Blij met campus op De Koog, zorgen over gefaseerde aanpak

Purmerend krijgt een campus op De Koog. Op deze campus komen wonen, werken, sporten, onderwijs en innovatie samen. Zo komen er woningen voor jongeren, starters en studenten. Bestaande bedrijven behouden daarbij de ruimte om hun bedrijf voort te zetten. De gemeenteraad heeft donderdag 26 september ingestemd met de ‘ontwikkelstrategie’ voor de transformatie van het huidige bedrijventerrein naar een gemengd woon-werkgebied. D66 vindt de ontwikkeling van een campus met woningen voor jongeren en studenten van grote waarde voor Purmerend en stemde dan ook in.

De Koog is een bijzonder stukje Purmerend. Het is een van de oudste bedrijventerreinen van de gemeente en biedt plaats aan verschillende soorten bedrijvigheid, met kleine ondernemers en internationale bedrijven. Ook zijn er bedrijven waar mensen komen voor hun dagelijkse inkopen. Daarnaast zijn er scholen en sportverenigingen gevestigd.

Veel kansen
Dit gebied leent zich bij uitstek voor de ontwikkeling van een campus. Het bedrijventerrein functioneert weliswaar goed, maar het gebied oogt ook rommelig en lijkt niet helemaal onderdeel te zijn van de stad. De komst van de (e)sports Tech Campus H20 heeft inmiddels laten zien dat de potentie van een esports academy groot is en veel kansen biedt voor Purmerend. Esports kunnen worden verbonden met fysieke sportvelden in de omgeving, met sporthal De Beuk en met scholen en bedrijven in de buurt.

In februari 2023 heeft de gemeenteraad daarom een gebiedsvisie voor De Koog vastgesteld; een soort droombeeld van de toekomstige situatie. Afgelopen week was de uitwerking daarvan onderwerp van gesprek in de raad: de ontwikkelstrategie.

Hieruit blijkt dat het droombeeld niet eenvoudig is te realiseren. Met alle verschillende belanghebbenden in het gebied wordt het een ingewikkeld en lang traject. Daarom stelde het college van burgemeester en wethouders aan de raad voor om in fases te gaan werken en ons eerst alleen te richten op de campusvorming voordat andere onderdelen, zoals het stationsgebied, aan de beurt komen. Bovendien kan de gemeente niet alles alleen en zouden ook marktpartijen initiatief moeten nemen om het droombeeld te realiseren.

Voorstellen D66
De gebiedsvisie zou daarmee worden aangepast. Dat is ook voor D66 niet onlogisch, maar dan moeten de aanpassingen in de gebiedsvisie worden gedaan, zodat de raad deze visie opnieuw kan vaststellen. De VVD stelde daarom voor, ondersteund door D66, om de onderwerpen over De Koog van de raadsagenda te halen en opnieuw te agenderen als de gebiedsvisie gewijzigd aan de gemeenteraad kan worden voorgelegd. Op die manier kunnen alle belanghebbenden terugvallen op één duidelijke visie voor het gebied. Anders zou er een vastgestelde visie zijn met wijzigingen die later bij de ontwikkelstrategie zijn goedgekeurd. Zo houd je geen overzicht en is onduidelijk wat de bedoeling is met De Koog. Dit voorstel haalde geen meerderheid.

Inhoudelijk vindt D66 het belangrijk dat de gemeente regie houdt op de ontwikkelingen en stevig als initiator en aanjager optreedt wanneer marktpartijen terughoudend zijn. Wanneer de gemeente passief is, bestaat het risico dat het bij een droombeeld blijft waar weinig van terechtkomt. In de commissievergadering gaf commissielid Rick Hollander eerder al aan dat de mogelijkheid reëel is van een stokkende ontwikkeling, waardoor de rommelige aanblik van De Koog alleen maar wordt versterkt.

D66 benadrukte daarnaast het belang van de ontwikkeling van het stationsgebied in relatie tot de campusvorming. Om dit een steviger plek te geven in de gebiedsvisie, diende D66 ook hiervoor samen met andere partijen, waaronder Gemeentebelangen Purmerend, een voorstel in. Hoewel de verantwoordelijke wethouder zich goed kon vinden in dit voorstel, kreeg het niet de steun van een meerderheid van de gemeenteraad. ‘We varen daarmee meer in de mist dan nodig is’, zei fractievoorzitter Mark Intres in de raadsvergadering. ‘Het is nu meer ‘op hoop van zegen’. Dat moet dan maar.’ Voor D66 geen reden om zich tegen het raadsvoorstel te keren. Het voorstel werd aangenomen met 31 stemmen vóór en 2 stemmen tegen.