Opinie: Amsterdam vaart beter zonder cruiseschepen

Amsterdam krijgt, na de stille coronajaren, weer bijna dagelijks bezoek van cruiseschepen. Deze varende flatgebouwen meren aan bij de Passenger Terminal Amsterdam (PTA), net ten oosten van het centraal station. Bezoekers doen onze stad aan vanwege het imago van Amsterdam als vrije stad. Een vrije stad betekent echter óók een stad die duurzaam is voor toekomstige generaties. Daarom is het de hoogste tijd om afscheid te nemen van deze cruiseschipterminal.

Megavervuilers

Een cruiseschip vaart op bunkerolie, een zeer laagwaardige brandstof die veel weg heeft van ‘vloeibaar asfalt’, en is hierdoor zeer vervuilend. Ter illustratie: ’s werelds grootste cruiseschiprederij Carnival, met 91 cruiseschepen, veroorzaakt per jaar net zoveel luchtvervuiling als bijna alle 260 miljoen personenauto’s in Europa. Desastreus voor het klimaat en een welverdiende plek in de eregalerij voor megavervuilers.

Ook de milieu-impact van cruiseschepen in Amsterdam is groot, dit is onderzocht door TNO in samenwerking met de Amsterdamse haven. Wat blijkt; cruiseschepen zijn jaarlijks goed voor 7% van alle CO2-uitstoot van de stad. Van de totale stikstof-uitstoot van cruiseschepen en het Amsterdamse wegverkeer samen, is de bijdrage van cruiseschepen 61% en dat van het Amsterdamse wegverkeer 39%. Het is duidelijk: het cruiseschiptoerisme past niet binnen de duurzame ambities van Amsterdam.

Sprinkhaan-toerisme

De verwachting is dat het wereldwijde toerisme de komende jaren enkel gaat toenemen, met een wereldwijd recordjaar van cruisetoeristen. Dat terwijl massatoerisme de leefbaarheid van Amsterdam onder druk zet. De Amsterdammer heeft, in het volksinitiatief ‘Amsterdam heeft een keuze’, duidelijk gemaakt klaar te zijn met de uitwassen van toerisme en meer balans te willen in de stad.

Het past binnen deze visie om kritisch te kijken naar de cruiseschepen die Amsterdam bezoeken, want de cruisepassagier is bij uitstek een voorbeeld van een toerist waar de stad weinig baat bij heeft. Omdat zij, als een soort sprinkhanenplaag, in één keer de binnenstad intrekken, met de daarbij horende overlast. Zoals burgemeester Halsema aangaf hebben de toeristen weinig tijd voor musea, maar bezoeken ze wel het red light district. De lokale economie profiteert, naast liggeld en toeristenbelasting, nauwelijks van het flits-bezoek. Het voordeel is voor de voornamelijk internationale cruisemaatschappijen.

Geen plek in Amsterdam

Het verplaatsen van de cruiseschipterminal naar de Coenhaven, in het Westelijk Havengebied, is geen optie. We zijn immers van plan om Haven-Stad te bouwen, en hierbij is het Coenhaven-gebied aangewezen als nieuw woongebied. Het aanleggen van een cruiseshipterminal naast een woonwijk is een directe bedreiging voor gezondheid van de Amsterdammers. Om nog maar te zwijgen over het feit dat eén van de geschikte locaties voor een brug over het IJ door de huidige terminal wordt belemmerd.

Zo wordt astma bij 1 op de 5 kinderen veroorzaakt door luchtvervuiling. En de dagelijkse luchtvervuiling van één cruiseschip in de haven staat gelijk aan 31.000 vrachtwagens die een ronde op de ring rijden, volgt uit onderzoek van onderzoeksbureau CE Delft. Het aanleggen van walstroom in de nieuwe haven, zodat een cruiseschip de motoren uit kan zetten, ondervangt dit risico ook niet. Want er is nog maar een klein gedeelte van de wereldwijde cruisevloot geschikt voor walstroom.

Een cruiseschipterminal binnen de stadsgrenzen zet de leefbaarheid onder druk, is zeer vervuilend, en belemmert de groeiontwikkeling van de stad. Laten we de Passenger Terminal Amsterdam in het hart van onze stad nu snel een mooie nieuwe bestemming geven.