Statenvergadering 7 juli 2021: ‘We memoreren de afstand die we hebben afgelegd’

Op woensdag 7 juli kwamen Provinciale Staten voor de laatste keer voorafgaand aan het zomerreces bijeen. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen hebben we aan de hand van de Kadernota 2021-2025 vooruitgekeken naar de kansen, uitdagingen en keuzes voor de provincie in de komende jaren. In dit artikel is de volledige bijdrage van onze fractievoorzitter Peter Gerrits te lezen.

Bekijk hier de woordvoering van fractievoorzitter Peter Gerrits

Beeld: Provincie Groningen

Trots op wat we
hebben bereikt

Voorzitter, we zijn nu halverwege deze zittingsperiode van de Staten. We maken geen balans op, we hebben immers nog een weg te gaan. Wat D66 wél wil memoreren is de afstand die we inmiddels hebben afgelegd. Om een paar belangrijke voorbeelden te benoemen, de start van het Nationaal Programma Groningen, het bereiken van het bestuursakkoord rondom de schadeafhandeling en versterking, het kunnen benutten van het Just Transition Fund en de inzet van de Noordelijke lobby, onder andere in het Deltaplan voor het Noorden. Diverse uitvoeringsprogramma’s zoals dat rondom de fiets maken de resultaten beschikbaar voor onze inwoners.

De herkenbare lijn

De inzet van dit College van Gedeputeerde Staten in deze Kadernota als het gaat om welvaart en welzijn, werkgelegenheid en economie en innovatie en duurzaamheid past bij de lijn die zo herkenbaar is ingezet. D66 is ervan overtuigd dat juist deze beleidslijn bepalend gaat zijn voor de toekomst van onze provincie.

De beleidslijn in deze vier jaar is ook een continue uitnodiging aan de noordelijke provincies, de gemeenten en andere partners om samen vorm te geven aan het nieuwe Groningen. We constateren dat deze uitnodiging is aangenomen, we zijn goed op weg. Zonder meer bemoedigend is de groei in werkgelegenheid en de groeiende behoefte aan nieuwe woningen in de voormalige krimpgebieden. Dat is goed voor het financiële resultaat van provincie en gemeenten, zie Blauwestad, maar nog belangrijker is het perspectief voor de toekomst en het draagvlak voor voorzieningen in alle delen van onze provincie.

Zet onze circulaire economie op de kaart

Naast economische groei en leefbaarheid hebben we onze verantwoordelijkheid voor het klimaat en het milieu. Belangrijk onderdeel daarvan is de bevordering van de circulaire economie. Het hoogwaardig hergebruik van materialen, duurzame waterwinning en hernieuwbare energiebronnen zijn enkele kenmerken van deze circulaire economie. De afgelopen jaren toont de provincie zich als een organisatie van geen woorden maar daden. Chemport, Het Schone Noorden, Circulair bouwen op de Suikerzijde en begin juni een complete weg van bio-asfalt tussen Siddeburen en Wagenborgen zijn voorbeelden van goed beleid in de provincie Groningen. Wél voorbeelden die enigszins verspreid zijn over de sectoren en het zijn afzonderlijke projecten in een verschillend tempo. Daarom wil D66 het College uitdagen om circulariteit duidelijker en integraler als thema te communiceren en daarmee Groningen ook op dit terrein goed op de kaart te zetten. Groningen verdient het dat alle sectoren en regio’s goed weten welke economische kansen en milieuwinst circulariteit biedt. Hoe staat het College tegenover een dergelijke uitdaging?

Oproepen om de uitvoering verder te verbeteren

De coronacrisis heeft op onderdelen gezorgd voor – enige – vertraging van de uitvoering van onze doelstellingen. We hopen dat we vanaf nu weer volle bak vooruit kunnen, we blijven waakzaam en geven prioriteit aan het welzijn en de gezondheid van onze inwoners.
Samen vormgeven aan Groningen is ook het zoeken van verbeteringen in de uitvoering van ons programma. Samen met GroenLinks, het CDA en de ChristenUnie dienen wij moties in. Die gaan over de volgende onderwerpen:

  • We stellen samen met GroenLinks voor om een vierjaarlijks overzicht van reserves en voorzieningen te maken die ons de mogelijkheid geeft om te sturen op de allocatie van middelen, afgezet tegen de verplichtingen waarvoor deze reserves en voorzieningen worden aangehouden. GroenLinks dient deze motie in.
  • Het aanbod aan werk en de bijbehorende carrièrekansen groeien in onze provincie. Tegelijkertijd stemmen we met onze partners de opleidingen af op deze groeikansen, zodat Groningers kunnen profiteren van de nieuwe banen en bedrijven op tijd medewerkers kunnen aantrekken met de juiste opleiding. We willen bevorderen dat onze inwoners voor opleidingen kiezen, met daarbij de actuele informatie over de baankansen die bij die opleiding horen. Daar willen we méér over communiceren en daar dient het CDA een motie over in. In de uitvoering van deze motie kan de SER Noord-Nederland een rol spelen, als samenwerkingsverband van de sociale partners.
  • Voorzitter, wij zien dingen graag in samenhang. Sport, recreatie, mobiliteit en toerisme. Gezondheid en de aantrekkingskracht van onze provincie. Die kunnen samenkomen in een project dat fietsbergen creëert. We hebben gezien dat een ‘Col du VAM’ in Drenthe met de organisatie van een NK wielrennen een uithangbord voor de provincie is geworden.
  • Bij het maken van de motie, samen met de ChristenUnie, hebben we ambtelijke ondersteuning gehad van de fietsambtenaren binnen de provincie. Ook hebben we gepeild in hoeverre wielerverenigingen in de provincie het plan steunen. Iedereen heeft het erover. Er zijn veel enthousiaste reacties binnengekomen met ook al de nodige suggesties. Die geven we graag mee wanneer wordt gestart met het onderzoek. En we willen graag dat deze en andere verenigingen, net als omwonenden, bedrijven en maatschappelijke partners, actief betrokken worden bij het onderzoek en de eventuele verdere uitwerking van de plannen.
  • Potentiële fietsbergen liggen in Usquert, Veendam en de gemeente Groningen. Onderzoek naar de mogelijkheden vindt natuurlijk plaats samen met de betreffende gemeenten, we hebben ook dáár al positieve reacties op gehad, bijvoorbeeld met publicaties uit Usquert. Gemeenten kunnen dat echter lastig alleen, daarom willen we dat als provincie samen met hen organiseren.
  • We willen graag, mét de ChristenUnie, onderzoeken wat de kansen zijn voor een fietsberg en waar en hoe we dat in onze provincie zouden kunnen realiseren. De kosten voor dit onderzoek zijn beperkt en bekend. De kosten voor de realisatie zijn natuurlijk een ander verhaal, daar gaat deze motie niet over. Duidelijk is dat we in fasen moeten werken, en we gebruik maken van de middelen van samenwerkende partners. Daar zijn we creatief in, in Groningen.