We moeten het vaker over water hebben

Door de overbemesting van ons land komen te veel meststoffen terecht in oppervlaktewater en grondwater. Dat is een grote bedreiging voor de biodiversiteit, maar ook voor ons: datzelfde water hebben we ook nodig als drinkwater. Nou kunnen die meststoffen uit het water gefilterd worden, maar het is veel beter (en heel veel goedkoper!) als we ervoor zouden zorgen dat ze helemaal niet in het water terechtkomen. Kortom: door minder mest uit te rijden doen boeren niet alleen de natuur een plezier, maar ook alle Nederlanders.

Dan de waterhoeveelheid. De landbouw (en met name de veeteelt) houdt graag droge voeten en is daarom heel bedreven in het afvoeren van water in natte periodes. Maar omdat dat afvoeren steeds zo goed lukt, moeten boeren in tijden van droogte extra water oppompen. Dat is niet goed voor de grondwaterstand, en dus ook niet voor de natuur en voor de drinkwatervoorziening. Door – zoals provincies, boeren en waterschappen hadden bedacht – waterbuffers aan te leggen, het waterpeil onder het maaiveld te verhogen en over te stappen op andere vormen van landbouw, kunnen boeren veel zuiniger omspringen met ons water en beter inspelen op het veranderende klimaat. Zo helpen ze ook de natuur een handje. En zo groeit de kans dat ook nieuwe huizen allemaal kunnen worden aangesloten op het water – want dat is tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend. Huizen bouwen wordt nog lastig trouwens, zonder stikstofruimte…

Over het belang van gezonde natuur (en wat gezonde natuur dan precies is), daarover kunnen we uitstekend van mening verschillen. Dat is de afgelopen jaren wel gebleken. Het belang van genoeg schoon water staat niet ter discussie. Dus laten we het eens wat vaker hebben over water. Dan volgt de natuur vanzelf.