D66 Delft lanceert studentenvisie
Op vrijdag 13 oktober presenteerden Brendan Analikwu en Bastiaan van der Hoeven de D66 Delft studentenvisie aan de afdeling en betrokkenen. “Naar een rijke studententijd” is het resultaat van een half jaar gesprekken voeren en bevat concrete voorstellen om Delft als studentenstad vooruit te helpen. Raadslid Analikwu: “We stellen voor om een verkameringsplafond in te voeren, realistischer om te gaan met drugs, de tram ook in de avond over de campus te laten rijden en een feestelijke introductie voor MBO-studenten te organiseren. Zo verrijken we de studietijd voor iedere Delftse student.”
Aanleiding studentenvisie
Bij student zijn komt veel meer kijken dan alleen studeren. Het is een tijd van ontwikkeling en jongvolwassenheid. De ruimte vinden voor deze ontwikkeling en ontplooiing is soms knap lastig. De toenemende prestatiedruk, krappe woningmarkt en het dalende welzijn helpen daarbij niet. De gemeente Delft kan die trends niet omkeren, maar op verschillende onderwerpen kunnen we wel bijsturen op verbetering. Daarom lanceert de fractie van D66 Delft met haar studentenvisie tientallen voorstellen om studentenstad Delft vooruit te helpen.
Wat gaat dit betekenen voor Delft?
De studentenvisie zet in op verbeteringen op het gebied van huisvesting, welzijn, mobiliteit en de ontvangst van internationale studenten. Als het gaat om welzijn zet D66 o.a. in op de invoering van een meldingsapp tegen straatintimidatie, een drugstestpunt en voldoende studentenpsychologen bij de onderwijsinstellingen. Daarnaast bevat het visiestuk voorstellen op het gebied van mobiliteit, met goed bereikbare onderwijsgebouwen en een volwassen station Delft Campus als doel, en wordt er ingezet op een landingspagina voor internationale studenten.
De grootste lijst voorstellen staat echter onder het kopje huisvesting. Fractiemedewerker Van der Hoeven: “Studenten verdienen een fijn en passend thuis. Daarom pakken we huisjesmelkers aan, zetten we in op een goede mix van zelfstandige/onzelfstandige woningen en is verkamering geen taboe.”