Duidelijke rol gemeenteraad rond Stadsverwarming Purmerend

De Stadsverwarming Purmerend (SVP) is van groot belang voor de gemeente. De meeste huishoudens in Purmerend zijn voor de levering van warmte afhankelijk van SVP en het financiële belang van de gemeente in het bedrijf is zo’n € 144 miljoen. SVP is weliswaar een zelfstandig bedrijf, maar het college van burgemeester en wethouders is de enige aandeelhouder. De gemeenteraad heeft dan ook een belangrijke rol ten aanzien van SVP. Toch is de rol van het college van B&W en de raad regelmatig onderwerp van discussie. In de commissievergadering op 16 februari ging de commissie hierover met het college in gesprek.

De basis van het gesprek was een notitie die het college naar de gemeenteraad stuurde en waarin de verschillende rollen worden toegelicht.

Kritische kanttekeningen

D66 plaatste in de commissievergadering kritische kanttekeningen bij deze notitie. Vooral omdat wordt uitgegaan van louter formele en financiële verantwoordelijkheden van het college en de raad. Er zijn immers ook grote maatschappelijke en politieke belangen gemoeid met SVP. Zo is driekwart van de huishoudens van Purmerend voor de levering van warmte afhankelijk van de Stadsverwarming. Ook is het bedrijf een belangrijk instrument van de gemeente in de ambitie om gebouwen in de nabije toekomst niet langer te verwarmen met aardgas.

Het college van B&W is als aandeelhouderverantwoordelijk voor het vaststellen van het beleidsplan en de begroting van SVP en voor het bestemmen van de winst. De bevoegdheid van het college is dus groot en raakt rechtstreeks aan de bedrijfsvoering van SVP. Ook vanwege het grote financiële belang dat de gemeente in SVP heeft, is goede sturing op het bedrijf heel belangrijk voor de financiële positie van de gemeente.

Stadsverwarming is geen sportclub

In de notitie stelt het college dat de rol van de gemeenteraad ten opzichte van SVP vergelijkbaar is met de rol van de raad ten opzichte van bijvoorbeeld sportverenigingen. Die vergelijking gaat wat D66 betreft volstrekt mank. Sportclubs hebben natuurlijk lang niet zo’n financiële en maatschappelijke impact op de gemeente, zei commissielid Nadine Hut. Ook stelt het college natuurlijk geen beleidsplannen vast voor sportverenigingen. De gemeenteraad heeft dan ook nauwelijks bemoeienis met sportverenigingen en dat is heel anders voor SVP, ook al is het een zelfstandig bedrijf.

De gemeenteraad stelt bijvoorbeeld het zogenoemde ‘leningenplafond’ voor SVP vast: het maximale bedrag dat SVP voor investeringen kan lenen met een borgstelling door de gemeente. Zo’n voorgenomen investering was de bouw van de tweede biowarmtecentrale. Toen die bouw later niet meer nodig bleek, is de gemeenteraad hier niet actief door het college over geïnformeerd. Terwijl dit dus rechtstreeks raakt aan de rol van de gemeenteraad. Nadine Hut wees wethouder Rotgans hierop, waarna de wethouder in een reactie erkende dat hij dit ‘wellicht anders had moeten doen’. Hij gaf aan dat hem duidelijk is dat de gemeenteraad hier beter over wil worden geïnformeerd. Dat is wat D66 betreft ook nodig om als raad met het college in gesprek te kunnen blijven over grote de maatschappelijke en politieke verantwoordelijkheden die nu eenmaal een wezenlijk onderdeel zijn van de warmtelevering door SVP.

Duidelijke rollen

D66 stelde tevreden vast dat het college en SVP volledig transparant willen zijn richting de gemeenteraad. Om de rollen van het college als aandeelhouder, het zelfstandige bedrijf SVP en de gemeenteraad goed duidelijk te houden, gaat de raad ten minste één keer per jaar op bezoek bij de directeur van SVP. In dit gesprek kunnen alle vragen over de bedrijfsvoering worden gesteld. De raad heeft daarnaast zicht op de financiële situatie van SVP door middel van de jaarrekening, die door de auditcommissie van de raad in technische zin wordt beoordeeld en aan de gemeenteraad wordt gestuurd. Het politieke gesprek over SVP vindt plaats met het college, onder meer bij de bespreking van de voorjaarsnota. Voor D66 geeft dit de gewenste duidelijkheid.

Met de raadscommissie is afgesproken dat deze werkwijze in de tweede helft van 2023 wordt geëvalueerd. Dan is de jaarrekening langs de auditcommissie geweest, is de voorjaarsnota door de gemeenteraad behandeld en heeft het gesprek bij SVP plaatsgevonden. Dit zijn belangrijke momenten voor de gemeenteraad om zijn kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende rol goed te kunnen invullen.