Hieronder de tekst van de bijdrage van D66 Aalsmeer tijdens de Algemene Beschouwingen 2021 van de gemeente Aalsmeer op 11 november 2021.

De laatste programmabegroting in deze raadsperiode ligt voor ons. Een structureel sluitende begroting, dat staat garant voor een financieel gezonde gemeente Aalsmeer, ook in de toekomst. Een mooie start voor een nieuwe gemeenteraad met mogelijk nieuwe ambities voor die toekomst. Een toekomst met grote opgaven, ik hoef alleen maar de crisissen op de woningmarkt en met het klimaat te noemen.

Uiteindelijk zijn dat opgaven die er aan bijdragen dat de wereld in het groot en Aalsmeer/Kudelstaart in het klein leefbaar blijft voor de komende generaties. Om in confessionele termen te spreken: laten wij ons gedragen als een goed rentmeester.
D66 wil een aantal van die opgaven benoemen, zonder andere opgaven te kort te doen.

Maar voor ik dat doe wil ik uitspreken dat we in bijzondere tijden leven. Een coronacrisis die weer dwingt tot maatregelen, een toenemende tweedeling in de samenleving door polarisatie maar ook door kansenongelijkheid in het onderwijs, de woningmarkt, arbeidsmarkt en zo kan ik nog even door gaan. Dit kunnen we alleen doorbreken door samen de schouders onder de vraagstukken te zetten vanuit een gevoel van solidariteit. Met elkaar en voor elkaar. Eén voor allen en allen voor één.

Dan de opgaven:

Laat ik beginnen met Wonen, uiteindelijk als je goed woont heeft dat effect op je welbevinden. En om er dan ook direct in te vallen, D66 pleit voor een aanpassing van de woonagenda.

Natuurlijk, de agenda is nog niet zo lang geleden vastgesteld, maar de woningmarkt ontwikkelt zich in een zodanig rap tempo dat mensen met een kleiner inkomen, of specifieke doelgroepen zoals jongeren/starters geen gelijke kansen meer hebben op de woningmarkt. De segmenten die gelden voor nieuwbouw zijn op dit ogenblik verdeeld in 25% sociaal/goedkoop, 30% middelduur en 45% duur.

Door het oplopen van de huizenprijzen tot exorbitante hoogten wordt het betaalbare segment over heel Aalsmeer gerekend echter steeds kleiner. Mensen met minder inkomen hebben dus steeds minder kans op een huis. Omdat er nog maar weinig wat meer grootschalige woningbouwprojecten te verwachten zijn moeten wat D66 betreft de percentages dus worden aangepast om het aantal betaalbare woningen in Aalsmeer op peil te houden.

Het sociaal/ goedkope segment moet ten minste 30% bedragen.

Daarnaast gaat er wat D66 betreft voor alle woningen, dus ook de bestaande voorraad een zelfbewoningsplicht gelden. Een zelfbewoningsplicht wordt gezien als effectieve bestrijding van leegstand en oneigenlijke verhuur of woningspeculatie in deze tijd van woningnood. Deze plicht gaat gelden zolang er sprake is van een crisis op de woningmarkt.

Ook moet het mogelijk zijn of worden gemaakt, wanneer daar op eigen perceel ruimte voor is, tijdelijke woningen te bouwen, al dan niet in de vorm van ‘tiny houses’, aanleunwoningen of ‘kangoeroe woningen’ voor familieleden of mantelzorgers. Uiteraard gebeurt dit in de geest van de bestaande regels en zijn deze uitdrukkelijk tijdelijk en zonder precedentwerking richting een omzetting naar permanente bewoning.

Een onderwerp waar iedereen een mening over heeft. Terecht of onterecht, één ding is helder: de praktijk is ten opzichte van de theorie, oftewel de prognoses en modellen, weerbarstiger.

De conclusie van onze fractie is dat verkeer zich lastig laat reguleren terwijl het gevoel van veiligheid wel medebepalend is voor het gevoel van goed wonen in de wijk, buurt of straat. Dat geldt in al onze gebieden en is spannend bij nieuwe ontwikkelingen, zoals Oosteindedriehoek, Kudelstaart, maar is ook spannend bij bestaande ontwikkelingen.

Bij de nieuwe ontwikkelingen bespreken wij die aspecten bij de betreffende startnotities. Voor nu hebben wij enkele opmerkingen over de bestaande situatie rond de N196/ Burg. Kasteleinweg.

Onze fractie is al een tijd in gesprek over deze situatie, zowel onderling als met de betrokken buurten en inwoners. Dat leidde onder meer tot de vragen die afgelopen do. 28 okt zijn gesteld.
Nu de werkzaamheden de laatste fase in gaan komen er aspecten naar voren die ons toch doen fronsen.

Ik zal een paar aspecten benoemen:

De rotondes zijn onoverzichtelijk en leiden tot verschillende verkeersituaties. Daarmee is sprake van een verslechterende verkeersveiligheid dat mogelijk kan leiden tot een toename van ernstige verkeersongelukken.

Dan de “knip”: de reden om de ‘knip’ in de N196 aan te brengen was het dorp aaneen te hechten door het tegengaan van doorgaand verkeer en daarmee dit verkeer richting N201 te dringen. Wij betwijfelen of deze doelstelling gehaald is of binnen afzienbare tijd gehaald gaat worden. Zeker niet wanneer de verschillende routeplanners nog altijd een route via de N196 – en daarmee via de omringende wijken – blijven aanbieden als alternatieve optie.

De afwikkeling van het vrachtverkeer is al een probleem binnen Aalsmeer met veel logistieke bedrijvigheid. Doorgaand vrachtverkeer is echter een probleem wat we direct moeten oplossen. Zeker nu het vrachtverkeer dat nog steeds van de N196 gebruik maakt dwars door de omliggende woonwijken rijdt.

Dan de snelheid waarmee automobilisten door wijken scheuren. Los van de overlast leidt dit tot onaanvaardbare verkeerssituaties. In het algemeen zijn er in Aalsmeer al veel plekken waar te snel gereden wordt. Sinds de werkzaamheden aan de N196 wordt er met name door bewoners van de Ophelialaan, Hortensialaan en Stommeerweg opgemerkt dat de overlast tot het toppunt is gestegen en leidt tot een onaanvaardbare verkeersonveiligheid.

Dit is het moment om in actie te komen en dat is ook waartoe wij het college oproepen.

De energietransitie betekent een zwaardere belasting van het stroomnetwerk met als opgave een zwaarder (wissel)stroomnetwerk aan te leggen. Om dat netwerk te ontlasten pleit D66 voor het aanleggen van een parallel netwerk voor gelijkstroom.

Dit ontlast niet alleen het bestaande stroomnetwerk, maar vergroot ook de mogelijkheden voor het opwekken van energie in wijkverband en het optimaliseren van een ‘smart grid’ met betrekking tot energievoorziening en voorkomt uitval van essentiële systemen bij overbelasting van het wisselstroomnetwerk.

Verder moet er wat ons betreft een plan komen voor een verhoging van de gemeentelijke dekking van openbare laadpalen voor elektrische voertuigen.

De gemeente heeft als taak het goede voorbeeld te geven en zijn eigen gebouwen te verduurzamen. Dit gaat uiteraard geld kosten. Veel van deze gebouwen worden verhuurd aan maatschappelijke instellingen. Deze instellingen hebben vaak niet het vermogen om een hogere huur te betalen om de kosten van verduurzaming te kunnen betalen.

De verduurzaming van gemeentelijk vastgoed moet als eenmalig project worden gefinancierd dat geen invloed mag hebben op de bestaande afspraken over de huur- of gebruiksovereenkomsten van dit vastgoed.

Hier kunnen we veel over zeggen, dat zullen we zeker doen, maar dan ik het kader van het afzonderlijke raadsvoorstel over dit onderwerp.

D66 heeft een duidelijke wens op het gebied inwonerbetrokkenheid. Wij denken aan andere vormen van participatie.

Een mooi voorbeeld is de Town Hall Meeting. Gewoon a-select inwoners uitnodigen om mee te praten over opgaven waar we voor staan. Belangrijk is dat wij als raad, ruimte laten voor inwoners en dat we rondom participatie met elkaar inspiratie opdoen.

Wij zien nog uit naar de Participatievisie, hoe staat het daar eigenlijk mee? En we gaan er van uit dat in die visie de leerervaringen met gelopen trajecten zijn betrokken. Met name het Waterfront, waar we over die leerervaringen nog gesprekken hebben gevoerd met de Commissaris van de Koning, die ons ook op het hart heeft gedrukt groot belang te hechten aan evaluaties.

Verder moet er wat D66 betreft een duidelijke lijn komen in de communicatie tussen gemeente en inwoners. De huidige kwaliteit is te wisselvallig, wij ontvangen veel klachten van inwoners die zich niet gehoord voelen of zich met een kluitje in het riet gestuurd voelen omdat de antwoorden niet toereikend zijn. Dat kan en mag niet gebeuren in een gemeente die als kernwaarde heeft Vertrouwen en de menselijke maat. Natuurlijk meepraten is niet je zin krijgen, maar het minste wat je mag verwachten is een helder en concreet ondubbelzinnig antwoord. Wat gaat het college hieraan doen?

Tenslotte: Samenwerking binnen de raad.

We zijn deze raadsperiode gestart met een in mijn woorden experiment, een unaniem gedragen raadsakkoord en een unaniem gedragen college. Onderweg bleek de auto waarin wij ons bevonden niet altijd gevuld met de juiste brandstof om de motor draaiende te houden. Toch is de motor blijven draaien en zijn we bijna gekomen tot onze bestemming, het einde van deze periode.

Het is goed om met elkaar te bespiegelen wat goed ging en minder goed. Om een goede overdracht te kunnen doen aan de nieuwe gemeenteraad in maart 2022. Een goed begin is immers het halve werk. Wat D66 betreft kijken wij uit naar deze bespiegeling. Dat is al opgepakt en daar kijk ik ook naar uit.

Rest mij de collega’s in de raad, het college en de ambtelijke organisatie te bedankten voor de samenwerking de afgelopen en de nog komende periode.