“Coming-out gaat niet over de ander, maar over jezelf accepteren”

Fractievoorzitter Jop van der Pijl deelt zijn coming-out verhaal.

Er komt een moment waarop je voelt: dit ben ik. En soms is dat een opluchting, maar soms ook iets beangstigends. Want wat als dat beeld niet past bij hoe je dacht dat je zou zijn?

Ik wist op mijn twaalfde dat ik niet alleen op meisjes viel. Toch duurde het jaren voordat ik dat kon accepteren. Niet omdat mijn omgeving streng of afwijzend was. Integendeel, ik groeide op in een warm en open gezin. Ik had vooral zélf moeite met het idee dat ik “anders” zou zijn. Dat woord alleen al: anders. Alsof je van het ene op het andere moment niet meer gewoon jezelf bent, maar opeens “die homo”.

Dat is misschien wel het lastigste van een coming-out: het besef dat zodra je het uitspreekt, je identiteit niet langer alleen van jou is. Mensen kijken opeens met een ander filter. Je hoort bij een groep waar nog steeds vooroordelen over bestaan, en soms voelt dat alsof je een stukje van je eigen ik kwijtraakt- het deel dat “normaal” wilde zijn.

Ik heb lang geprobeerd dat gevoel weg te duwen. Ik probeerde verliefd te worden op meiden, alsof ik mezelf kon omvormen naar wat ik dacht dat van me verwacht werd. Ik schreef brieven aan mezelf over mijn twijfel en mijn hoop dat het ooit over zou gaan. Maar het ging niet over.

Toen ik uiteindelijk besloot om uit de kast te komen, deed ik dat bewust na mijn laatste schooldag. Ik wilde de middelbare school afsluiten zonder angst voor reacties, pesten of afstand. De timing voelde als controle: nog even het oude leven afronden, en dan pas de sprong.

En die sprong was minder eng dan gedacht. Ik deelde mijn coming-out via Snapchat, en kreeg een stortvloed aan lieve, oprechte reacties. Ik verloor geen vrienden, geen familie, en kon gewoon blijven sporten. Alles wat ik vreesde, gebeurde niet.

Maar dat betekent niet dat het makkelijk was. Want de grootste strijd speelde zich af vanbinnen. Niet iedereen die worstelt met zijn of haar geaardheid doet dat omdat de omgeving afwijzend is- vaak komt het voort uit het gevecht met jezelf. Het kost tijd om te leren dat jij niet “anders” bent, maar dat dit ook een onderdeel is van je gewone zelf.

Voor wie nu in dat proces zit: weet dat het mag duren. Dat het oké is om bang te zijn. En dat er een moment komt waarop de rust terugkeert- niet omdat de wereld verandert, maar omdat jij dat doet.

Voor ouders, vrienden en leraren: probeer te zien dat de strijd niet alleen tegen de buitenwereld gevoerd wordt, maar juist ook van binnen. Acceptatie begint niet alleen bij woorden als “het is oké”, maar vooral bij geduld en het bieden van de ruimte om iemand zelf die stap te laten zetten.

Vandaag, op Coming-Outdag, denk ik terug aan die jongen van twaalf. Die dacht dat hij iets zou verliezen, maar in werkelijkheid juist zichzelf vond.

Jan Terlouw, voormalig partijleider van D66 zei altijd; “vrijheid is niet ‘ik ben vrij’, vrijheid is ‘wij zijn vrij’”- en daar ben ik het volledig mee eens. Iedereen moet de vrijheid voelen om jezelf te kunnen zijn, in je eigen tempo. Niemand zou zich gevangen moeten voelen in zijn eigen identiteit.

Mijn coming-out was niet het einde van iets, maar het begin van wie ik écht ben. En dat gun ik iedereen: de vrijheid om niet iemand anders te worden, maar je gewone zelf te zijn. 

– Jop van der Pijl


P.s. Zit je klem en wil je met iemand praten? Neem dan bijvoorbeeld contact op met het COC Switchboard. Je kan, indien gewenst, anoniem met hen praten.