Noodgreep rond jeugdzorg leidt tot motie van afkeuring

De jeugdzorg is in veel gemeenten in Nederland een hoofdpijndossier. De kosten voor het organiseren van de jeugdzorg zijn veel hoger dan de budgetten die hiervoor worden vrijgemaakt door de rijksoverheid. Ook in Purmerend zijn de kosten een groeiend probleem. Bovendien kampt de gemeente met personeelstekort. Ondertussen lopen de wachttijden voor jongeren die jeugdzorg nodig hebben alsmaar op. Niet zelden neemt daardoor ook de complexiteit van de benodigde zorg toe. Een onhoudbare situatie, waardoor het college van B&W een noodgreep voorstelde aan de gemeenteraad.

De noodgreep betreft een voorstel aan de gemeenteraad om jaarlijks tot € 895.000,- extra uit te trekken voor het aanpakken van de wachtlijsten. Daarmee moeten niet alleen meer jongeren sneller kunnen worden geholpen, de investering moet zich ook nog eens ruimschoots terugverdienen. De inzet moet onder meer worden gericht op lichtere vormen van zorg en ondersteuning, waarmee kosten worden bespaard.

Onderbouwing te mager

In de commissievergadering op 16 januari gaven veel partijen uit de gemeenteraad aan de strekking van het voorstel te begrijpen, maar de cijfermatige onderbouwing te mager te vinden. Meerdere partijen waren kritisch en vroegen zich af of het voorstel niet te vroeg naar de commissie was gestuurd. Voor D66-commissielid Rick Hollander was dit dan ook de reden om aan de wethouder de toezegging te vragen om zo spoedig te komen met een beter uitgewerkte businesscase, waarbij nadere duiding zou worden gegeven waar het gevraagde geld precies in wordt geïnvesteerd en op welke manier het wordt terugverdiend. Het zou ons meer zicht geven in hoe zeker we weten dat de investering een kostenpost is die voor de baat uitgaat.

Ook de beantwoording van schriftelijke vragen die door tal van partijen waren ingediend, waaronder door D66, werd tijdens eerdergenoemde commissie onder de maat bevonden. Het raadsvoorstel werd daarom een bespreekpunt in de raadsvergadering van 30 januari. In de tussentijd ontving de raad, de eerder gevraagde, uitgewerkte business case rond de gevraagde investering en werden de schriftelijke vragen alsnog uitvoeriger beantwoord.

Snoeiharde constatering

Tijdens de raadsvergadering bleken veel partijen nog altijd niet tevreden met de onderbouwing van het voorstel. Ook D66 had stevige kritiek. In de nagezonden business case, die de raad twee dagen voor de raadsvergadering pas ontving, stond een snoeiharde constatering: : ‘Als we rond de jeugdzorg op deze manier door blijven gaan, stijgen de kosten verder en moeten jongeren en gezinnen nóg langer wachten op passende ondersteuning’. Fractievoorzitter Mark Intres sprak van een ‘alarmbel van de buitencategorie’. ‘We kunnen dus niet anders dan hard ingrijpen, we staan met de rug tegen de muur’, zei Intres. En dat voelt heel ongemakkelijk.

Voldongen feit

Uit de antwoorden op gestelde vragen bleek dat de wachtlijsten en financiële problemen de afgelopen vier jaar in rap tempo zijn opgelopen. De raad is echter eerder niet op de hoogte gesteld van de doodlopende weg die de huidige aanpak is. Ook bij de behandeling van de begroting in november niet. Het raadsvoorstel dat nu werd gedaan, stelde de raad voor een voldongen feit. De raad kon het voorstel niet verwerpen, want de ingeslagen weg loopt dood. Dus ondanks de financiële problemen waar gemeenten mee te maken hebben, moeten we wel veel extra geld uittrekken zonder te weten of en in hoeverre dat door kostenbesparingen wordt terugverdiend. En nog belangrijker: of jongeren en hun gezinnen hierdoor sneller en beter worden geholpen.

Gemeenteraad uit positie

Verantwoordelijk wethouder Saaf werd om tekst en uitleg gevraagd. Ook werd haar gevraagd om te reflecteren op haar eigen rol en handelen. Ze kreeg onder meer de vraag van D66 of ze met de kennis van nu in de voorbije periode dingen anders zou hebben gedaan.

In haar reactie gaf de wethouder aan dat de oplopende wachtlijsten, de personeelstekorten en de stijgende kosten een landelijk probleem zijn. Ze zei dat ze achteraf geen reden zag om dingen anders te doen. D66 vond dat een teleurstellende reactie. Als de gemeenteraad eerder wist dat de situatie zo precair was, dan was de raad beter in positie geweest om mee te denken over oplossingsrichtingen en had de raad afwegingen kunnen maken. ‘Wat ons dwars zit, is dat nu aan de noodrem moet worden getrokken en we geen andere keuze hebben dan in te stemmen met een voorstel waarvan we de effecten niet goed kunnen overzien’, zei Intres in de raadsvergadering.

Motie van afkeuring

Na een schorsing besloten alle oppositiepartijen, behalve GroenLinks, een motie van afkeuring in te dienen over de informatievoorziening aan de raad. ‘We moeten ons kaderstellende en controlerende werk kunnen doen’, zei Intres. ‘Wij betreuren niet alleen dat we daartoe niet in staat zijn gesteld, we keuren dat ook af. D66 vindt een gele kaart op zijn plaats.’

De motie werd, zoals verwacht, door een meerderheid van de raad verworpen. Niettemin is een duidelijk signaal afgegeven aan de wethouder en aan het college.

Beeld: D66