De visie op de visie(s)

Op 10 oktober 2024 trad Marin Rutgers terug als raadslid en volgde Johannes Prakken haar op. Waar het op 10 oktober nog een beperkte raadsvergadering was kon Johannes op 24 oktober, uiteraard met hulp van de (steun-)fractie, vol aan de slag met het debat over de begroting van 2025 – 2028. Een terugblik.

De visie

Op donderdag 24 oktober mocht ik namens D66 voor het eerst onze visie op de gemeentebegroting van Hoogeveen presenteren. En ja, ik ben al sinds 2012 betrokken bij de fractie, maar het voelt toch even anders als je daar zelf in de gemeenteraad moet gaan vertellen wat je ervan vindt. Een beetje zoeken naar de juiste toon en vorm dus, en waarschijnlijk doe ik het de volgende keer ook weer anders. Want zo werkt dat nou eenmaal. Zie link onderin voor de tekst en hier voor geluid en beeld, vanaf 1:33:18. Bij wijze van grap de D66-slogans van nu en voorbije jaren erin verwerkt.

OZB reserve

Bij het amendement (wijzigingsvoorstel) om de OZB-reserve af te schaffen, had ik wel tegenwind verwacht. Die is namelijk net in juli ingesteld. Korte samenvatting van de oorsprong van die reserve: CDA, GB, SGP, VVD en FvD zagen in een positief saldo van de laatste 3 jaarrekeningen een reden om de OZB als “te hoog” te bestempelen en zorgden daarom voor een mechanisme waardoor een positief saldo als korting op OZB wordt verstrekt. Concreet: in 2025 en verder zorgen zij op die manier voor 3,75 miljoen minder bestedingsruimte voor de gemeente.

Wat ik bij ons voorstel minder zag aankomen, was de ideologische discussie die loskwam. Als je, zoals sommige partijen, streeft naar een kleine overheid, dan is belasting natuurlijk een hellevuur dat zo snel mogelijk geblust moet worden. Bij D66 zien we liever dat de overheid dingen mogelijk maakt en financieel ondersteunt. Daar hoort nu eenmaal bij dat bedrijven en mensen die wat meer hebben, een bijdrage leveren voor het welzijn van iedereen. Eigenlijk heel logisch, toch?

Wat ik wél verrassend vond, waren de reacties van de PvdA en de CU. De PvdA was tegen het aanhouden van de reserve, maar vond het ook weer niet netjes om het zo snel terug te draaien. De CU stemde in met ons amendement, maar waarschuwde wel om er geen gewoonte van te maken. Dat zette me aan het denken: misschien moeten we de tactiek een beetje aanpassen. Een iets ander voorstel waarbij we niet alleen de toevoegingen, maar ook de onttrekkingen aan de reserve begrenzen, heeft misschien meer kans van slagen. Je wilt immers niet dat er zomaar een korting van 30% op de OZB komt, toch? Dat zou nogal ongewenst zijn​.

Afspraken regionale woningmix

En dan was er nog de motie over de regionale afspraken voor een evenwichtige woningmix. In de steunfractie ontstaan vanuit de gedachte dat de rijksoverheid te weinig regie neemt bij de woningbouw. En dat het dan goed is om dat vanuit de lokale overheden op te pakken.

Ik dacht dat dit mooi zou lopen, vooral omdat de wethouder vooraf zei dat het “prima past in het beleid.” En zelfs nadrukkelijk dat het een ondersteuning zou zijn. Maar in de vergadering bleef het bij “dit is wat wij al doen”. Tja, dat klonk wel een beetje alsof hij de motie overbodig vond.

Maar is het echt overbodig? Ik zie het meer als een extra duwtje in de rug. We willen immers niet alleen dat er beleid is, maar ook dat het helder en concreet wordt uitgevoerd. De Drentse Woonagenda is nog maar net gepubliceerd en moet nog besproken worden in de Drentse Staten. Het lijkt me daarom best belangrijk dat we als gemeente formeel besluiten dat we actief meewerken aan een evenwichtige verdeling van woningen in de regio. Je wilt toch niet dat, bij wijze van spreken, Hoogeveen straks alle sociale huurwoningen moet bouwen, terwijl buurgemeenten zich op luxe villa’s storten? Samenwerking is hier het sleutelwoord​​.

Tactiek aanpassen en doorpakken

Al met al heeft deze raadsvergadering me weer wat nieuwe inzichten gegeven. Enerzijds is het duidelijk dat ideologie een grote rol speelt bij discussies over belasting en overheidsuitgaven. Anderzijds blijkt dat samenwerking tussen gemeenten essentieel is, zeker als het gaat om woningbouw. Als vertegenwoordiger van D66 blijf ik ernaar streven om open te blijven staan voor dialoog, ook als de meningen uiteenlopen. En ja: ik neem alles wat ik hieruit leer weer mee naar de volgende vergadering.

Vooruitkijken naar de
volgende keer

In het kort: het presenteren van onze visie op de begroting was leerzaam, spannend en soms een tikkeltje verwarrend. Maar zoals met alles, komt ervaring met de tijd. De discussie over de OZB-reserve liet zien hoe verschillend er gedacht wordt over de rol van de overheid. En bij de motie over de woningmix werd duidelijk dat we als gemeente niet alleen moeten afwachten, maar ook actief moeten sturen op regionale samenwerking.

De komende raadsvergaderingen zal ik dan ook met vertrouwen tegemoet treden. Want ondanks dat het soms voelt alsof je een potje politiek touwtrekken speelt, zijn er altijd mogelijkheden om dingen aan te passen en te verbeteren. Of zoals we bij D66 graag zeggen: “Het moet anders, en het kan anders!”