Column: “Niet alles wat je kunt tellen telt, en niet alles wat telt kun je tellen!”, over de fietstunnel onder de N201

GS voerden feitelijk twee bezwaren tegen de aanleg van de tunnel op: de totale kosten, ruim dertien miljoen Euro en het lage aantal fietsers dat nu over de route rijdt. Geld aan deze fietstunnel uitgeven betekent dat andere fietsknelpunten niet tijdig kunnen worden opgelost. Al in de commissievergadering Bereikbaarheid en Energietransitie bleek een groot aantal partijen, waar onder D66, moeite met de keuze voor geen fietstunnel te hebben. 

Een week voor de commissievergadering hebben we een nieuwe vorm van samenspraak, een inwonersavond, in de provincie Utrecht onder de noemer ‘Praten met de Staten’ gehouden. Hierin bepleiten vier deelnemers toch voor een fietstunnel te kiezen. De gemeente Ronde Venen heeft ook een analyse laten uitvoeren waaruit naar voren komt dat het wel loont om de fietstunnel aan te leggen. ‘We moeten niet over dertig jaar afschrijven maar over honderd jaar’, zo stelt de contra-expertise. Helaas biedt het model voor investeringen die wij als Staten zelf hebben vastgesteld daar nog geen ruimte voor.

Persoonlijk sprak mij de inbreng van de Fietsersbond en de rector van het VeenLanden College, de heer Ligthart, in het bijzonder aan. Vorig jaar was er een dodelijk ongeval met een leerling op de fiets die de N201 over stak. Wat mij vooral aanspreekt in hun bijdragen is de focus op de toekomst. Een fietstunnel nodigt uit om vaker gebruik te maken van de fiets omdat het veiliger wordt en het de kans op een ongeluk op het kruisen van de N201 aanzienlijk verkleint. Bovendien dient zich nu de kans aan om de tunnel aan te leggen omdat de hele N201 op de schop gaat. Hier tien jaar later voor kiezen, zou de tunnel alleen maar veel duurder maken.

Mijn college Noortje Flink van de PvdA hield de leden van de Staten wel een spiegel voor. Want wat betekent het om nu wel geld voor deze tunnel vrij te maken terwijl er straks misschien geen geld meer is voor een tunnel waarbij het risico op ongelukken veel groter is? Een terechte vraag die ook een appel op ons politieke en morele geweten als Statenleden doet. Hoe integraal maken wij onze afwegingen en laten wij ons niet te veel leiden door de waan van de dag of door mensen die het hardst roepen?

Wat voor D66 de doorslag geeft om nu toch voor de fietstunnel te kiezen is dat politiek niet alleen maar een zaak is van cijfers maar ook zeker van gevoel. Daarbij werkt het niet zo dat wij in de Staten altijd maar een lijstje af kunnen werken met knelpunten die als eerste aangepakt moeten worden. Ik heb dat zelf gemerkt bij het vragen om het onderhoud voor de N225 bij Leersum, naar aanleiding van de schade door de valwind, naar voren te halen. Hier kreeg ik als antwoord dat het onderhoud nog niet is ingepland en het kapitaalvernietiging is als we daar nu al geld aan uit zouden geven. Het is dus lang niet altijd zo rationeel en feitelijk als dat wij denken of wij onszelf wijs maken.

D66 is blij dat de hele Provinciale Staten het amendement voor de fietstunnel onder de N201 indient (met complimenten en dank voor het voorbereidende werk aan Gerdien Bikker van het CDA) en dat deze na de stemming unaniem is aangenomen. Wij vinden dit een belangrijk signaal. Er wordt naar inwoners geluisterd. De democratie werkt. Het is kijken in een glazenbol maar ik zou graag willen weten hoe wij in 2034 tegen deze beslissing aan kijken. Zouden we zeggen dat het een terecht genomen besluit is of zouden we er spijt van hebben. Ik heb de overtuiging dat wij dan vaststellen dat het een terecht genomen besluit is dat past bij een Provincie dat de fietsregio van Europa wil zijn en blijven.

PS. De werkzaamheden voor de fietstunnel starten naar verwachting in 2026 en de oplevering staat gepland voor 2028.