Handhaaf de Rotterdamse levendigheid

D66-raadslid Joan Nunnely stelde samen met Volt, GroenLinks, VVD, Leefbaar Rotterdam en FvD schriftelijke vragen over de strenge handhaving van de terrasregels. Wij willen namelijk van het college weten waarom horecaondernemers te maken krijgen met overmatig tegeltjes tellen, terwijl zij nog aan het herstellen zijn van de coronaperiode. Wat D66 betreft past beboet worden om een net iets te groot terras niet bij de Rotterdamse levendigheid. De schriftelijke vragen lees je hieronder.

Flinke tikken

De levendigheid van onze stad heeft tijdens de coronapandemie een paar flinke tikken te verwerken gehad. Gelukkig begint het leven sinds een aantal maanden weer op het “oude normaal” te lijken en kunnen veel horecaondernemers werken aan (financieel) herstel. En na twee jaar van zeer beperkte openingstijden, zal de horeca wel even de tijd nodig hebben om de financiële zaken weer helemaal op orde te krijgen. Om ondernemers daarbij te ondersteunen hebben D66, VVD en Leefbaar Rotterdam vorig jaar het initiatiefvoorstel
Herstelplan Rotterdamse horeca samengesteld en ingediend. In dit plan wordt onder andere ingegaan op een ja-tenzij houding vanuit de gemeente en op een betere relatie tussen horecaondernemers en boa’s. Het artikel in het AD van afgelopen zaterdag laat zien dat er tot op heden nog weinig invulling wordt gegeven aan deze voorstellen vanuit de raad. Horecazaken met een iets te groot terras dreigen beboet te worden en bouwwerken zoals een pergola moeten worden afgebroken. Dit is dit de ja-tenzij houding waar de partijen op
doelden bij de indiening van het Rotterdamse herstelplan voor de horeca.

Vragen aan het college

1. Waarom wordt er nu (zo vroeg in het zomerseizoen) al streng gehandhaafd op de
terrasregels en bouwwerken op een terras terwijl horecazaken juist in dit seizoen
grotere terrassen nog kunnen gebruiken om te werken aan financieel herstel?
a. In geen van de gevallen is toegankelijkheid van de buitenruimte een
probleem en gaat om situaties die vaak alle vele jaren worden
toegestaan/gedoogd. Vragen deze uitbreidingen eigenlijk niet om het
permanent maken van de uitbreiding? En in hoeverre wordt hier door de
gemeente actief het gesprek over gezocht met de horeca ondernemer?

2. Welk publiek belang dient burgemeester en wethouders ermee om nu te handhaven op deze terrasregels? Weegt dat belang voor het college van B&W op tegen het op dit moment beperken van de steun voor de horeca, terwijl corona nog niet weg is en wellicht terugkomt?
Momenteel wordt er gewerkt aan een nieuwe horecanota in samenwerking met de horeca. Daarin wordt ook gekeken naar de regels omtrent terrassen en worden de aanbevelingen uit het initiatiefvoorstel heroverwogen.

3. Hoe verhoudt het nu handhaven van deze terrasregels zich tegenover het herstelplan voor de Rotterdamse horeca zoals dat is vastgesteld door de raad en tot de nieuwe horecanota?

4. Zijn er klachten van omwonenden ten aanzien van de terrasafmetingen en
bouwwerken? Zo ja, in hoeverre wordt geprobeerd om horecazaken en
omwonenden hier in onderling overleg uit te laten komen?

5. Hoe verhoudt het nu handhaven van deze terrasregels zich tegenover het herstelplan voor de Rotterdamse horeca zoals dat is vastgesteld door de raad?

6. In hoeverre staat het college van B&W ervoor open om juist na afloop van het
zomerseizoen meer te handhaven op excessen?

7. De afgelopen jaren heeft de gemeente Rotterdam juist met veel succes terrasvlonders ingezet om terrassen te vergroten en de buitenruimte aantrekkelijker
te maken. In Hoeverre betekent deze handhaving een einde van dat beleid? En deel
het college niet de mening van de partijen dat dit succesvolle beleid juist moet
worden gecontinueerd en uitgebreid?