Terugblik opening politiek seizoen

Traditiegetrouw organiseerde de fractie van D66 Rotterdam, samen met het bestuur, de opening van het politieke seizoen. Op de prachtige locatie van de Maaskantine ontmoetten leden en andere gasten elkaar.

Lees hieronder de speech van fractievoorzitter Agnes Maassen.

“Hallo allemaal, 
 
Hartelijk welkom en wat fijn en leuk dat jullie in zulke grote getalen gekomen zijn om het politiek seizoen te openen en met een borrel of een frisje vooruit te blikken op dit politieke jaar. 
 
Maar ik begin graag met een terugblik. Eerder dit jaar hebben we een coalitieakkoord gesloten: één stad. Want naast de onderlinge verschillen die deze coalitie kent, was er ook een heel duidelijk gezamenlijk doel: het overbruggen van die onderlinge verschillen. Want we moeten het hier, in Rotterdam, uiteindelijk samen met elkaar doen. 
 
Dat samenwerken, dat is ook onderdeel van onze Nederlandse traditie: polderen. Een diepgewortelde politieke cultuur die zo erg verbonden is met ons land dat we het naar ons landschap hebben vernoemd. En dat is geen toeval. Om een polder te maken, en het water het hoofd te bieden, was men verplicht om samen te werken. De bourgeoisie, de edelen, de boeren, de middenklasse, ze waren allemaal aan elkaar overgeleverd om met elkaar dat water te bestrijden. En van dat systeem is ook onze politieke cultuur ontstaan. 
 
Een cultuur van overleggen, verschillen overbruggen, naar elkaar luisteren, de gemeenschappelijke grond vinden, iedereen erbij halen, praten, polderen, nog een keer polderen, naar elkaar luisteren, nog eens luisteren, weglopen van tafel, met de vuist op tafel slaan, schreeuwen, huilen, maar aan het eind van de dag samen de deur dicht doen en die gemeenschappelijke basis vinden. Dat is niet alleen de basis van de Nederlandse politieke cultuur, dit is ook de basis van een goedwerkende democratie. Want een democratie is niet alleen het recht van de meerderheid, maar ook het recht van juist die minderheid. Alle geluiden, exoten en vreemde vogels aan tafel in Rotterdam.  En al die geluiden kunnen en mógen een plek krijgen. Als George Orwell er een boek over zou moeten schrijven, dan zou hij aan een boerderij-metafoor niet genoeg hebben. Heel Blijdorp zou aan de orde moeten komen. Als die hele mengelmoes aan visies houdingen, opvattingen, politieke stromingen aan de orde komt, dan pas is de polder echt compleet. 
 
En de pessimist zou heden ten dage kunnen zeggen, dat ons poldermodel kapot, gedateerd of achterhaald is. We staan voor crisis na crisis en in de politiek lukt het niet om een antwoord te vinden op deze uitdagingen. Maar ik ben het daar niet mee eens, want het poldermodel is niet alleen een politiek bezit. Tegen die pessimist zeg ik: het poldermodel, dat zijn wij allemaal. 
 
Zoals vroeger het poldermodel de samenwerking was van alle lagen van de samenleving, zo is onze taak nog steeds om samen, met zijn allen, jong, oud, Nederlander, nieuwkomer, tijdelijke gast, zwart, wit, provinciaal of Rotterdammer, wij allemaal, zijn samen verantwoordelijk voor dat model. Niet alleen in Rotterdam, maar in heel Nederland en de Europese Unie. Samen moeten we naar elkaar luisteren, blijven praten en communiceren, proberen de ander te begrijpen, proberen de ander ons te laten begrijpen, en zo tot een gemeenschappelijke grond te komen. Daar geloof ik in, luisteren naar de ander, proberen je daar in in te leven, en de ander proberen te laten luisteren naar jou. En die debatten mogen dan best scherp gevoerd worden. 
 
Dat zie ik als onze meest belangrijke taak voor dit politieke seizoen, zeker gezien het maatschappelijk sentiment dat er leeft. Niet alleen in Rotterdam, maar in heel Nederland. En in Rotterdam hebben we hier kleur en invulling aan gegeven met deze bijzondere coalitie, maar dat is slechts de eerste stap. Van mij mag u verwachten dat ik de mensen in Rotterdam op zoek. Dat heb ik deze zomer gedaan door te praten met mensen die zich inzetten voor onderwerpen die D66 belangrijk vindt. Humanitas, Warm Rotterdam, jongerenwerk, daklozenopvang en nog meer. Maar jullie kunnen ook van mij verwachten, dat ik spreek en luister naar de mensen die het niet met ons eens zijn. Om hun verhaal en standpunt te begrijpen, en zo mijn steentje bij te dragen aan dat ene doel: samen één stad!”