D66 deelt deze zorgen en heeft de volgende vragen aan het college:
1. Heeft u bovenstaand artikel gelezen?
2. Bent u bekend met genoemde casus uit Delft?
3. Bent u het met ons eens dat deze werkwijze onwenselijk is?
4. Zo ja, waarom heeft u dan doorgeprocedeerd tot de Hoge Raad?
5. U geeft aan inmiddels maatregelen te hebben genomen. Kunt u aangeven vanaf wanneer u welke maatregelen heeft genomen?
6. Een dergelijke manier van met mensen omgaan heeft onherroepelijk een grote impact op iemands leven. Heeft de genoemde mevrouw compensatie gekregen voor deze gevolgen, zo ja, welke?
7. Zijn er vergelijkbare gevallen bekend in Delft? Zo ja, om hoeveel gevallen gaat het en zijn deze gevallen ook gecompenseerd?