D66 Bezorgd om Whatsappende buurtteams.

D66 maakt zich zorgen om buurtteams die met cliënten Whatsappen. Het AD berichtte afgelopen donderdag dat buurtteams gebruik maken van deze communicatiedienst. De beveiliging van Whatsapp is niet in orde en D66 maakt zich zorgen over de privacygevoelige informatie die daar gedeeld wordt. Daarom stelde raadslid Roelant Rollingswier vanavond vragen aan het college: “Flexibel communiceren is belangrijk maar daarbij dient de privacy altijd voldoende gewaarborgd zijn!”

Privacy bescherming

Als populaire communicatiedienst heeft ook Whatsapp de afgelopen tijd onder druk gestaan voor betere privacy bescherming en beveiliging. Toch geven zij geen inzicht over in hoeverre zij gesprekken in kunnen zien en die informatie opslaan. Er zijn verbeteringen maar met name de beveiliging van de groepsgesprekken is nog niet in orde. Volgens privacy experts is dit een aanzienlijk risico voor zulke gevoelige informatie als gegevens over en contact met cliënten van de buurtteams.

College

Naar aanleiding van mondelinge vragen van D66 gaf het college meer toelichting. Het college is het met D66 eens dat Whatsapp niet geschikt is om privacy gevoelige informatie te delen is. Zij gebruiken de dienst slechts voor het verzetten van afspraken en andere niet privacy gevoelige informatie. Roelant Rollingswier: “We zijn blij dat het college onze zorgen serieus neemt en dat de buurtteams voldoende op de hoogte zijn over het gebruik van Whatsapp”

Privacy-Protocol

De gemeente is verantwoordelijk voor het bewaken van de privacy. Afgelopen jaar regelde D66 al dat er in de uitvoering van de nieuwe zorgtaken één privacy-protocol voor buurtteams zou komen. D66-raadslid Roelant Rollingswier: “De inspectie heeft gemeenten vorig jaar op de vingers getikt, omdat velen onzorgvuldig omspringen met persoonsgegevens. Er zijn inmiddels verbeteringen gedaan, maar we blijven kritische vragen stellen over de stand van zaken. D66 wil de zekerheid dat dit in Utrecht goed geregeld is. Laat ons als stad die voortrekkersrol nemen!”