Samen onderweg: deelmobiliteit en openbaar vervoer

Het delen van de verkeersopties heeft de toekomst. Op die manier kunnen we de infrastructuur zoveel mogelijk ontlasten. D66 zet daarom in op Openbaar Vervoer en deelmobiliteit, met als uitgangspunt dat beide voor iedereen zo toegankelijk mogelijk zijn.

  • De coronacrisis en -maatregelen hebben enorme impact gehad op het openbaar vervoer. Er is voor miljoenen euro’s verlies geleden. D66 pleit ervoor om geen onherstel-bare ingrepen in het lijnennetwerk te doen, en bestaande lijnen zoveel mogelijk behouden.
  • We zetten ons in voor inclusief ontwerpen. Daarbij wordt aan de voorkant al gekeken naar het creëren van mobiliteit voor iedereen, in plaats van halfslachtige aanpassingen achteraf.
  • Zelfstandig reizen is niet voor iedereen gemakkelijk. We zetten ov-coaches in die mensen begeleiden om uiteindelijk zelfstandig het ov te kunnen gebruiken.
  • Ook tijdens bouwwerkzaamheden moet de toegankelijkheid van de vervoersopties voor iedereen gewaarborgd blijven.
  • We stimuleren deelmobiliteit door vergunning te versnellen. Daarnaast stellen we ruimte beschikbaar op slimme plekken waar je bijvoorbeeld een deelfiets (of e-bike) kunt gebruiken of een gedeelde taxi kan nemen.
  • We stimuleren en vergemakkelijken het delen van een eigen auto. Parkeervergunningen die in twee gebieden te gebruiken zijn, zijn met name interessant voor moderne families die doorgaans niet allemaal in een huis wonen. In autoluwe straten is nog wel plek voor een deelauto.
  • We gaan de taximarkt aanpakken. Taxi’s moeten het visitekaartje van de stad worden. Er is geen ruimte voor discriminatie en misstanden.

Goede balans tussen de voetganger, de fietser, het ov en de auto

Hoe goed en eenvoudig je je kan verplaatsen door de stad draagt bij aan de leefbaarheid van de stad. Tegelijkertijd brengt mobiliteit qua leefbaarheid ook uitdagingen met zich mee, onder meer op het gebied van geluid en uitstoot. Voor D66 is het belangrijk dat leefbaarheid van de stad voorop staat bij het verder ontwikkelen van de mobiliteit van de stad. De impact op gezondheid heeft te lang te weinig aandacht gekregen. Gelet op de groei en verdichting van de stad, is het extra belangrijk dat we hier volop aandacht aan besteden. De balans tussen de verkeersgebruikers moet drastisch worden verbeterd. De voetganger en fietser moeten meer ruimte krijgen, de auto juist minder. We investeren om het verkeer veiliger te maken.

  • 30 km/u wordt in de hele stad de norm. Daarbij gelden de hoofdnetwegen zoals de Wibautstraat en de Nieuwe Leeuwarderweg als uitzondering. Op deze manier maken we het verkeer veiliger en verminderen we de geluidsoverlast.
  • We blijven ons inzetten voor een volledig uitstootvrij Openbaar Vervoer vanaf 2025 (op de weg én op het water).
  • We nemen maatregelen tegen geluidsoverlast door al het verkeer. Met name geluidshinder veroorzaakt door motoren, treinen en bussen wordt aangepakt.
  • Betaald parkeren wordt de norm. Zo wordt de auto alleen nog gebruikt indien noodzakelijk.
  • We verminderen geparkeerde auto’s boven de grond door parkeergarages die er al zijn intensiever te benutten. Een parkeergarage die doordeweeks volop wordt gebruikt, hoeft in het weekend niet meer leeg te staan. Zo is er meer ruimte voor andere weggebruikers.
  • We investeren om het verkeer veiliger te maken. Daarbij hebben we extra aandacht voor e-bikes. Op smalle fietspaden komt een maximumsnelheid van 20 km/h.
  • Voor nieuwe, toegestane voertuigen zoals LEV’s en e-steps zoeken we de juiste plek op de weg. We zijn zeer terughoudend ze als deelmobiliteit toe te laten.
  • De rondvaart heeft zware tijden gekend. We drukken op de zogenaamde noodknop en komen met nieuw beleid waarbij sprake is van een eerlijke markt en minder overlast.
  • We stimuleren verduurzaming en innovatie van de pleziervaart zonder onrealistische deadlines.

Fietscultuur en voetganger

De voetganger en de fietser staan in de stad op één. Amsterdam is wereldwijd de enige hoofdstad waar je gemakkelijk en veilig doorheen fietst. Het maakt onze stad toegankelijk en iedere Amsterdammer mobiel. Een groot goed dat D66 wil behouden en versterken. Al het vervoer – met de fiets, de trein of de auto – begint te voet. De voetganger moet naast de fietser daarom veel meer ruimte krijgen en als een volwaardige deelnemer aan het verkeer worden gezien.

  • We verbreden de stoepen op veel plekken en gaan verrommeling tegen zodat ze voor iedereen goed begaanbaar zijn.
  • We gaan voor meer fietsstraten: straten die zijn ingericht voor fietsers, waar auto’s te gast zijn.
  • We zetten in op doorfietswegen door de stad. Op deze wegen kunnen fietsers zonder onnodige obstakels en opstoppingen snel van A naar B komen.
  • We zorgen dat fietspaden veilig zijn en dat problemen met afwatering en verlichting snel worden opgelost. Fietspaden op plus- en hoofdnet worden altijd uitgevoerd in rood asfalt.
  • Ook als je minder te besteden hebt, moet je een fiets kunnen kopen. Zodat iedereen – ook als je dat niet van huis uit mee krijgt of hebt gekregen – kan fietsen. We stimuleren de fietscultuur bij iedereen die dit van jongs af aan niet gewend is. Ongeacht waar je geboren bent en hoe lang je in Amsterdam woont.
  • We zorgen dat fietsen goed gestald kunnen worden. Onder meer door meer fietsenstallingen te creëren, zowel in woonwijken voor mensen zonder eigen berging, als op drukke plekken in de stad en bij stations.
  • Fietswrakken en weesfietsen worden regelmatig en snel geruimd, zodat de plekken beschikbaar blijven en de voetganger ruim baan blijft houden.

In verbinding met elkaar en met de wereld

  • We breiden het metronetwerk uit door de grote ring te sluiten en de randgebieden nog meer bij de stad te betrekken. Vanaf de Isolatorweg wordt de bestaande lijn niet in oostelijke, maar in noordelijke richting verlengd. De verlengde route voert vanaf de Isolatorweg via de Spaarndammerdijk, de Houthavens, het NDSM-terrein, het Johan van Hasseltkanaal en het Mosveld naar het Noorderpark.
  • De Noord/Zuidlijn wordt aan beide kanten doorgetrokken. In zuidelijke richting via Schiphol tot Station Hoofddorp, in noordelijke richting tot aan Zaandam.
  • Hoogwaardig ov hoeft niet altijd de metro te zijn. Daarom pleiten we ook voor vrijliggende bus- en trambanen. In verlengde van de IJtram naar Oost investeren we in een IJtram naar West. Deze nieuwe verbindingen zijn niet alleen snel, maar ook minder kostbaar.
  • Ook in de nacht moeten mensen veilig thuis kunnen komen. We pleiten ervoor dat de dienstregeling van de OV-verbindingen verruimt wordt.
  • De verbinding met Noord wordt verbeterd. Het fietsnetwerk wordt uitgebreid met twee fietsbruggen over het IJ. Een van de bruggen wordt aan de oostkant gepositioneerd; vanaf het KNSM-eiland naar de Johan van Hasseltweg in Noord. De andere brug vinden we aan de westkant; tussen de Houthavens en de NDSM-werf.
  • De Amsterdamse brug over het Amsterdams-Rijnkanaal is onmisbaar voor het Amsterdamse fietsnetwerk. Om grotere fietsstromen aan te kunnen en om het mogelijk te maken dat de tram wordt doorgetrokken, moet de brug aangepast worden. We blijven werken aan de verbetering van de fietsverbinding tussen Zeeburgereiland en het Oostelijk Havengebied.
  • D66 ondersteunt het initiatief voor een kabelbaan over het IJ.
  • D66 wil goede en comfortabele fietsverbindingen met de woonkernen in de regio, zoals Haarlem, Almere, Edam/Volendam, ’t Gooi en Amstelveen. De snelfietsroute naar Zaandam geldt als succesvol voorbeeld.
  • De ambitie om minder korte afstandsvluchten vanaf Schiphol te laten vertrekken, kan alleen gerealiseerd worden als er duurzame alternatieven – zoals de trein en hyperloop door heel Europa – tegenover staan. D66 pleit voor een intensieve samenwerking tussen het Rijk en Nederlandse en Europese steden om dat te bewerkstelligen.
  • We lobbyen stevig bij de Rijksoverheid voor het investeren in stedelijke mobiliteit, aangezien Amsterdam de benodigde investeringen voor het verbeteren van de Amsterdamse infrastructuur niet alleen kan dragen.

Samenwerking oplossen personeelstekorten

In veel sectoren – van het onderwijs en de zorg tot de hospitality en technieksector – nemen de personeelstekorten steeds verder toe. Tegelijkertijd zitten nog relatief veel mensen zonder werk, of werken zij in sectoren waar juist banen verdwijnen. Wij willen daarom de samenwerking tussen het bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en de overheid intensiveren. Ten eerste om te zorgen dat opleidingen zo goed mogelijk aansluiten bij de praktijk in de stad. Ten tweede willen we extra investeren in het om- en bijscholen en het aan de juiste werkgever koppelen van werkzoekenden. Mensen die het om wat voor reden dan ook langere tijd niet lukt een baan te vinden, krijgen daarbij extra hulp en ondersteuning

  • We zorgen we ervoor dat House of Skills uitgebreid en zichtbaarder wordt, zodat meer Amsterdamse werkzoekenden en werkgevers elkaar kunnen en zullen vinden. Daarmee dragen we bij aan een belangrijke wijziging in de inrichting van de arbeidsmarkt: van sectoraal naar intersectoraal, en van focus op diploma’s naar focus op (te ontwikkelen) vaardigheden.
  • We zetten in op banenafspraken met werkgevers in sectoren met personeelstekorten en personeelsoverschotten. Belangrijk in deze banenafspraken zijn de ondersteuning, begeleiding en bij- en omscholing van werkzoekenden.
  • Amsterdamse werkzoekenden die zich willen om- of bijscholen naar werk in sectoren met een personeelstekort kunnen een renteloze lening krijgen voor het volgen van een relevante opleiding of cursus. Deze lening kan dan na het vinden van nieuw werk worden terugbetaald. De lening bestaat naast het landelijke Levenlanglerenkrediet, dat beperkt is tot de vergoeding van het collegegeld van een voltijdse mbo-opleiding of een voltijd of deeltijdopleiding aan een hogeschool of universiteit.
  • Waar nodig speelt de gemeente een proactieve rol om vraag (banen van de toekomst en banen in sectoren met personeelstekorten) en aanbod (vaardigheden van Amsterdammers) beter op elkaar te laten aansluiten. De focus ligt daarbij op het mbo en op het om- en bijscholingsaanbod.

Digitale economie

Digitalisering en ontwikkelingen op het gebied van data bieden veel kansen voor de Amsterdamse economie. Die moeten ten volle worden benut. Hierbij moeten we de keerzijden, zoals op het gebied van veiligheid en klimaat, niet uit het oog verliezen. D66 zet zich in voor een toekomstbestendige economie, maar waarborgt ook de privacy van elke Amsterdammer en de klimaatambities die we met elkaar hebben vastgelegd.

  • We waarborgen de kracht van de Amsterdam Internet Exchange omdat deze een cruciale rol in het dagelijkse leven van elke Amsterdammer en onze economie speelt.
  • We zorgen ervoor dat zo veel mogelijk Amsterdammers over digitale kennis en vaardigheden beschikken door middel van samenwerking met onderwijsinstellingen en bedrijven en de inzet van de in 2021 opgerichte buurtteams. We zetten in op datacenters onder groene voorwaarden: met toegang tot of bijdrage aan het opwekken van duurzame energie, ze moeten groene daken hebben en voor koeling gebruik maken van grondwater.

Schiphol en de Haven

Schiphol en de Haven zijn essentieel voor de internationale concurrentiepositie van Amsterdam, het halen van de duurzaamheidsdoelen, en het banenaanbod in de stad: de aan de Haven en Schiphol gerelateerde directe en indirecte arbeidsplaatsen in de regio wordt elk geschat op meer dan 60.000. De combinatie van de levendige stad met haar talent en onderwijsinstellingen, de luchthaven en de zeehaven biedt een unieke kans om duurzame doelen om te zetten in concrete stappen. Dat vergt echter samenwerking en durf, waarbij de gemeente wat D66 betreft een belangrijke rol speelt.

  • De Amsterdamse Haven speelt een onmisbare rol in de ambitie om Nederland ‘de waterstofrotonde van Europa’ te maken voor de energietransitie in Amsterdam en daarbuiten. We werken samen met relevante partijen om de benodigde ruimte, investeringen en talent te vinden om dit te realiseren.
  • Wat D66 betreft blijft de Haven een onmisbare rol spelen in de circulaire economie. Naast activiteiten op het gebied van afvalverwerking en bouwmaterialen, moet de gemeente met de Haven samenwerken om te kijken op welke andere terreinen de circulaire ambities op grootschalig niveau kunnen worden versterkt.
  • We zorgen voor een goede balans tussen wonen en werken in de Haven, en de bereikbaarheid van inwoners en logistiek.
  • Voortbordurend op de ambitie voor de energietransitie in de Haven, zetten we in op Schiphol als meest duurzame luchthaven en belangrijkste hub-connectiviteit in Europa, waar duurzame energiebronnen voorhanden zijn. We balanceren het belang voor de economie en de overlast. Naast luchthaven, wordt Schiphol ook een belangrijker punt in het internationale treinverkeer.
  • De ambitie om minder korte afstandsvluchten vanaf Schiphol te laten vertrekken, kan alleen gerealiseerd worden als er duurzame alternatieven – zoals de trein en hyperloop door heel Europa – tegenover staan. D66 pleit voor een intensieve samenwerking tussen het Rijk en Nederlandse en Europese steden om dat te bewerkstelligen.

Duurzame economie

Voor D66 gaan groen en groei hand in hand. Duurzame ontwikkelingen zorgen voor innovatie en banen. De komende jaren blijft Amsterdam investeren in duurzaamheid en neemt een aanjagende rol om de energietransitie te versnellen. Dat doen we door te zorgen voor voldoende investeringen, ruimte en talent.

  • We betrekken burgers, bedrijven en onderwijsinstellingen bij de energietransitie door ze proactief helderheid te bieden en ruimte te geven om te experimenteren met nieuwe energievormen. Dit zorgt voor ondernemerschap, werkgelegenheid en rendement.
  • De decentrale energievoorziening blijft voor minstens de helft in lokale handen en we onderzoeken hoe omwonenden mee kunnen profiteren.
  • Het circulaire economie beleid kan wat D66 betreft nog steviger. Naast de inzet op voedsel, organische reststromen, consumptieartikelen en de gebouwde omgeving, intensiveren we de samenwerking met de grotere industrie en bedrijventerreinen om ook op industrieel niveau de circulaire ambities te realiseren.
  • We stimuleren en faciliteren deelgebruik van vervoermiddelen met het waarborgen van de toegankelijkheid van de openbare ruimte en leefbaarheid in de stad.

Sociale ondernemingen

Sociale ondernemingen zijn organisaties die bijdragen aan een gezonde Amsterdamse economie en aan verschillende maatschappelijke doelstellingen, waaronder het stimuleren van de circulaire economie of het bevorderen van werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze ondernemingen verdienen het apart genoemd te worden, omdat ze als geen ander laten zien dat economische activiteit hand in hand gaat met maatschappelijke impact. We stimuleren juist díe economische ontwikkeling die kwetsbare Amsterdammers ondersteunt om mee te doen: die hen werk biedt, extra inkomen oplevert en/of meedoen mogelijk maakt.

  • Samen met sociale ondernemers verbeteren we het investeringsklimaat door hubs toe te voegen, (mkb)-netwerken te versterken en in samenwerking met bestaande financierders een Amsterdams impactfonds op te zetten.
  • We voeren het actieplan Sociaal Ondernemerschap/City Deal Impact Ondernemen versneld uit.
  • Er komt bij nieuwe en bestaande gebiedsontwikkeling ruimte voor sociale ondernemers.
  • Bij de gemeente komt een duidelijk aanspreekpunt voor sociale ondernemers, met een toegankelijke online portal.
  • We stimuleren initiatieven om het bewustzijn over bredere maatschappelijke impact bij bedrijven te vergroten, bijvoorbeeld door Sustainable Development Goals-scans.
  • Subsidieer voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt banen binnen sociaal ondernemerschap en sociale firma’s.
  • Om sociale firma’s te ondersteunen gaat de gemeente een substantieel deel van haar inkopen bij sociale firma’s doen.

Een baan vinden

Er zijn genoeg Amsterdammers die graag willen werken, maar om verschillende redenen geen baan kunnen vinden. Voor een betere begeleiding, moet de gemeente weer een gezicht hebben met lokale ‘werkpunten’ in de wijk. Ook moet worden tegengegaan dat werkgevers geen baan aanbieden op basis van achtergrond of achternaam. In Amsterdam is geen ruimte voor arbeidsdiscriminatie. 
Arbeidsmarktbegeleiding moet zichtbaar en toegankelijk zijn. We vergroten de zichtbaarheid van bestaande faciliteiten, en in wijken waar het nodig is gebruiken we gebouwen van buurtteams of leegstaande panden om overheid en relevante organisaties samen te brengen om mensen de weg te wijzen naar de arbeidsmarkt. We zorgen ook voor betere toegankelijkheid, zoals een speelplek voor kinderen op locatie.

  • Coachingstrajecten voor werkzoekende jongeren worden verstevigd. Ook kijken we hoe dergelijke programma’s uitgebreid kunnen worden voor andere doelgroepen.
  • Arbeidsdiscriminatie moet stoppen: we voeren zero tolerance beleid, we spreken 1350 organisaties aan op hun gedrag en bieden handvatten voor verbetering.
  • De gemeente heeft een voorbeeldrol te vervullen in het tegengaan van arbeidsdiscriminatie. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt moeten in het eigen personeelsbestand van de gemeente opgenomen worden. We pleiten ervoor om de handen ineen te slaan met maatschappelijke organisaties wiens aanpak aanvullend is op die van de gemeente zelf, om zo mensen met afstand tot de arbeidsmarkt zoals statushouders aan het werk te helpen.