Horeca; geen veiligheidsprobleem, maar een oplossing

Nu zo langzamerhand de pandemie begint te minderen en 25 februari ook de horeca weer ouderwets open mag gaan, is de tijd gekomen om te beoordelen of de maatregelen effectief zijn geweest, hoe de ondernemers de mogelijkheden kunnen krijgen om hun bedrijven weer op te starten, de schulden weg te werken en weer een centrale rol te spelen in het leven van de gasten.

De branche heeft het in overgrote mate goed gedaan. De meeste ondernemers hebben zonder morren de maatregelen getroffen; van het beperken tot de openingstijden, via de anderhalve meter, het registreren van de gasten tot uiteindelijk het totaal stopzetten van hun bedrijfsvoering.

Als je erover nadenkt, is dat eigenlijk helemaal niet zo gek. De meeste horecaondernemers hebben immers verantwoordelijkheidsgevoel, houden van hun gasten en hebben ervaring met crowd control….

Helaas is de waardering vanuit de overheid niet altijd even groot geweest. Het heeft even geduurd tot Rutte tijdens zijn inmiddels beroemde persco’s waardering naar de sector uitsprak, de regelingen kwamen voor de horeca moeizaam op gang en hebben slechts deels de schade kunnen dekken.

Vele ondernemers zullen langere tijd nodig hebben om uit de schulden te komen en het is maar de vraag hoeveel van de bedrijven open kunnen blijven.

Van oudsher heeft D66 veel sympathie voor de horeca. Onze aartsvader Hans van Mierlo was een groot Bourgondiër en zijn DNA is nog steeds prominent aanwezig bij D66 Rotterdam, derhalve steunen wij de grote groep, vaak zeer diverse horeca-ondernemers van harte. Ze zijn creatief, denken vaak verder dan hun neus lang is zorgen voor een bruisende stad en zijn een draaipunt in het leven van velen.

In het verkiezingsprogramma Thuis in een wereldstad is ruim aandacht voor die diverse horeca.

In de wilde jaren 90 van de vorige eeuw, was er een een periode van vrije sluitingstijden. De toenmalige bestuurderen van onze fraaie stad hadden vertrouwen in de ondernemers. Het resultaat was dat de kroegen en discotheken op verschillende tijden dicht gingen en de drukte op straat aanzienlijk minder was en daarmee de overlast.

Niet elke ondernemer heeft behoefte tot diep in elke nacht open te zijn, maar af en toe.

D66 heeft in het verleden de zogenaamde Verlaatjes geïntroduceerd; horecaondernemers kregen een aantal keren per jaar de mogelijkheid om langer open te zijn. Via de zogenaamde kraskaart wordt er nu ook de mogelijkheid geboden voor horecazaken om een aantal maal per jaar een evenement te organiseren. Tot nu toe is dit in een beperkt aantal gebieden gedaan, wij willen dat uitbreiden. Zeker nu is uitbreiding van omzet een life line is voor velen.

Twee donkere wolken hangen boven de hoofden van de horecaondernemers. Ten eerste de opgebouwde schulden van de steunpakketten en ten tweede de steeds maar stijgende huren van de horecazaken.

We moeten vertrouwen hebben in, en steun geven aan de branche.

Nu hopelijk de pandemie op haar laatste benen loopt, zit niemand zit erop te wachten dat tientallen bedrijven de komende maanden gaan omvallen. Daarom, geef nu de horeca ruimte en vertrouwen, niet alleen nu maar ook in de toekomst, creëer zachte voorwaarden om de steun weer terug te betalen en zorg dat de bizarre stijgingen van de huren gematigd worden. De horeca zit daarnaast met smart te verlangen naar een beleid waarin de branche, de bewoners en de gemeente, gezamenlijk kaders stellen waarbij maatwerk centraal staat.

Dat is de enige manier die volgens ons die effectief is. Horeca kan schuren met andere belangen, maar de overgrote meerderheid van de ondernemers zijn betrokken bij hun omgeving, niet blind voor de belangen van bijvoorbeeld bewoners en de taak van de gemeente hoort daarin faciliterend te zijn. Ook hierin is verbinding noodzakelijk om tot oplossingen te komen en onderling vertrouwen is hierbij de sleutel.

D66 wil voorkomen dat de horecazaken dezelfde richting opgaan als de retail, eenvormigheid gedicteerd door grote ketens, waarin de centra er overal hetzelfde uitzien, van de Lijnbaan in Rotterdam tot het centrum van Oldenzaal. Niemand zit erop te wachten dat een beperkt aantal partijen 80% van de markt domineren. Pluriformiteit maakt het uitgaansleven leuk, maakt de centra leuk, maakt Rotterdam leuk!

En oh ja, zullen we eindelijk gaan werken aan een nachtburgemeester? Jules kijkt er met verlangen vanaf zijn wolk naar uit….