Bericht uit de Eerste Kamer: Ruimte voor eigen beslissingen en ontwikkeling in onderwijs en wetenschap

Beeld: Anja van Wijgerden

Dit essay van Henriëtte Prast verscheen eerder in het septembernummer 2018 van IDEE, het tijdschrift van de Mr. Hans van Mierlostichting.

We willen een samenleving waarin iedereen de ruimte krijgt om eigen beslissingen te nemen en zich te ontwikkelen. Wat bedoelen we met ruimte? Hoe bevorderen we die? Wat is onze maatstaf? Doen we genoeg? Letten we op de juiste dingen? Het antwoord op de twee laatste vragen is wat mij betreft een hartgrondig nee. Ik licht dat graag toe aan de hand van een voorbeeld dicht bij mijn huis: vrouwen in de economische wetenschap.

Anno 2018 studeren in Nederland twee keer zoveel jongens als meisjes economie en is tien procent van de economiehoogleraren vrouw. Met dat laatste scoort de economische wetenschap slechter dan alle andere disciplines. Vinden vrouwen economie niet interessant, willen ze geen wetenschappelijke carrière, of krijgen ze te weinig ruimte?

Een paar feiten. In de jaren 2016–2018 komen in de vwo examenopgaven economie 26 mannen voor: elf economen, vier directeuren, twee managers, twee onderzoekers, een centrale-bankpresident, een minister van verkeer, een journalist, een eierboer, een belegger en zijn vriend, en een werknemer met een jaarinkomen van 50.000 euro. Daartegenover staan zes vrouwen: een bijstandsgerechtigde, haar vriendin, een lerares economie, een journaliste, een woordvoerster van de Consumentenbond, en een vrouw met een negatief netto rendement op haar spaarrekening.

Een examen is een momentopname, maar wel een die bedacht wordt door economieleraren. Het lijkt erop dat die een stereotiep man/vrouwbeeld in hun hoofd hebben. Dat is niet onschuldig, want leraren met een gender bias gaan onbewust en onbedoeld anders met jongens dan met meisjes. Ze interpreteren de prestaties verschillend en geven adviezen in lijn met het stereotype patroon, met gevolgen voor loopbaankeus. Mensen gaan zich meer volgens hun stereotype gedragen als de omgeving dat activeert; vrouwen worden onzeker in masculiene domeinen.

Wie bepalen het vwo-examenprogramma economie? Twee commissies hebben zich er de afgelopen decennia over gebogen. De eerste bestond uit zeven mannen en één vrouw, de tweede uit zes mannen en twee vrouwen. De mannen waren overwegend hoogleraren en gepromoveerden, de vrouwen alledrie doctorandussen. De eerste commissie had als externe adviseurs negen mannen (vooral hoogleraren economie) en één vrouw (geen econoom), de tweede had drie adviseurs, allen hoogleraar economie en man. In de commissie-adviezen komen vrouwen twee keer aan bod: er wordt verklaard waarom het optimaal is dat vrouwen meer in het huishouden doen dan mannen (slechter arbeidsmarktperspectief), en het voorbeeld gegeven van een man die met zijn huishoudster trouwt om te illustreren waarom het bruto nationaal product geen perfecte maatstaf is. In de evaluatie examenprogramma economie vwo is een hoofdstuk over het examen opgenomen, maar daarin komt de verbeelding van de seksen niet voor.

Dit is de economiewereld in het vwo, en het verbaast dan ook niet dat minder meisjes dan jongens (35 versus 65%) economie gaan studeren. Wat gebeurt er daarna? Meisjes presteren goed in de economiestudie. Er is geen sekseverschil gevonden in de hoogte van de cijfers, meisjes studeren sneller af, en veertig procent van de economiepromovenda is vrouw. Waarom gaat het na de promotie mis? Willen vrouwen niet beulen, zoals voormalig knaw voorzitter Hans Clevers beweert? Zijn vrouwen, om met voormalig Harvard president en econoom Larry Summers te spreken, meer in de wieg gelegd voor zorgen, en ontberen ze wiskundetalent, of krijgen ze minder de ruimte?

Economics Job Market Rumors is een online forum waar economiepromovendi anoniem informatie over hun arbeidsmarktervaringen en- kansen uitwisselen. Welke tien woorden komen daar het meest voor in relatie tot vrouwen? In volgorde van belangrijkheid: hotter, hot, attractive, pregnant, gorgeous, beautiful, tits, lesbian, bang, horny. Voor mannen is dat homosexual, homo, philosopher, keen, motivated, feckers, slides, nordic, filling, textbook. En wie op Economics Job Market Rumors de zoekterm ‘gay’ intikt krijgt de volgende post te zien: “econ is too masculin for poofs. They would prefer english (french lit no doubt). Or just living their dream and starting a hair salon.”

Hoe zit het in Nederland met het vrouwbeeld onder economen? Onderzoek aan de Universiteit van Maastricht blijkt dat economiestudenten in werkgroepen gegeven door vrouwelijke docenten een lager cijfer geven aan het studiemateriaal en het nakijktempo, hoewel dat hetzelfde is als in de werkgroepen geleid door mannen. Het verschil is groter in vakken waarin wiskunde een rol speelt, en komt met name doordat mannelijke studenten vrouwen lager beoordelen. Bij online onderwijs waarin studenten de docent niet te zien of te horen krijgen en docenten zich afwisselend voordoen als man of vrouw blijkt dat (vooral mannelijke) studenten dezelfde docent een betere evaluatie geven als ze denken dat het een man is. Een lage score kan als argument worden gebruikt tegen salarisverhoging en bevordering: “de beste moet het worden”. Een slechtere onderwijsevaluatie leidt er ook toe dat vrouwen meer tijd gaan steken in het onderwijs. Dat gaat ten koste van onderzoeksoutput, iets wat van wezenlijk belang is voor een carrière in de economische wetenschap.

Om de kwaliteit van wetenschappers goed te vergelijken zou het aantal publicaties moeten worden gewogen met de omvang van het dienstverband. Gebeurt dat niet, dan worden deeltijders onder- en voltijders overgewaardeerd. Dit is dan ook de realiteit. Nwo, dat veel geld verdeelt, vraagt niet naar omvang van het dienstverband van de subsidie aanvrager, wel naar het aantal maanden “care or sick leave” of alleen “leave”, waarmee afwezigheid door het krijgen van kinderen hetzelfde wordt behandeld als ziekte en dus negatief uitpakt.

Wat betekent dit alles voor D66, de partij die iedereen de ruimte wil geven, en sterk hecht aan goed onderwijs? In mijn ogen dat we actief moeten optreden tegen gender stereotypering en de effecten daarvan in het onderwijs en op de wetenschappelijke carrière van mannen en vrouwen. Tegengaan van impliciete discriminatie is niet alleen vereist gezien onze kernwaarden, maar bevordert ook de optimale benutting van menselijk kapitaal én een beloning naar prestatie. Laten we pleiten voor het screenen van eindexamens op gender stereotypering, voor een samenstelling van commissies die het stereotype beeld onderuithaalt in plaats van bevestigt, voor het corrigeren van onderwijsevaluaties voor gender bias, en het gender bias-proof maken van nwo-procedures. We kunnen ook een stap verder gaan. Iemands individuele gender bias is te meten, en zou onderdeel kunnen gaan uitmaken van werving, selectie en bevordering in de wetenschap, te beginnen bij promovendi. Hotter kunnen we het niet maken, wel objectiever.