Mattijs Loor:
Deze excuses zijn nodig.
We moeten ons blijven beseffen dat een flink deel van de welvaart en de schoonheid van het Arnhem van nu, zijn oorsprong vindt in de uitbuiting van medemensen. Het Arnhemse stadsbestuur was daarbij rechtstreeks betrokken.
We moeten ons blijven beseffen dat onze parken en landgoederen, maar ook de mooie plek van ons museum of de fraaiste straten van sommige wijken deels betaald zijn door anderen hun menselijkheid af te nemen.
We moeten ons beseffen dat jonge kinderen van kleur in deze stad nog steeds opgroeien in een samenleving die gevormd is door ongelijkheid, door racisme, en waarin het onderscheid op basis van afkomst nog maar zelden helemaal uitgebannen is.
Dit verleden eindigt niet met excuses. Maar het besef van onze Arnhemse rol en verantwoordelijkheid begint met excuses.
Een besef dat extra betekenisvol is, nu in de regering van dit land politici deelnemen die het verleden eerder goedpraten dan verafschuwen.
Het verleden vraagt van ons nu een extra inzet voor een Arnhem waarin iedereen zichzelf kan zijn, mens kan zijn. Waarin we de sporen van een racistisch koloniaal verleden niet uitwissen, maar wel benoemen en onder ogen zien. En waarin we de gevolgen ervan in de samenleving van vandaag iedere dag bestrijden.
Zodat we echt gelijk, echt vrij en werkelijk samen Arnhemmers zijn.
Tijden zijn veranderd, maar er is nog veel werk te doen. En dat begint met excuses.