Nieuwe maatregelen tegen stagediscriminatie op het MBO

D66-raadslid Erik Schmit heeft twee moties ingediend om stage-discriminatie van MBO-studenten tegen te gaan binnen het MBO en om hybride docentschap te stimuleren. MBO-studenten worden in sollicitatieprocedures te vaak beoordeeld op hun achternaam in plaats van hun vaardigheden, hierdoor hebben ze moeite met het vinden van een stage. Daarnaast is er een tekort aan docenten, door het aanbieden van hybride docentschap kunnen professionals een paar dagen per week voor de klas staan. Schmit: “D66 maakt zich sterk voor de ontwikkeling en waardering van vakmensen in Nederland. Vakmensen zijn uniek omdat zij specialismen, zoals het installeren van zonnepanelen en zorg, uitvoeren die niet vervangbaar zijn door technologie. Het is belangrijk om jongeren aan te moedigen en te ondersteunen in hun ontwikkeling tot vaktopper.” 

Stagematching

Het is onacceptabel dat MBO-studenten bij hun stage-sollicitaties nog steeds vaak beoordeeld worden op hun achternaam in plaats van hun vaardigheden, blijkt uit onderzoek van Verwey Jonker Instituut. Om stagediscriminatie tegen te gaan, heeft D66 een motie ingediend om stagematching op te nemen in de Amsterdamse MBO-agenda. Hierbij worden studenten op basis van hun vaardigheden gekoppeld aan een stageplek. Minister Dijkgraaf, van Onderwijs, heeft stagematching tevens opgenomen in het landelijk MBO-stagepact, en roept het bedrijfsleven en MBO-scholen op om stagematching te implementeren.

Hybride docentschap

Het doel van D66 is om met hybride docentschap de verbinding tussen het bedrijfsleven en het onderwijs te verbeteren, en hiermee ook het lerarentekort aan te pakken. Hybride docentschap houdt in dat vakprofessionals bijvoorbeeld twee derde van de tijd werken in hun vakgebied, en daarnaast twee dagen per week lesgeven op een MBO-school. Dit heeft meerdere voordelen; er zijn meer vakprofessionals beschikbaar in het onderwijs, hybride docentschap kan helpen onderwijs beter te laten aansluiten op de arbeidsmarkt en het lesgeven draagt bij aan de ontwikkeling van de vakprofessionals.