Energietransitie, nationaal en lokaal
- D66 ziet de energietransitie in Pijnacker-Nootdorp als belangrijk speerpunt van beleid, dat volgt op het nationaal beleid. In het Nederlandse Klimaatakkoord is afgesproken om in 2030 de helft minder kooldioxide (CO2) uit te stoten t.o.v. 1990. In 2050 moet de uitstoot met 95% zijn afgenomen. Afgesproken is dat we in Nederland daarom gaan stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen (zoals aardgas) en overstappen op koolstofarme energiebronnen, zoals zonne- energie, windenergie en aardwarmte (geothermie).
- D66 is ervan overtuigd dat de verduurzaming van de energievoorziening (energietransitie) alle inwoners van Pijnacker-Nootdorp aangaat. Het raakt bijvoorbeeld de energie- en warmtevoorziening van huizen en andere gebouwen, het gebruik van brandstoffen bij industriële productieprocessen in onder meer de glastuinbouw, elektrisch rijden en het opwekken van duurzame energie. Omdat iedereen zijn/haar bijdrage moet leveren is goede voorlichting van groot belang.
- De gemeente heeft een regierol bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving. “Samen doen is voor D66 het centrale begrip in dat verband. Samen doen, dit zowel in regionaal verband als binnen de gemeente, met netbeheerders, bedrijven, instellingen, maatschappelijke organisaties, gebouweigenaren en – uiteraard – de inwoners. “Samen doen” is meer dan alleen de mogelijkheid bieden van formele participatie via het indienen van een zienswijze in juridische procedures. Er moeten ook gerichte participatie-mogelijkheden geboden worden aan anderen dan de “usual suspects” in dergelijke trajecten, bijvoorbeeld via het kunnen deelnemen bij het maken van het transitieplan voor de eigen wijk en via keukentafel-gesprekken en inzet van procesbegeleiders. Bij participatie moet het ook kunnen gaan om financiële participatie, zoals kunnen meeprofiteren van de opbrengsten van lokale opwek van duurzame energie via een zonnepark. Er moet ruimte zijn voor lokale initiatieven zoals een energiecollectief/coöperatie voor aardwarmte/warmtenet/ opwek zonne-energie.
- Bij de energietransitie zet D66 in de periode 2022 t/m 2026 sterk in op het treffen van energiebesparende maatregelen, opwek van (duurzame) zonne-energie en gebruik van aardwarmte en restwarmte voor ruimteverwarming van woningen en andere gebouwen:
- D66 is voorstander van toepassing van nieuwe technieken en innovaties om de ambitieuze doelen voor energiebesparing en het opwekken van duurzame energie te realiseren;
- De gemeente dient particuliere initiatieven voor opwekking van zonne-energie, zoals bijvoorbeeld zonnepanelen op onrendabele percelen en waterbassins in het glastuinbouwgebied, zon-op-dak van nieuwe en bestaande gebouwen en op parkeerplaatsen te ondersteunen. Naast kennisoverdracht, voorlichting en subsidiëring moet de gemeente ook regelgeving (vergunningen) als instrument gebruiken. Verder heeft de gemeente een voorbeeldrol bij benutting van daken van gemeentelijke gebouwen, fietsenstallingen en parkeerplaatsen.
- de gemeente moet ook een maximale benutting van geothermie (aardwarmte) en gebruik van restwarmte t.b.v. verwarming van gebouwen en de glastuinbouw nastreven (de glastuinbouw dient vóór 2040 aardgasvrij te zijn). Bij de toepassing van restwarmte, die vooralsnog door verbranding van fossiele brandstoffen ontstaat, moet voldoende geborgd zijn dat binnen een redelijke termijn gebruik wordt gemaakt van fossielvrije bronnen.