Meer zeggenschap voor het parlement

De eerste tranche van de wijziging van de Wet publieke gezondheid (Wpg) is met 49 stemmen voor en 24 stemmen tegen aangenomen. Deze wetswijziging regelt de parlementaire controle als er maatregelen moeten worden genomen om een nieuwe pandemie te bestrijden. Zonder dit wetsvoorstel zou dat slechter geregeld zijn: met noodverordeningen en tijdelijke wetgeving. Het is belangrijk dat er nú wordt gezorgd voor een wettelijke en democratische grondslag om maatregelen te kunnen nemen, zodat we voorbereid zijn op een nieuwe pandemie. De kern van het betoog van Eerste Kamerlid en professor Health Care Peter van der Voort voor D66 was dat eventuele maatregelen proportioneel en effectief moeten zijn.

Beeld: Hans Kouwenhoven/Eerste Kamer

Urgent

Als arts op de intensive care heeft Van der Voort direct ervaren hoe urgent een pandemie is en hoe noodzakelijk het dan is om als overheid instrumenten te hebben om maatregelen te kunnen nemen. Tijdens de pandemie zijn er maatregelen genomen die weliswaar diep ingrepen in de (bewegings)vrijheid van mensen, maar nodig waren om elkaar te beschermen. Deze werden ingevoerd met noodverordeningen en een Tijdelijke Wet Maatregelen die tot vijf keer toe werd verlengd – tot de Eerste Kamer een zesde verlenging tegenhield en een betere wettelijke en democratische verankering van de maatregelen eiste. Deze wijziging van de Wpg zorgt nu voor die solide wettelijke basis.

Proportionaliteit en effectiviteit

“Het is van belang dat de overheid van de burgers het vertrouwen krijgt dat de maatregelen alleen proportioneel worden ingezet”, aldus Van der Voort. Proportionaliteit betekent dat het doel in verhouding moet staan met het middel. Lastig hierbij is dat vooraf nooit precies kan worden ingeschat of een maatregel in de praktijk effectief zal zijn. We kunnen lessen trekken uit de evaluatie van de coronapandemie, maar een volgende pandemie kan zich anders verspreiden en andere mensen treffen. Daardoor kunnen andere maatregelen nodig zijn. De politiek moet voortdurend de negatieve gevolgen van de ziekte voor de samenleving en van het inperken van individuele vrijheden afwegen. Peter van der Voort: “Het gaat erom dat je als regering maatregelen neemt die redelijkerwijs effectief zijn om het doel te bereiken wat je wilt. Dat is volgens mij waarvoor wij nu maatregelen in de wet gaan vastleggen”. Hij vroeg minister Kuipers daarom naar de gevolgen van de woorden “daadwerkelijk effectief”, die met een amendement aan het wetsvoorstel zijn toegevoegd. Minister Kuipers antwoordde dat met de woorden bedoeld wordt dat aan de geschiktheid van de maatregelen nadrukkelijke aandacht moet worden gegeven en deze niet zomaar kan worden aangenomen.

Slapende wet

De Wet publieke gezondheid is een slapende wet, die pas in werking treedt als er een nieuwe pandemie uitbreekt. Maar in de tussentijd kan de overheid met goed preventiebeleid de risico’s op ernstige ziekte bij een nieuwe pandemie tegengaan. Bij verschillende ziektes – influenza, SARS-1, MERS en SARS-CoV- bleek overgewicht een risicofactor. “De beste preventie en pandemische paraatheid is dan ook een slanke bevolking”, concludeerde Peter van der Voort.