Opkomstbevordering bij verkiezingen: belangrijk, maar wel met scherpte en inhoud

Tijdens de raadsvergadering van donderdag 22 mei werd er een motie behandeld met de titel “Stemmen is leuk“. Een sympathieke titel met een onderwerp dat ook D66 Purmerend aan het hart gaat: het bevorderen van de opkomst bij verkiezingen. Zeker onder jongeren, maar ook onder andere groepen in de samenleving die nu minder vaak stemmen. Denk aan mensen met een lagere opleiding, of inwoners met een migratieachtergrond.

Brede steun voor het doel, maar niet voor deze uitwerking

D66 begrijpt de geest van de motie goed. Want een hogere opkomst betekent een betere afspiegeling van onze samenleving in de raad. Alles wat kan helpen om de opkomst te verbreden en eerlijker te maken, moeten we serieus overwegen. En juist daarom kijken wij kritisch naar de inhoud van moties die hierover gaan. Want het bevorderen van de opkomst is te belangrijk om af te doen met vage oproepen of vrijblijvende verzoeken.

Het verzoek aan het college in deze motie riep bij ons vragen op: “om er aandacht voor te hebben dat stemlocaties aantrekkelijk en laagdrempelig zijn voor jongeren”. Wat betekent dat precies? Wat vragen we het college nu eigenlijk? En waarom richt de motie zich alleen op jongeren, terwijl er meer groepen zijn die structureel minder vaak stemmen?

De wethouder gaf aan dat ze naar andere locaties zou kunnen kijken, maar de mogelijkheden zijn beperkt: de Kieswet stelt duidelijke regels aan stemlokalen. Bovendien vinden wij dat er in Purmerend al best een divers aanbod aan stemlocaties is, verspreid over de stad en goed toegankelijk voor verschillende doelgroepen. Zie bijvoorbeeld het overzicht op purmerend.nl.

Motie aanpassen of niet?

Tijdens de schorsing hebben wij de indiener van de motie, de Stadspartij Beemster Polder Partij, gevraagd om het verzoek aan het college te schrappen. Raadslid Astrud Wildschut licht toe:
“Ik heb gevraagd het verzoek aan het college te schrappen, zodat we de motie konden steunen. Want een oproep om jongeren naar de stembus te krijgen, verdient eigenlijk gewoon steun. Maar dan wel op een manier die duidelijk is en echt ergens toe leidt — niet alleen omdat het sympathiek klinkt.”
Het verzoek aan de raadsgriffie om activiteiten te organiseren voor jongeren vinden wij namelijk wél waardevol en goed uitvoerbaar. Dat is bovendien iets waar de raad zelf een actieve rol in kan spelen. Want een motie is geen campagnemiddel; het moet gaan om serieuze, concrete en uitvoerbare voorstellen.

De Stadspartij Beemster Polder Partij besloot de motie toch ongewijzigd in te dienen. Met steun van mede-indieners VVD, PvdA en de coalitiepartij CDA, plus GroenLinks en Forum voor Democratie, was er een meerderheid. D66 heeft daarom tegen gestemd, net als AOV, PB21, GBP en de PVV.

Voorstel voor structurele aanpak

Raadslid Astrud Wildschut stelde nog wel voor om een raadswerkgroep in te stellen die samen met de griffie aan de slag gaat met opkomstbevordering bij verkiezingen.
“Niet alleen voor jongeren, maar voor alle groepen die we in deze raad onvoldoende vertegenwoordigd zien,” aldus Wildschut. “Want als we echt een afspiegeling van de samenleving willen zijn, dan hebben we iedereen nodig.”
Deze werkgroep zou breder kijken dan alleen jongeren en zich richten op álle inwoners die nu minder vaak gaan stemmen. Zo willen we structureel werken aan een eerlijkere vertegenwoordiging in onze lokale democratie. Een voorstel dat inmiddels op bijval van meerdere partijen kan rekenen — en dat we verder gaan uitwerken.

Beeld: D66