van de Haagse school, met wat meer baksteen en prachtige, witte ornamenten en vensterbanken die zo mooi mee kleuren met onze Haagse zee-luchten. Daaromheen mooie pleintjes waar van alles gebeurt en natuurlijk voldoende groen. Daar hebben wij een naam voor: baksteen met slagroom’, voegt hij er lachend aan toe.
Al met al wil de wethouder dus duidelijk maken dat hij de teugels wat aan gaat halen bij toekomstige bouwprojecten. ‘Zonder regie van de gemeente is binnenstedelijk bouwen niet mogelijk. Je kan het maar één keer goed doen.’
Meer regie op de toekomst van de stad – Robert van Asten over bouwen in Den Haag
Den Haag gaat bij toekomstige bouwprojecten meer tot in detail vastleggen waar voorzieningen zoals scholen en huisartsen moeten komen. Ook wil wethouder Robert van Asten (D66) dat het stadsbestuur meer gaat sturen op de architectonische kwaliteit van nieuwe wijken. Dat vertelt Van Asten in een interview aan OmroepWest. “Je kan het maar één keer goed doen.”