Interpellatiedebat over uitkering energietoeslag

In de raadsvergadering van 27 oktober diende D66 samen met alle andere oppositiepartijen een verzoek in voor een interpellatiedebat. Interpellatie is een instrument van de raad om informatie te vragen aan het college of een wethouder over een onderwerp dat niet op de agenda staat. In dit geval ging het over de uitbetaling van de energietoeslag voor huishoudens met een laag inkomen. Meer specifiek over de lange tijd die na de aanvraag moet worden gewacht op uitbetaling van de toeslag.

Om huishoudens met een laag inkomen tegemoet te komen voor de stijgende energieprijzen stelde het kabinet eind vorig jaar al een energietoeslag in het vooruitzicht. Het Rijk geeft het geld hiervoor aan de gemeenten, die ervoor moeten zorgen dat de toeslagen terecht komen bij de mensen die er recht op hebben. Begin dit jaar steunde de gemeenteraad een motie van D66 die het college opriep om de uitbetaling sneller van start te laten gaan.

Lang wachten na aanvraag

Een deel van de doelgroep was al meteen bij de gemeente bekend, onder meer mensen met een bijstandsuitkering. Zij kregen de toeslag van € 1.300,- automatisch op hun rekening gestort. Maar een ongeveer even groot deel van de doelgroep is niet in beeld bij de gemeente: deze mensen moeten zelf een aanvraag indienen. De aanvraag moet in principe in maximaal acht weken zijn afgehandeld.

Naarmate het aantal aanvragen opliep, ontvingen D66 en andere partijen in de gemeenteraad signalen van inwoners dat het erg lang duurt voor ze een reactie krijgen op hun aanvraag. Soms zelfs al maandenlang. Terwijl het gaat om mensen in een financieel kwetsbare positie, die de energietoeslag hard nodig hebben. Zeker nu het kouder wordt en zij hun verwarming niet eens durven aan te zetten.

Geen incidenten

Tijdens een vergadering van een raadscommissie kreeg verantwoordelijk wethouder Mario Hegger dan ook de vraag of hij deze signalen kende. Hij gaf aan hier niet bekend mee te zijn en deed de signalen van mensen die lang moeten wachten af als incidenten. Op verzoek van de commissie stuurde de wethouder daarna een memo met een toelichting, waaruit bleek dat op dat moment nog 1.200 aanvragen moesten worden afgehandeld. De laatste acht weken waren er zo’n 700 aanvragen bij de gemeente binnengekomen. Dat betekent dat 500 aanvragers al langer wachten dan acht weken. Dat zijn natuurlijk geen incidenten meer.

De oppositiepartijen wilden in de raadsvergadering van wethouder Hegger weten of hij ook van mening is dat geen sprake is van incidentele gevallen. Hoe hij zijn eigen opmerkingen over het niet bekend zijn met aanvragers die lang moeten wachten beschouwt in het licht van zijn memo en wat er volgens de wethouder nodig is om de achterstand in de verwerking in te lopen en ervoor te zorgen dat aanvragen binnen de termijn van acht weken kunnen worden verwerkt.

Raad wil meer grip

Wethouder Hegger erkende ruiterlijk dat hij een verkeerde inschatting maakte in de commissievergadering. Daar bood hij zijn excuses voor aan, al was het onnodig dat hij zei dat hij dat ‘min of meer’ deed. De wethouder gaf aan dat extra personeel wordt ingezet om de achterstand weg te werken en zei te verwachten dat dit voor het eind van het jaar is gelukt. Aanvragen die dan worden gedaan, worden binnen acht weken verwerkt. Op verzoek van de gemeenteraad zegde hij toe dat hij de raad elke drie weken informeert over de stand van zaken in de verwerking van de aanvragen, zodat de raad meer zicht en grip heeft op de afhandeling van de aanvragen.