Begrotingsdebat en Statenvergadering 13 november 2019

Op woensdag 13 november heeft de Provinciale Statenvergadering plaatsgevonden. Een goedgevulde agenda bevatte onder andere de Provinciale Begroting voor 2020, de vergunningverlening op gebied van stikstofuitstoot, het beleidskader voor cultuur, het Nationaal Programma Groningen en het Klimaatakkoord. Het werd dan ook een lange vergadering van meer dan dertien uur.

Beeld: Pixabay

Begroting 2020

D66 is heel tevreden met de begroting. We zien dat het collegeakkoord omgezet is in concrete actie. We zetten grote stappen op het gebied van bereikbaarheid, werk en duurzaamheid. Voor de uitvoering van het programma zijn de problemen rond PFAS en de PAS risicovol, maar de Statenfractie van D66 ziet nog steeds goede mogelijkheden de gestelde doelen te bereiken. Dat kan met zorgvuldig en vooral daadkrachtig besturen.

Stikstofproblematiek

De problemen rondom stikstofuitstoot zijn op 13 november ook besproken in de Staten. Op dezelfde dag werden de kabinetsplannen gepresenteerd die tot een oplossing van deze problemen moeten leiden. In afwachting van deze oplossing steunt D66 de provinciaal gekozen koers en beleidsregels. Daarmee kunnen namelijk, al is het dan onder strikte voorwaarden, vergunningen worden afgegeven voor de bouw van woningen, stallen en fietspaden. In provincies zonder beleidsregels kan dat allemaal niet. Daar komt men nu geen stap verder. In Groningen wel. D66 is voorstander van een combinatie van maatregelen: verlaging van de stikstofuitstoot, stimulering van kringlooplandbouw en een duidelijk loket waarachter de maatregelen georganiseerd zijn. De stikstofproblemen zijn van ons allemaal, en D66 wil ze dan ook gezamenlijk oplossen. D66 wil de energie die nu in protesteren zit gebruiken om een duurzame toekomst voor zowel de landbouw- als de bouwsector te bouwen.

Cultuur

Voor D66 is het behoud van erfgoed en de ontwikkeling van nieuwe uitdagende cultuur van groot belang. Het levert namelijk een grote bijdrage aan de leefbaarheid in onze provincie. Cultuur verbindt ons met de plek waar we leven. De kadernota cultuur geeft hier mogelijkheden voor. Carin Tappel heeft in het debat namens D66 aangegeven dat er drie zaken extra aandacht verdienen: betere toegang tot subsidies voor nieuw talent, betere toegang tot cultuur in brede zin, vooral ook in het Ommeland, en tot slot cultuureducatie voor alle opleidingsniveaus. Landelijk heeft D66 tachtig miljoen euro extra in de rijksbegroting voor cultuur gerealiseerd. Met de door ons ingediende motie ‘Cultuurlobby voor extra rijksmiddelen’ is het College door de Staten opgeroepen een deel van deze middelen ten goede te laten komen aan de Groningse infrastructuur voor cultuur. Daarmee kan de positieve invloed die de cultuursector heeft op de leefbaarheid in onze provincie worden vergroot.

Er is een goed proces gevolgd om het kader voor het programmakader vast te stellen. De door D66 ingediende motie van 10 juli, bijna unaniem aangenomen door de Provinciale Staten, heeft richting gegeven aan de gestelde ambities. We hebben nu een helder verhaal waarmee Groningen verder kan. Alleen het imago van Groningen kan wat D66 nog beter verwoord. Het imago moet bestaan uit een drieslag: het aantal tijdelijke bezoekers, het aantal mensen dat zich hier permanent vestigt en het aantal jaren dat Groningers in goede gezondheid leven. Groningen moet het imago hebben dat het hier goed wonen en leven is. Het aangenomen programmakader gaat daar perspectief op bieden.

Het Klimaatakkoord is dan nu eindelijk daar: idealen over een duurzame wereld gevat in polderafspraken en ambtelijke taal in bijna 300 pagina’s. Er zal zeker in de toekomst nog wat bij moeten, maar Nederland gaat de klimaatdoelstellingen halen. D66 is daar bijzonder blij mee, ook al realiseren we ons dat het grote werk nu pas gaat beginnen. Dat grote werk omvat ook de ondersteuning van gemeenten en woningbouwcorporaties bij hun antwoord op de klimaatuitdagingen. Met hen moeten we zij aan zij optrekken om onze erfenis aan de wereld een duurzame te maken.

D66 heeft moeite met de ruimere jachtperiode die in het plan is opgenomen. Dit kan namelijk betekenen dat drachtige en jonge vossen ook bejaagd worden. Toch hebben we ingestemd met het aangenomen beheerplan. Vertraging ervan kan namelijk betekenen dat andere dieren, waaronder weidevogels, minder kansen krijgen.