Statushouders zijn niet het probleem, het woningtekort wel

Wie in Nieuwkoop op zoek is naar een sociale huurwoning, moet veel geduld hebben. Jongeren die tot ver in de twintig thuis wonen, gescheiden ouders die geen betaalbare woning kunnen vinden, ouderen die kleiner willen wonen maar nergens terecht kunnen- dat raakt mensen rechtstreeks in hun leven. Het is logisch dat daar frustratie en zorgen bij horen.

Tegelijk zien we dat die boosheid soms wordt gericht op één groep: statushouders. Alsof zij de oorzaak zijn van de lange wachttijden. “Inwoners mogen boos zijn op de wachttijd, maar níet op elkaar” zegt Jop van der Pijl, fractievoorzitter van D66 Nieuwkoop. “Als je boos wordt: wordt dan maar boos op de gemeente zelf” Met dit artikel willen we laten zien wat er écht speelt- en vooral: wat wél helpt.

Geen verdringing door statushouders

In een interview met Studio Nieuwkoop werd eerder de suggestie gewekt door een Nieuwkoopse wethouder dat Nieuwkoopse woningzoekenden “worden verdrongen” door statushouders. Dat raakte veel mensen én leidde tot terechte vragen in de gemeenteraad. D66 en Natuurlijk Nieuwkoop hebben daarom samen schriftelijke vragen gesteld aan het college.

In de beantwoording is het college heel helder: er is géén sprake van verdringing door statushouders op de sociale huurmarkt in Nieuwkoop. De wethouder heeft die eerdere uitspraak later ook publiekelijk teruggenomen in de raad en aangegeven dat dit niet de lijn van het college is.

De wachttijd voor een sociale huurwoning is in onze regio gemiddeld 91 maanden inschrijftijd; de actieve zoektijd ligt rond de 38 maanden. Dat is ontzettend lang, en dat mag je oneerlijk vinden. Maar de belangrijkste oorzaak zijn niet statushouders, maar een structureel tekort aan sociale huurwoningen én een tekort aan woningen in andere segmenten, waardoor meer mensen noodgedwongen in de sociale sector blijven hangen.

“Als je met te veel mensen in een te kleine lift staat, los je het probleem niet op door iemand uit de lift te flikkeren,” legt Jop uit. “Je hebt gewoon méér ruimte nodig- in ons geval: meer betaalbare huizen.”

Als je met te veel mensen in een te kleine lift staat, los je het probleem niet op door iemand uit de lift te flikkeren

Fractievoorzitter Jop van der Pijl (D66)

Voorrang schrappen schuift het probleem alleen maar door

Soms klinkt het logisch: haal de voorrang voor statushouders weg, dan komen ‘onze eigen’ woningzoekenden sneller aan de beurt. Maar dat beeld klopt niet- juridisch niet, en praktisch al helemaal niet.

Gemeenten hebben namelijk een wettelijke taak om statushouders, mensen die een verblijfsvergunning hebben gekregen, aan een woning te helpen. Het Rijk bepaalt hoeveel statushouders een gemeente moet huisvesten. Die verplichting blijft bestaan, óók als je de voorrang in de verdeling van sociale huur zou schrappen.

Wat gebeurt er dan in de praktijk? Statushouders blijven langer in het azc zitten, waardoor daar bedden bezet blijven. Nieuwe asielzoekers kunnen minder goed doorstromen, de druk op crisisnoodopvang wordt groter en gemeenten gaan op zoek naar dure tijdelijke oplossingen, zoals hotels of noodlocaties. Er komt geen enkele extra woning bij- de schaarste wordt alleen anders verdeeld.

Voor Nieuwkoopse woningzoekenden verandert er dus weinig. Dezelfde (te kleine) voorraad sociale huurwoningen moet over nóg meer groepen worden verdeeld. “Je lost het woningtekort niet op door mensen tegen elkaar uit te spelen,” zegt Van der Pijl. “Je lost het op door sneller en slimmer te bouwen, en door goed te sturen op betaalbare woningen in alle dorpen.”

De oplossing ligt bij sneller en slimmer bouwen, bijvoorbeeld met flexwoningen

Fractievoorzitter Jop van der Pijl (D66)

De feiten in Nieuwkoop: te weinig sociale huur

In Nieuwkoop is op dit moment ongeveer 21% van de totale woningvoorraad een sociale huurwoning. Landelijk en provinciaal is het streven dat gemeenten naar ongeveer 30% sociale huur toegroeien. Ook in de strategische koers woningbouw en het addendum op de woonvisie heeft Nieuwkoop vastgelegd dat in nieuwe woningbouwplannen 30% van de woningen sociale huur moet zijn en 35% ‘betaalbaar’ (middenhuur en betaalbare koop).

Zelfs als we alle geplande woningen tot en met 2040 realiseren (ongeveer 2.300 woningen), halen we die 30% sociale huur in de totale voorraad niet. Daarvoor zou maar liefst 94% van alle nieuwe woningen sociale huur moeten zijn en dat is niet haalbaar en ook niet verstandig, omdat er óók veel vraag is naar middenhuur en betaalbare koop. Een lokale inhaalslag is dus wél nodig, maar hiervoor ontbreekt het aan lokaal draagvlak en wat D66 betreft aan politieke daadkracht.

Wonen met én voor elkaar

Transparantie helpt om misverstanden weg te nemen en het gesprek eerlijk te voeren. “Nieuwkoop is op z’n best als we elkaar zien als toekomstige buren, niet als tegenstanders,” zegt Jop van der Pijl. “Als we ergens ‘pas op de plaats’ moeten maken, dan is het bij het aanwijzen van zondebokken. En als we ergens gas op moeten geven, dan is het bij het bouwen van méér betaalbare woningen. 

Een optie is bijvoorbeeld door snel, meer flexwoningen te realiseren waardoor er in een rap tempo nieuwe sociale huurwoningen op de markt komen. Het voordeel van flexwoningen is daarbij dat ze financieel voordelig zijn én kunnen worden gerealiseerd op grond dat niet geschikt is voor permanente woningbouw. Voorstellen om tempo te maken met meer flexwoningen door Natuurlijk Nieuwkoop en D66 worden tot op heden helaas verworpen in de gemeenteraad van Nieuwkoop.

“Op dit vlak blijf ik mij inzetten op laten zien wat wél kan, bijvoorbeeld op het gebied van flexwoningen”, zegt Van der Pijl. “Dáár knokken we als D66 Nieuwkoop voor- samen met iedereen die wil meedenken over een gemeente waar je kunt wonen.”