Wonen

Amsterdam is een populaire stad in binnen en buitenland. Het aantal Amsterdammers groeit en de vraag naar woningen neemt toe. Mede hierdoor rijzen de huizenprijzen de pan uit. Amsterdammers kunnen het financieel niet of amper meer veroorloven in de stad te blijven wonen. Vooral middeninkomens zijn de dupe van de woningcrisis. Zij verdienen te veel voor sociale huur maar kunnen de vrije markt niet betalen. D66 wil de mogelijkheden voor huisvesting voor de middeninkomens maar ook voor iedere andere Amsterdammer uitbreiden. Dit doen we door recordlevels te bouwen, doorstroom te faciliteren en de vrije markt te reguleren waar dat in onze macht ligt. De opkoopbescherming na een motie van D66 is hier een goed voorbeeld van. 

Wonen 

De keuzes die we vandaag op de woningmarkt maken, bepalen hoe de stad van morgen eruitziet. Net als heel veel Amsterdammers maakt ook D66 zich zorgen over die stad van morgen, waarin wonen in Amsterdam voor veel mensen steeds onbereikbaarder wordt. Als de woningmarkt niet snel meer in balans komt, dreigt Amsterdam een stad te worden die haar muren optrekt, in plaats van haar deuren openzet. 

Jongeren blijven gedwongen langer thuis wonen. Kopers komen er zonder een zak spaargeld niet meer tussen. Bij de keuze voor huur is er slechts één smaak: duur. Omdat ze geen kant op kunnen, blijven sociale huurders zitten waar ze zitten. De ongelijkheid tussen ‘insiders’ en ‘outsiders’ op de woningmarkt neemt toe. Niet alleen in woonzekerheid, woonlasten en vermogensopbouw, maar ook in levensgeluk en bestaanszekerheid. 

De woningbouwopgave stelt het gemeentebestuur voor uitdagingen van een ongekende omvang en complexiteit. De woningmarkt is oververhit, klimaatadaptieve maatregelen zijn onontkoombaar en urgent en de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad moet flink op stoom komen. 

We gaan bouwen als nooit tevoren, maar helaas is de realiteit dat alleen bouwen, bouwen, bouwen niet zorgt voor een eerlijkere woningmarkt. We realiseren ons dat de woningmarkt slecht werkt voor vele Amsterdammers en reguleren noodzakelijk is. Samen met bewoners, corporaties, beleggers, investeerders, bouwen we aan de stad van morgen waar iedereen ongeacht zijn of haar inkomen een gelijke kans maakt op een woning. Om daarvoor te zorgen leggen we de absolute prioriteit bij woningen voor middeninkomens omdat Amsterdam anders een stad van arm of rijk met niks ertussenin dreigt te worden. Om de woningmarkt van het slot te krijgen is het ook noodzakelijk te zorgen dat de doorstroming op gang komt en mensen kunnen verhuizen naar woningen die het beste bij hun leefsituatie passen, zodat er genoeg woningen vrijkomen voor woningzoekenden in de stad en de wachtlijsten naar beneden gaan.

  • Wil je ons uitgebreide Woonprogramma 2022-2026 lezen? Klik dan hier!

Bouwen en reguleren 

We zorgen voor betaalbare woningen in alle segmenten door de bestaande voorraad waar dat kan te reguleren en de bouwproductie op te schroeven. 

  • We zetten in op de bouw van 9.000 woningen per jaar, met een woningbouwprogrammering van 30% sociale huur, 40% middenhuur en -koop, en 30% huur en koop in het hogere segment.
  • We voegen meer woningen uit het middensegment in verhouding tot sociaal toe. Dit segment is momenteel in de stad onvoldoende beschikbaar, terwijl met name dit segment bijdraagt aan doorstroming vanuit de sociale huursector.
  • In het middensegment reserveren we 30% voor sociale koopwoningen tot € 325.000.
  • We zorgen ervoor dat 50% van de nieuw te bouwen woningen betaalbaar en beschikbaar wordt voor middeninkomens (€35.000 – €70.000 bruto-inkomen per jaar).
  • De wachttijd voor een sociale huurwoning is 13 jaar. Dat willen we terugdringen. Oplossingen zien we in de nieuwbouw – 30% van het totaal aantal nieuwe woningen –maar ook in het bevorderen van doorstroming in de bestaande voorraad.
  • We oormerken 30% van de nieuwe woningen in het sociale segment voor jongeren en studenten.
  • Bij nieuwbouw hebben we speciale aandacht voor starters en gezinnen. We kijken hierbij scherp naar de grote van de woning, de benodigde voorzieningen en de betaalbaarheid.
  • Met 30% nieuwbouw in het hogere segment voor koop en huur kunnen er – ondanks een gemeentelijke bezuinigingsopgave – toch voldoende grondopbrengsten zijn om komende jaren door te blijven bouwen.
  • We breiden de voorrangsregeling voor cruciale beroepen fors uit in sociaal en middenhuur, met specifieke aandacht voor leraren om het lerarentekort op te lossen. We onderzoeken mogelijkheden voorrang te geven bij het kopen van een woning.
  • Huizen zijn er om in te wonen. We zorgen voor opkoopbescherming van goedkope en middeldure huizen in de hele stad doormiddel van de woonplicht.
  • Koopwoningen vergen extra inzet in bouw en regulering. We gaan meer betaalbare koopwoningen realiseren. Voor nieuwbouw-koopwoningen voeren we een woonplicht in.
  • Waar mogelijk zorgen we voor een antispeculatiebeding bij de verkoop van woningen.
  • Particuliere vakantieverhuur blijft alleen mogelijk met een vergunning en wordt in drukke wijken niet toegestaan. In de rest van de stad blijft het maximum aantal nachten dertig.
  • We blijven ons sterk maken bij de Rijksoverheid voor het reguleren van huurprijzen in het middensegment en zullen in Amsterdam alle middelen die wij tot onze beschikking hebben inzetten voor het reguleren van het middensegment.

Versnellen en verdichten 

We zien veel kansen voor versnelling van het planproces, onder meer door de volgende maatregelen:

  • We vereenvoudigen het eisenpakket bij nieuwbouw.
  • We hanteren vaste grondprijzen voor het middensegment, gekoppeld aan vaste voorwaarden ten aanzien van aanvangshuur, huurstijging, oppervlakte en exploitatietermijn.
  • We stimuleren samenwerking tussen de gemeente, woningcorporaties en marktpartijen op basis van gelijkwaardigheid en maken prestatieafspraken over bouwaantallen, betaalbaarheid en duurzaamheid.
  • Er komen transparante grondprijsberekeningen en reële bouwkostenramingen o.b.v. het totale pakket aan wettelijke en gemeentelijke eisen.
  • Wooncoöperaties krijgen de ruimte. De gemeente stimuleert ontwikkelaars innovatieve bouwtechnieken en bouwmethoden in te zetten, om zo bouwkosten te beperken en het bouwtempo te versnellen.
  • Meer modulematig en industrieel (fabrieksmatig) te bouwen. Daarmee kan tegen lagere kosten een hogere productie gerealiseerd worden.
  • De verplichte menging van financieringscategorieën binnen één gebouw laten we los. Per gebied (22+1 gebieden) wordt toegevoegd wat er nodig is voor een gemengde buurt. Door te verdichten in bestaande buurten en sloop met nieuwbouw in hogere dichtheden, kunnen we heel veel nieuwe woningbouw inpassen.
  • De hoogte in – zeker rondom ov-knooppunten – of het water op.
  • In bestaande buurten is bijzondere aandacht voor het bouwen van nieuwe woningen voor senioren. Daarmee hopen we mogelijk te maken dat mensen ouder worden en (beter) doorstromen binnen de eigen buurt. Tegelijkertijd komen daardoor meer (grotere) betaalbare woningen voor gezinnen en starters beschikbaar.

Doorstromen

Kansen voor meer beschikbare en betaalbare woningen voor jongeren, gezinnen en starters liggen ook in het creëren van doorstroming in de bestaande woningvoorraad.

  • We willen de doorstroming via de regeling ‘Van groot naar beter’ stimuleren, door een hogere verhuispremie, professionele wooncoaches, een publiekscampagne en regionale toepassing.
  • We maken afspraken met corporaties over de doorstroom van sociale huur naar middenhuur en verkoop met voorrang aan huurders. Dat zal met name interessant zijn voor de ca. 12% ‘scheefhuurders’. Omdat zij vaak geen kant op kunnen, biedt dit reële kans op doorstroming.
  • Door verkoop neemt de bestaande sociale huurvoorraad (tijdelijk) af. Daar staat tegenover dat voor elke verkochte woning, een corporatie 1,5 à 2 nieuwe woningen kan bouwen. Per saldo leidt dit tot groei. Over verkoop en nieuwbouw maken we afspraken met corporaties. Als het percentage sociale huurwoningen in een buurt onder de 30% komt, wordt er in principe niet meer verkocht. Onder de 45% past terughoudendheid. 
  • Woningdelen voor drie personen wordt mogelijk gemaakt zonder vergunning.
  • In geval van overlijden van een ouder wordt het gemakkelijker een sociale huurwoning over te dragen.
  • Transformatie van kantoren of winkels tot woningen, door panden op te toppen met bijvoorbeeld lichtere houten constructies, wonen boven winkels uitbreiden en intensiveren, en locaties waar (nog) geen permanente woonbestemming op kan tijdelijk voor wonen te bestemmen.

Verduurzaming

We willen naar een CO2-neutrale gebouwde omgeving. Wat D66 betreft, ligt de prioriteit voor komende jaren dan ook op wat overal wèl kan, wat betaalbaar is en snel effect sorteert.

  • Isoleren is hét sleutelwoord om ons energieverbruik te verminderen. Er komt een stedelijk isolatieprogramma met onderwijsinstellingen dat werkgelegenheid bevordert.
  • Door huizen beter te isoleren dringen we aardgasgebruik fors terug. Juist in Amsterdam, waar relatief veel oude bebouwing is, valt daardoor enorme klimaatwinst te behalen.
  • Door (tussen)oplossingen zoals hybride warmtepompen en elektrisch koken kan extra aardgas bespaard worden.
  • We helpen vve’s bij verduurzaming van woningen en versoepelen de voorwaarden voor een duurzaamheidslening.
  • D66 stimuleert de aanleg van duurzame daken: groene daken die werken op zonne164 energie en biodiversiteit en klimaatadaptatie bevorderen.
  • Amsterdam zet een GroeneDaken-fonds op. Amsterdammers kunnen een aandeel kopen.
    o Zij ontvangen jaarlijks meer rente dan dat zij nu op hun spaarrekening krijgen. Hierdoor verdienen huiseigenaren, vve’s, bedrijven en woning coöperaties aan het verhuren (en vergroenen) van hun dak (zonder een investering van tijd en geld); 
    o Het fonds realiseert zo groene daken, terwijl investeerders en dak bezitters er beide aan verdienen. Dat is goed voor de economie én goed voor het klimaat;
    o Duurzaamheidsmakelaars van het GroeneDaken-fonds brengen alle geschikte daken in kaart en huren deze van de eigenaar. Naast isoleren.

Bijzondere doelgroepen

Naast de voorrangsregeling voor cruciale beroepen, zoals leraar, agent en verpleger, krijgen ook andere groepen die niet op eigen kracht een woning kunnen bemachtigen, krijgen eveneens voorrang. Ook zij hebben recht op een fijn thuis. Dat zijn statushouders, mensen die vanuit een instelling (weer) zelfstandig gaan wonen en sociaal-medische urgenten. Housing First draagt bij aan het terugdringen van dakloosheid. Daarnaast worden er woonconcepten onderzocht om dakloosheid te voorkomen of op te lossen. Met corporaties maken we afspraken over draagvlak en draagkracht in buurten. Zorg- en welzijnsinstellingen en de buurtteams zorgen voor passende begeleiding. Daarvoor worden voldoende financiële middelen gereserveerd. Het uitgangspunt blijft dat minstens 50% van de woningen wordt toegewezen aan ‘reguliere’ woningzoekenden.