Hoofdstuk 7 Energie en Klimaatbeleid

Het gaat niet goed met het klimaat in de wereld. De gemiddelde temperatuur neemt onverantwoord toe, met extreme hitte, droogte, wateroverlast en overstromingen als gevolg. Daarom
moet ieder land maatregelen treffen, zoals vergaande energiebesparing en inzet van duurzame energie, om de omvang en snelheid van temperatuurstijging te beperken en de samenleving zich te laten aanpassen aan het veranderende klimaat (dit wordt ook wel klimaatadaptatie genoemd). D66 wil dat de gemeente samen met haar inwoners en ondernemers het gemeentelijk energie- en klimaatbeleid opzet en uitvoert. Er is maatwerk nodig op wijkniveau en er moet meer worden ingezet op toepassing van duurzame, innovatieve energiebronnen.

Beeld: Edwin Mulder

Energietransitie, nationaal en lokaal

  • D66 ziet de energietransitie in Pijnacker-Nootdorp als belangrijk speerpunt van beleid, dat volgt op het nationaal beleid. In het Nederlandse Klimaatakkoord is afgesproken om in 2030 de helft minder kooldioxide (CO2) uit te stoten t.o.v. 1990. In 2050 moet de uitstoot met 95% zijn afgenomen. Afgesproken is dat we in Nederland daarom gaan stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen (zoals aardgas) en overstappen op koolstofarme energiebronnen, zoals zonne- energie, windenergie en aardwarmte (geothermie).
  • D66 is ervan overtuigd dat de verduurzaming van de energievoorziening (energietransitie) alle inwoners van Pijnacker-Nootdorp aangaat. Het raakt bijvoorbeeld de energie- en warmtevoorziening van huizen en andere gebouwen, het gebruik van brandstoffen bij industriële productieprocessen in onder meer de glastuinbouw, elektrisch rijden en het opwekken van duurzame energie. Omdat iedereen zijn/haar bijdrage moet leveren is goede voorlichting van groot belang.
  • De gemeente heeft een regierol bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving. “Samen doen is voor D66 het centrale begrip in dat verband. Samen doen, dit zowel in regionaal verband als binnen de gemeente, met netbeheerders, bedrijven, instellingen, maatschappelijke organisaties, gebouweigenaren en – uiteraard – de inwoners. “Samen doen” is meer dan alleen de mogelijkheid bieden van formele participatie via het indienen van een zienswijze in juridische procedures. Er moeten ook gerichte participatie-mogelijkheden geboden worden aan anderen dan de “usual suspects” in dergelijke trajecten, bijvoorbeeld via het kunnen deelnemen bij het maken van het transitieplan voor de eigen wijk en via keukentafel-gesprekken en inzet van procesbegeleiders. Bij participatie moet het ook kunnen gaan om financiële participatie, zoals kunnen meeprofiteren van de opbrengsten van lokale opwek van duurzame energie via een zonnepark. Er moet ruimte zijn voor lokale initiatieven zoals een energiecollectief/coöperatie voor aardwarmte/warmtenet/ opwek zonne-energie.
  • Bij de energietransitie zet D66 in de periode 2022 t/m 2026 sterk in op het treffen van energiebesparende maatregelen, opwek van (duurzame) zonne-energie en gebruik van aardwarmte en restwarmte voor ruimteverwarming van woningen en andere gebouwen:
  • D66 is voorstander van toepassing van nieuwe technieken en innovaties om de ambitieuze doelen voor energiebesparing en het opwekken van duurzame energie te realiseren;
  • De gemeente dient particuliere initiatieven voor opwekking van zonne-energie, zoals bijvoorbeeld zonnepanelen op onrendabele percelen en waterbassins in het glastuinbouwgebied, zon-op-dak van nieuwe en bestaande gebouwen en op parkeerplaatsen te ondersteunen. Naast kennisoverdracht, voorlichting en subsidiëring moet de gemeente ook regelgeving (vergunningen) als instrument gebruiken. Verder heeft de gemeente een voorbeeldrol bij benutting van daken van gemeentelijke gebouwen, fietsenstallingen en parkeerplaatsen.
  • de gemeente moet ook een maximale benutting van geothermie (aardwarmte) en gebruik van restwarmte t.b.v. verwarming van gebouwen en de glastuinbouw nastreven (de glastuinbouw dient vóór 2040 aardgasvrij te zijn). Bij de toepassing van restwarmte, die vooralsnog door verbranding van fossiele brandstoffen ontstaat, moet voldoende geborgd zijn dat binnen een redelijke termijn gebruik wordt gemaakt van fossielvrije bronnen.

Energiebesparing in gebouwen

  • D66 vindt dat de gemeente inwoners meer moet helpen bij de keuze welke maatregelen genomen kunnen worden bij bijvoorbeeld de verbouwing van hun woning om deze beter te laten isoleren of zonnepanelen te laten plaatsen waarmee duurzame zonne-energie wordt opgewekt. Met zulke ingrepen is overigens niet alleen het klimaat gediend, zij verbeteren ook het wooncomfort en beperken de energielasten.
  • De gemeente moet het treffen van energiebesparende maatregelen door gebouweigenaren op natuurlijke momenten stimuleren, zoals tijdens periodiek onderhoud of renovatie en het toezicht op de naleving van de energiebesparingsplicht voor bedrijven. Voor zover hun monumentale waarden daardoor niet worden aangetast, moeten ook monumenten worden verduurzaamd (geïsoleerd, dubbel glas en van het gas af).

Wijkplannen

  • De energietransitie is een ingrijpend traject, dat voor iedereen haalbaar en betaalbaar moet zijn, waaraan iedereen moet kunnen meedoen en dat lokaal stap voor stap en wijk voor wijk zorgvuldig moet worden uitgewerkt in wijkplannen. De in een wijkplan gemaakte keuzen moeten door de gemeenteraad worden opgenomen in het gemeentelijke omgevingsplan, zodat gebouweigenaren en andere belanghebbenden vroegtijdig weten waar zij aan toe zijn en hiermee rekening kunnen houden bij de aanpassing van hun gebouw.
  • De wijkplannen moeten niet alleen betrekking hebben op de overstap naar een duurzaam alternatief voor verwarming van gebouwen, maar ook op de gevolgen voor het elektriciteitsnet bij de overstap naar elektrisch koken, de opwekking van zonne-energie in de wijk en aanleg van laadpalen voor elektrische auto’s. D66 wil geen absolute monopolypositie voor warmtebedrijven in onze gemeente. De gemeenteraad bepaalt wanneer de wijk van het aardgas afgaat en welk duurzaam systeem daarvoor in de plaats komt. Als voor een wijk de overstap van aardgas naar een collectief warmtesysteem in beeld is, moet de gebouweigenaar de keuzemogelijkheid hebben om naar dat collectieve systeem over te stappen of zelf voor een ander duurzaam alternatief te zorgen. Heeft de eigenaar eenmaal voor aansluiting op het collectieve systeem gekozen, kunnen kosten verbonden zijn aan het ongedaan maken van die keuze.

Windturbines

  • In verband met de aantasting van het open groene landschap ziet D66 geen ruimte voor windturbines voor grootschalige elektriciteitsopwekking binnen de gemeente. Binnen randvoorwaarden (ruimtelijke inpasbaarheid, natuur, gezondheid omwonenden, externe veiligheid, lokaal eigendom) zijn in het buitengebied beperkte mogelijkheden voor kleine windturbines aanvaardbaar (bijv. maximaal twee windturbines van maximaal 25m ashoogte per erf). Ook de opwekking van energie/warmte door verbranding van biomassa, zoals hout of houtpellets, kiezen we als D66 niet, dit vanwege de negatieve effecten voor de luchtkwaliteit door uitstoot van fijn stof en stank- en rookoverlast.