D66 vraagt meer steun van gemeente voor ondernemers in coronatijd

Nu de coronacrisis aanhoudt, vragen ondernemers om meer perspectief. D66 Purmerend begrijpt dat heel goed. De roep om niet-essentiële winkels (gedeeltelijk) weer open te stellen, wordt luider. De gemeente bepaalt de coronamaatregelen niet, maar kan wel via de veiligheidsregio en het Veiligheidsberaad een signaal afgeven aan het kabinet om naar compensatiemaatregelen te kijken. Zeker waar het nieuwe bedrijven betreft die in de coronaperiode zijn begonnen. Zij hebben op dit moment geen recht op compensatie, terwijl wij hun ondernemerschap ook in Purmerend juist hard nodig hebben. Raadslid Astrud Wildschut heeft daarom vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders.



De burgemeesters in de provincie Utrecht hebben via de voorzitter van hun veiligheidsregio een oproep gedaan aan het kabinet: ‘Steun ondernemers, of versoepel’. D66 wil weten of de burgemeester van Purmerend bereid is om een soortgelijk signaal aan het kabinet te geven, zo mogelijk met andere burgemeesters van onze veiligheidsregio, om meer aandacht te vragen voor de gevolgen van de lockdown voor onze ondernemers.

Noodfonds
Wildschut vraagt ook of het college bereid is om extra maatregelen te treffen voor het mkb, bijvoorbeeld via een noodfonds zoals in Amstelveen. Zo kunnen we op lokaal niveau ondernemers een financiële steun in de rug bieden. Dat is essentieel om de motor van onze lokale economie, het mkb, door deze crisis heen te helpen. Wildschut denkt bijvoorbeeld aan een MKB Noodlening of een uitbreiding van de verruiming van regelgeving, zoals al is gebeurd met het vergroten van de terrassen op de Koemarkt.

Leegstand
Een gevolg van de crisis kan zijn dat ondernemers de handdoek in de ring moeten gooien en dat panden leeg komen te staan in onze gemeente. Wildschut wil weten of het college op het netvlies heeft hoe groot de dreiging is van de eventuele aankomende leegstand van panden in de binnenstad en diverse winkelcentra en of daar al een strategie voor ontwikkeld is.

De antwoorden op de vragen worden binnen nu en drie weken verwacht.

Beeld: Noord-Hollands Dagblad (NHD)