OPINIE: Van leidende kennisstad naar stagnatie? Succes Bio Science Park vraagt om regionale krachtbundeling
“Er heerst in de Leidse politiek momenteel vooral een sfeer van tevredenheid”, aldus het Leids Nieuwsblad. Met deze geruststellende woorden ging de gemeenteraad het zomerreces in. Tevredenheid is echter een woord om alert op te zijn in de politiek. Want waar tevredenheid overheerst, sluipt het risico op stagnatie binnen. En in de dynamiek van snel ontwikkelende kennissteden, is stagnatie een groot gevaar. Voor Leiden geldt dat met name voor het Bio Science Park. In veertig jaar is het ontwikkeld tot de banenmotor voor de Leidse regio. De groei lijkt er echter uit te gaan en het lukt niet meer om de koploperpositie vast te houden. Om het tij te keren vraagt het om politieke lef, visie en samenwerking.
‘Beste binnenstad van Nederland’, ‘European City of Science’ en een booming Bio Science cluster dat wereldwijd in de top 10 staat. Het zijn zomaar een paar van de titels waar Leiden zich mee op de borst kan kloppen. Het is het resultaat van jarenlang een gerichte politieke koers volgen en goede investeringen doen. Je zou zeggen: Strik eromheen en klaar?
Wie de Leidse jaren ’70 en ’80 heeft meegemaakt weet ook hoe anders het eerder is gegaan. Armoede, leegstand en verval. Een verloederde stad vol met scheuren en lege gaten die herinnerden aan een verloren industrieel verleden. En hoewel je zo’n toekomst nu niet snel verwacht, moeten we alert zijn vanwege ons eigen verleden.
De stedelijke geschiedenis van Leiden lijkt op de vlucht van een kwikstaartje, die golvend op en neer gaat. Perioden van groei worden opgevolgd met jaren van verval. Iedereen kent de rijke historie van de Lakennijverheid in de 17e eeuw. Die welvaart bracht in de hele regio. De daaropvolgende eeuw kende echter verval door concurrentie, afnemende werkgelegenheid en leegloop. In de 19e eeuw zorgde de industrialisatie voor een nieuwe bloeiperiode als fabrieksstad, maar ook die verdween weer met een verpauperde stad aan het einde van de 20e eeuw. Staan we met de succesvolle vestiging van de Bio Science aan de vooravond van een volgende Gouden 21e Eeuw? Of zijn we dat hoogtepunt al voorbij?
We moeten ons realiseren dat er serieuze risico’s zijn voor de toekomst van het Bio Science Park. Het recent verschenen rapport Index071 waarover het Leidsch Dagblad vorige week schreef blijkt dat uit. De groei van deze kennisregio loopt achter. Het ruimtetekort binnen de stad vormt een directe blokkade voor verdere groei. Nieuwe bedrijven en medewerkers vinden steeds moeilijker een plek, zowel om te werken als om te wonen. Bovendien opereren deze bedrijven op een internationaal niveau, waarbij ze minder binnen gemeentegrenzen denken. Ondertussen is de realiteit dat we in de Leidse regio met vijf gemeentebesturen samen een ‘stad’ besturen van bijna 220.000 inwoners. Inwoners die zelf ook wonen in de ene gemeente, en werken in de andere. Het succes van de een is daarmee het succes van de ander.
Het Bio Science Park is nu het succesverhaal van Leiden, maar de stad redt het niet meer alleen. Als we de lessen uit het verleden serieus nemen, moeten we niet tevreden achterover leunen. Het vergt politieke lef, maar de kennisregio wordt er gezamenlijk beter van als we voorbij de gemeentegrenzen denken en de bestuurlijke fusie aangaan. Alleen door samen te gaan kunnen we voorkomen dat de kennisregio in een neerwaartse spiraal terechtkomt. Het zomerreces is weer voorbij, en de politiek kan weer aan de slag. Met een gezamenlijke aanpak die de Leidse regio toekomstbestendig maakt.
Sander van Diepen, fractievoorzitter van D66 in de Gemeenteraad Leiden