Een energiecoöperatie is een groep mensen, verenigd in een coöperatie, die samen lokaal duurzame energie opwekken op bijvoorbeeld het dak van een stal of school. In Nederland is dit model al lang succesvol, denk aan de suikerunie of de zuivelcoöperaties. Deze lokale initiatieven voor duurzame energie krijgen onze volle steun.
Gemiste kans voor lokale initiatieven energiecoöperaties
Steeds meer willen Nederlanders bijdragen aan het opwekken van duurzame energie. Dat kan met zonnepanelen, maar niet iedereen heeft een eigen dak. Of de investering is te groot. Voor deze groep is het mogelijk om samen te werken in een energiecoöperatie.
Wij hebben daarom met verbazing gekeken naar de stemming gisterenavond en een wat zure nasmaak nagehouden over het verwerpen van ons voorstel over lokale initiatieven. Gisterenavond heeft de Leidse Raad haar wensen en bedenkingen vastgesteld voor de Regionale Energie Strategie (RES). Het was al een mooie stap dat het college zelf erkende dat lokale initiatieven heel belangrijk zijn voor het slagen van de energietransitie. Wij zagen echter ook een mooie kans om echte stappen te zetten. Stappen die niet alleen iets vragen van onze inwoners, maar die ook ons als gemeente kritisch laten kijken naar onze eigen invloed. Want een grote frustratie van de mensen in de energiecoöperaties is dat overheden wel allemaal mooie woorden spreken, maar zelf geen actie ondernemen.
De lokale initiatieven hebben leden, investeringskracht en willen er werk van maken. Er is inmiddels zelfs een landelijke koepelorganisatie die ze met raad en daad ter zijde staat. Het enige wat energiecoöperaties vaak niet hebben, is de beschikking over een stuk grond of een dak. De traditionele projectontwikkelaars hebben vaak in de ogen van gemeenten een streepje voor door een gevulde projectportfolio, maar blijven de laatste jaren heel vaak steken omdat draagvlak in de buurt mist. Projecten met lokale initiatiefnemers hebben niet alleen meer kans van slagen, zij brengen ook rendement terug in de gemeenten. En zij nemen vaak genoegen met een paar % minder rendement waardoor zij soms net die ene locatie kiezen die veel minder overlast geeft voor de omgeving. Win-win zou je denken.
De laatste tijd zoeken vele gemeenten daarom naar mogelijkheden om bij gronduitgifte de voorkeur te geven aan lokale initiatieven. Daar waar de overheid eigen gebouwen of daken heeft, kan zij zelf ook voorwaarden stellen. Daarvoor is wel nodig dat de gemeente vooraf een beleidskader opstelt waarin zij uitlegt wat de eisen zijn en op welke criteria een initiatiefnemer wordt beoordeeld. Lijkt een technisch dingetje, maar dit is in de echte wereld het verschil tussen mooie woorden en een gerealiseerd dak.
Wij troosten ons er voor nu in dat ons voorstel in het geweld van totaal dertien voorstellen op de RES gewoon nog niet goed genoeg hebben uit gelegd. Want volgens ons kan niemand hier op tegen zijn. Gelukkig hebben GroenLinks, SP, CDA en de VVD al over twee weken een nieuwe kans om voor te stemmen. Maar dan met een nog concretere stap: namelijk met het voornemen om als Leiden voorop te lopen in het opstellen van dit beleidskader voor onze stad. Dan pas geven we echte kansen aan lokale initiatieven met duurzame energie. Wat D66 betreft verdienen deze inwoners een gemeente die actie onderneemt. Want zij zijn er klaar voor.