Joris Backer: “Onze toekomst en die van onze kinderen is onlosmakelijk verbonden met Europa en Europese samenwerking”

Op 18 april vonden de Algemene Europese Beschouwingen plaats, waarin de Eerste Kamer reageerde op de Staat van de Europese Unie van de regering. Joris Backer voerde namens D66 het woord. Hij spoorde minister Hoekstra aan om leiderschap te tonen in de Europese Unie en Europese samenwerking.

Beeld: Hans Kouwenhoven/Eerste Kamer

Progressie en regressie

Senator Backer verwelkomde eerst de vooruitgang in de inzet van de Nederlandse regering in Europa: vergeleken met een aantal jaar geleden “zien we nu een regering met een hervonden vertrouwen in de Europese Unie”. Nederland is actiever en constructiever geworden in Brussel. Maar oude gewoonten slijten langzaam. De reactie van de minister op het voorstel van de Europese Commissie om de natuur en biodiversiteit te beschermen toont onvoldoende ambitie. Op het gebied van natuurbehoud ontbreekt het de minister aan de discipline waar hij andere lidstaten in het verleden op wees.

Europese samenwerking

De Europese Unie doorstond de afgelopen decennia een banken- en een eurocrisis, een migratiecrisis en de coronapandemie, en wordt nu geconfronteerd met de militaire invasie van Oekraïne door Rusland en op de achtergrond een hybride oorlog. Senator Backer: “Het hoopgevende is dat er in elke crisis een kans was om Europese oplossingen te zoeken, gebaseerd op gemeenschappelijke waarden, en niet op regels; principle-based, not rule-based“. De les van deze crises is dat de Nederlandse burger steeds kwetsbaarder wordt als er in Europa niet wordt samengewerkt. Nederland heeft een rol te spelen in die samenwerking: “Wij hebben er belang bij om als kok in de keuken te staan en niet pas aan tafel te ontdekken wat er op het menu staat”, aldus senator Backer. Hij vroeg de minister naar zijn inzet op verdere sociaaleconomische samenwerking en verdere defensiesamenwerking. Minister Hoekstra sprak voorzichtig zijn steun uit voor intensievere defensiesamenwerking van Europese landen binnen de NAVO.

“Ik zou willen dat mijn kleinkinderen en hun kinderen zeggen: er is een fundament gelegd voor een Europese Unie die ons beschermt, waarin wij ons vrij voelen, en waarin wij ons kunnen ontplooien. Hoe mooi zou dat zijn”

Een democratische toekomst

De overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking wil verder met Europa. Voor D66 is het van belang dat de Europese Unie van de toekomst niet alleen een unie van democratische staten is, maar zelf ook democratisch functioneert. De democratische verantwoording en tegenmacht moet beter worden georganiseerd, met volwaardige bevoegdheden voor het Europees Parlement. Joris Backer sloot af: “Ik zou willen dat mijn kleinkinderen en hun kinderen zeggen: in elk geval is er in die jaren een fundament gelegd voor een verdere Europese integratie die ons doet gaan van de geopolitieke verweesdheid naar een volwassen, democratische, politieke unie die ons beschermt, waarin wij ons vrij voelen in verbondenheid, en waarin wij ons kunnen ontplooien. Hoe mooi zou dat zijn”.