Crisisnoodopvang langer open? Een dilemma

Achtergrond: Crisisnoodopvang is geen noodopvang

Crisisnoodopvang is bedoeld voor mensen die net in Nederland zijn aangekomen en een paar dagen moeten wachten voor ze overgeplaatst worden naar crisisopvang. Crisisnoodopvang ziet er dus anders uit als noodopvang. Zo ook de crisisnoodopvang in Elst: je toilet is een dixie, je bed staat een paar meter van het spoor, je hebt geen dagbesteding, maar een tent om overdag te verblijven, je mag in de rij (buiten) voor een douche wachten en je slaapt met drie willekeurige vreemden in een portacabin. Er is voor de rest niets. Dat is voor een paar dagen niet erg, maar sommige mensen verblijven al jaren in de ene na de andere crisisnoodopvang, zonder dat ze onze taal kunnen leren, zonder dat ze kunnen werken of naar school kunnen.

Blij en trots dat we in Overbetuwe mensen in nood hebben opgevangen

Wij zijn blij dat we als Overbetuwe mensen in nood hebben kunnen opvangen de afgelopen maanden. In onze mailbox zagen wij een mail over gelukzoekers maar wij snappen dat deze mensen nu op zoek zijn naar iets wat geluk brengt. Deze mensen komen namelijk uit noodzaak naar ons toe; omdat hun eigen thuis niet meer veilig is en wij zijn dankbaar dat Overbetuwe deze maanden die veilige plek heeft kunnen zijn.  
We zien in de aantallen die gegeven worden op de vragen bij BOB dat deze groep asielzoekers vrij stabiel is gebleven en dat er geen mensen zijn vertrokken sinds ze in deze opvang zitten. We zien ook dat deze crisisnoodopvang geen plek is, waar mensen langdurig zouden moeten verblijven. We snappen vanuit dat oogpunt dan ook dat de portefeuillehouder de keuze maakt om maar met 1 maand te verlengen. 

Een dilemma dat we niet in Elst maar in Den Haag moeten oplossen

Het plaatst ons wel voor een dilemma. Janita Hanekamp-Jansen geeft een praktijkvoorbeeld: 
“In mijn eerste klas zit dit jaar een jongen waarbij het voor de basisschool onmogelijk was om een schooladvies te geven. Deze jongen was ondertussen 2 jaar in Nederland en had op 6 adressen gewoond. Hij sprak gelukkig goed Engels en had redelijk Nederlands geleerd maar hij had geen docent gehad die hem voor langere tijd had kunnen begeleiden. Hij liep hierdoor achterstand op en kon niet aan zijn leven beginnen. Nu hij ondertussen 1,5 jaar op dezelfde plek woont zie je dat hij een nieuw thuis kan maken.”  
Wij willen de asielzoekers die nu in de crisisnoodopvang zitten graag besparen dat ze van locatie naar locatie moeten. Als het openhouden van de locatie voor 3 maanden ervoor zorgt dat ze minder adressen af moeten gaan is dit voor ons zeker een argument om toch aan de wens van het COA te voldoen. We zien echter veel liever dat er plekken voor deze mensen komen in noodopvangen waar ze de volgende stap naar een thuis in Nederland kunnen zetten. We zijn blij dat dit binnen de regio opgevangen kan worden en hopen dat deze mensen snel een thuis zullen vinden.