Jeugdzorg

De overheveling van jeugdzorg naar de gemeenten in 2014 is gepaard gegaan met een bezuiniging van structureel 450 miljoen euro. Sindsdien zijn de gemeentelijke uitgaven aan jeugdzorg met ruim 50% gestegen. Dit komt omdat er een groter beroep op jeugdzorg wordt gedaan: rond 2000 kreeg jaarlijks gemiddeld 1 op de 27 kinderen jeugdzorg, inmiddels is dat 1 op 8. Bovendien blijft de uitstroom achter en de gemiddelde duur van hulptrajecten en de kosten per voorziening stijgen.

Deels is dit een gevolg van het feit dat gemeenten zorgbehoevende jongeren eerder en beter weten te bereiken, maar het komt ook door maatschappelijke ontwikkelingen (bijv. vechtscheidingen,
maatschappelijke prestatiedruk) en doordat relatief lichte problemen eerder worden geproblematiseerd. Soms ontbreekt het lokale teams aan ‘doorverwijskennis’. Ze zouden te snel doorverwijzen naar specialistische hulp, of juist te langzaam waardoor de problematiek verergert.

D66 wil leren van gemeenten waar het financieel wél goed gaat. Deze hebben het volgende gemeen: een scherpe visie op wat jeugdzorg zou moeten inhouden en aan wie ze het aanbieden. Ook wordt de
toegang er bemand door hoogopgeleide specialisten die zorg toewijzen en vervolgens óók de voortgang bewaken. Tot slot zitten gemeenten en de zorgaanbieders met elkaar op één lijn qua visie
op zorg.
Daarom wil D66:

  • Ontwikkeling van een gemeentelijk visie op wat passende basis-jeugdzorg is en wat bij de gemeente thuishoort en niet, en dat de gemeente hiernaar handelt
  • Dat er gebruik wordt gemaakt van specialisten die sturen op het toekennen van voorzieningen, maar ook op het tijdig afschalen ervan.
  • Vroegtijdig en compleet inzicht van de uitgaven in de jeugdzorg
  • In regionaal verband goede afspraken over de inkoop van jeugdzorg
  • Dat ouders goed geïnformeerd worden over opties en het verloop van trajecten
  • Dat er marktconforme tarieven worden betaald aan zorgprofessionals
  • Promotie van de mogelijkheid om ondersteuning bij de opvoeding te krijgen of aan te bieden via het project ‘buurtgezinnen’.