Ruimte voor verbeelding: investeren in toekomst van Theater a/d Rijn

Vanavond spreekt de Arnhemse raad over de Uitgangspuntennota Cultuurbeleid. Voor D66 is dit hét moment om niet alleen mooie woorden te delen, maar ook concrete keuzes te maken. Daarom dienen we samen met PvdD, VVD, GroenLinks en PvdA de motie ‘Toekomstperspectief Theater aan de Rijn’ in. Een motie die draait om ruimte geven aan makers, aan talent en aan de maatschappelijke kracht van kunst.

Kunst als fundament van de samenleving

“Kunst geeft ons lucht en opent de geest,” zei raadslid Mattijs Loor tijdens de bespreking. Voor D66 is kunst geen luxe, maar een basisvoorziening. Zeker cultuureducatie en het actief meedoen aan kunst zijn essentieel. Mattijs verwees daarbij naar UNESCO, dat kunsteducatie bestempelt als “essential, not nice to have”. Juist in een stad als Arnhem, met zoveel diversiteit en creativiteit, is investeren in kunst investeren in samenleven.

Meedoen maakt het verschil

De waarde van kunst zit niet alleen in het eindresultaat, maar vooral in het proces. In projecten waarin mensen samen kunst maken, ontstaat begrip en verbinding. Kunst helpt, volgens Loor, om maatschappelijke vraagstukken te benaderen vanuit gevoel én verbeelding. Of, zoals het recent bij een bijeenkomst van UNESCO in Arnhem treffend werd verwoord: “Meer poëzie maakt de zwaarte lichter.”

Een toekomst voor talent in Arnhem

Die visie vraagt ook om passende plekken. Theater a/d Rijn is dé broedplaats voor professionele talentontwikkeling in theater en dans in Oost-Nederland. Bovendien is het bij uitstek een plek waar nieuwe vormen van kunst en nieuwe, jonge doelgroepen elkaar vinden. De groei en vernieuwing daar vragen om betere huisvesting. Met een motie vraagt D66 het college om samen met Theater a/d Rijn en partners te werken aan een toekomstbestendige oplossing. Snelheid is belangrijk, maar kwaliteit ook. Wat D66 betreft staat één ding vast: Arnhem moet een stad blijven waar nieuw talent kan groeien. En waar visie wordt omgezet in daden.

De motie werd op 17 december met ruime meerderheid aangenomen.

Beeld: Theater a/d Rijn