Meer geld voor culturele programmering dankzij IHP’s

Rotterdam is met het (bijna) volledig in beeld brengen van de investeringskosten voor gemeentelijk vastgoed een voorloper in Nederland. Kasmi: “Het betekent concreet dat we alvast sparen voor renovaties en investeringen in de toekomst. Hiermee onderscheiden we ons als Rotterdam van andere Nederlandse gemeenten”.

Het gaat om investeringen die noodzakelijk zijn voor het beheer van de gemeentelijke gebouwen, waaronder een groot aantal musea. “Met deze ontwikkeling is het ons gelukt om voor de langere tijd geld te reserveren en zo beter en toekomstbestendiger met onze gebouwen om te gaan” aldus Kasmi, die het een bijzonder resultaat noemt. Dit heeft ook gevolgen voor het cultuurbudget.

Door op deze manier geld te reserveren voor het vervangen of renoveren van gebouwen, blijft er onderaan de streep meer geld over voor culturele programmering. “We hebben eigenlijk nooit gespaard voor dit soort dingen. Nu is het zo dat we de investering in gebouwen doorberekenen aan de huurder via een kostendekkende huur” legt Kasmi uit. “Culturele instellingen vragen, om die huur te kunnen betalen, vaak meer subsidie aan, waardoor er uiteindelijk meer geld naar stenen gaat, dan naar culturele programmering.” Dit speelde onder andere bij de renovatie van Museum Boijmans van Beuningen. “Met deze nieuwe systematiek zijn we daarvan af en kunnen we cultuurgeld gebruiken waar het voor bedoeld is: cultuur” besluit Kasmi.

Het niet langer uithollen van cultuurbudgetten door geld naar ‘stenen’ is een langgekoesterde wens van D66. “Dit is een mooie stap die ervoor gaat zorgen dat geld voor cultuur ook daadwerkelijk naar programmering gaat en niet naar stenen” aldus Walgenbach, die samen met fractievoorzitter Chantal Zeegers meerdere keren aandacht vroeg voor dit probleem.