Bericht uit de Eerste Kamer: Europa op een tweesprong?

Beeld: D66

Dit essay verscheen eerder in het decembernummer 2018 van IDEE, het tijdschrift van de Mr. Hans van Mierlostichting.

Europa op 
een tweesprong?

De Europese Unie nadert voortdurend keuzemomenten. Een rotonde is als beeldspraak beter dan een tweesprong. Een rotonde met verschillende afslagen, dubbele rijbanen, met fly-overs en gevarieerde invoegstroken. De echte tweesprong in Europa is te vinden in Londen, niet op het continent. Althans, nu nog niet.

De Brexit komt er aan. De resterende 27 EU staten hebben niet veel te kiezen, behalve een ordentelijke afwikkeling van de scheiding. Nederlandwordt er economisch hard door geraakt. Ook psychologisch. De unie verliest voor het eerst volkeren waarmee het zich verbonden voelt. Een meerderheid van burgers die hun stem gingen uitbrengen in het referendum in het Verenigd Koninkrijk wilde een Brexit. Het Verenigd Koninkrijk (VK) heeft dus bij simpele meerderheid van de opkomende stemmers het eigen isolement verkozen boven verdere samenwerking. Over de keuze en de geschiktheid van een referendum voor een dergelijke kolossale vraag heeft Rob Jetten onlangs in de House of Commons ware woorden gesproken: als de waarheid (van de complexe ontvlechting van het VK uit de EU en zijn gevolgen) te ingewikkeld is om op een stemformulier te passen, dan moet je je afvragen of daarvoor het referendum het geschikte instrument is. Er werd hoogmoedig door de toenmalige premier Cameron een misleidende keuze voorgelegd om met de eurosceptici in zijn eigen partij af te rekenen. Een kolossale misrekening.

Ik kon lang niet aan de gedachte wennen dat de Britten niet meer bij ons wilde horen. Ik heb zelfs weddenschappen afgesloten dat het niet door zou gaan. Na terugkeer van een recent bezoek met een delegatie van Eerste en Tweede Kamer aan onze collega’s in Londen weet ik het zeker: die weddenschappen ga ik verliezen. Niemand – ook degenen die het zouden willen – is nu nog in staat effectieve politieke macht te organiseren om op deze weg terug te keren. Tegelijkertijd hebben zowel Brexiteers als Remainers verschillende opvattingen over hoe het nu verder moet. Dat is geen nieuw fenomeen: op een tegenstem kan je vaak mensen wel tijdelijk verenigen, maar daarna moet je op zoek naar het vervolg en dan blijkt het genuanceerder te liggen en blijken de belangen te verschillen. Het Brexit-besluit heeft de tegenstellingen eerder aangewakkerd dan opgelost.

Ik vrees dat de verdeeldheid in het VK ook niet tijdelijk is. Er zijn genoeg onderwerpen met het potentiële splijtkracht. De gemoederen zijn on-Brits verhit. De vraag is gerechtvaardigd hoe lang het VK na de Brexit zélf nog verenigd blijft. Wordt na een overgangsperiode de Ierse grenskwestie definitief opgelost door de hereniging van Noord met de rest van Ierland? Een reële mogelijkheid nu de protestanten demografisch in de minderheid komen in het Noorden. Dat gaat niet zonder spanning. En wat te denken van de Schotse onafhankelijkheidsambities? En een mogelijke toekomstige band tussen Schotland en de EU? Ik sluit het niet uit.

Als de Brexit iets illustreert, dan is het hoeveel onze samenlevingen in Europa al zijn verbonden. De complexe administratieve, economische, bestuurlijke en ‘menselijke’ ontvlechting die gaat plaats vinden bij de Brexit is nauwelijks te bevatten, laat staan goed te besturen. Wie de oneindige varianten hoort van de getroffenen in gemengde gezinnen, met kinderen van verschillende nationaliteiten, uit eerste of tweede huwelijk, waar niet van kan worden aangetoond dat zij al 5 jaar in het VK wonen (er is daar geen vergelijkbare voorziening als onze Burgerlijke Stand), dan besef je de problemen en hoever we inmiddels zijn (waren) gevorderd in het vrije verkeer. We staan nog maar aan het begin van die ontvlechtingsperikelen. You ain’t seen nothing yet!

Op het continent zijn er tegelijkertijd veel belangrijke andere afslagen te nemen. Met de resterende 27. De verkiezingen voor het Europese Parlement en de samenstelling van een nieuwe Europese Commissie komen er aan. De volgende verkiezingen voor het Europese Parlement in 2019 zijn het belangrijkste democratische keuzemoment op unie-niveau. Door het hybride karakter van de Europese Unie zijn er tussendoor voortdurend ook andere politieke keuzemomenten: nationale regeringen en parlementen veranderen aan de lopende band van samenstelling. Dat werkt continue door in de samenstelling van de Europese Raad. Steeds zijn er op alle niveaus van besluitvorming lastige ‘cliffhangers’. Ik hoef maar te herinneren aan de migratieproblematiek in 2015. Aan Dieselgate. Aan de aangekondigde maatregelen tegen Polen en de druk op Hongarije. Aan de sancties tegen Rusland, CETA, TTIP en aan de manier hoe we moeten reageren op het beleid van America First van Trump. Ik wijs ook op de begroting van Italië. Oh ja, er moet ook nog overeenstemming komen over een nieuwe begroting voor de EU. De toch al bijzonder ingewikkelde puzzel wordt nu nog gecompliceerder door de Brexit en het wegvallen van de Britse bijdrage aan de begroting (na een overgangstermijn).

Als de Brexit iets illustreert, dan is het hoeveel onze samenlevingen in Europa al zijn verbonden.

Joris Backer

Anything new? Ik dacht van niet. Het boek De Eurocrisis van Jeroen Dijsselbloem (de voorzitter van de Eurogroep en voormalig Minister van Financiën) illustreert vanuit de machinekamer van de Eurogroep hoe ingewikkeld wij de EU hebben ingericht. Een belangrijke oorzaak is dat we bij elke aanpassing van de verdragen steeds een compromis zoeken tussen een beetje overdracht van nationale bevoegdheden, maar net te weinig om in de Eurozone echt effectief te kunnen optreden. Bij de Griekse schuldencrisis is de Euromunt en het monetaire stelsel waarin het is ingebed, langs de rand van de afgrond gegaan. Met onderhandelingssessies van soms wel 32 uur. Dan is geen good governance. Maar ondanks dat en anders dan alle zwartkijkers en systeemcritici voorspelden is de Euro niet over die rand in het ravijn gevallen.

De crises en de cliffhangers zijn er niet omdat we nationale bevoegdheden zo vergaand hebben ingeperkt. Wij kunnen op het nationale territorium die crises niet beteugelen , want die zijn voor de financiële markten nauwelijks nog van betekenis, als we dat al ooit effectief konden. Integendeel, we verergeren de situatie doordat EU – bevoegdheden tekort schieten om falende instituties in diverse lidstaten effectief te kunnen corrigeren. Pas door disciplinering vanuit de Eurogroep komen begrotingen een beetje op orde.

Het is interessant om te lezen in Dijsselbloems boek hoe tragisch de Griekse bevolking bij de neus genomen is door de achtereenvolgende regeringen, die belastingvoordelen, pensioenen en andere cadeaus uitdeelden van geleend geld. De regering Tsipras is de eerste die het heeft aangedurfd om in te grijpen, maar zij had ook geen keus meer. Boosheid over de rigide opstelling van de Eurogroep wordt vaak geventileerd. Misschien soms terecht, maar boosheid over de eigen politieke klasse mag daar eerlijk gezegd best aan vooraf gaan. Het één is het gevolg van het ander en niet andersom.

Inmiddels weten we beter dat die politici op nationaal niveau jarenlang onverantwoord hebben bestuurd, statistieken vervalst hebben, belastingen van bevriende politici niet lieten innen enz.. Daarom heb ik ook altijd in de Eerste Kamer, waar dat nodig was, de politieke aanpak van Dijsselbloem gesteund.

Waarom is de discussie over soevereiniteit voor de gezamenlijke munt een schijngevecht? De kosten van elkaar loslaten in de Eurozone blijken op het moment suprême toch steeds onaanvaardbaar groot. En de EU-lidstaten hadden elkaar nodig! Ierland saneerde zijn banken met hulp van de unie en de Ieren werden gered van de financiële ondergang waarvoor de nationale politiek klasse verantwoordelijk was. Idem Cyprus. Dat gold ook voor Portugal en Spanje. Nederland stond er ook slecht voor tot het moest voldoen aan de disciplinerende normen van het begrotingspact.

De nieuwe Italiaanse regering toont aan waar de werkelijke risico’s zitten: een onhoudbaar overheidstekort, falende publieke diensten, stijgende werkloosheid en achterblijvende regio’s. Het is moeilijk vol te houden dat dát de schuld van Brussel is. Maar wel leuk om te vertellen tijdens  verkiezingscampagnes bijvoorbeeld. Het gaat ook tussen Brussel en Rome weer piepen en kraken en uiteindelijk wordt er een oplossing gevonden.

De echte tweesprong waar de EU vroeg of laat toch voor komt te staan is de institutionele verbetering, democratisering, deugdelijke  begrotingssystematiek met meer eigen inkomsten, betere verantwoording van uitgaven en daadwerkelijke verdere integratie, waarbij verder sociaal–economische en fiscale harmonisatie op de agenda zullen komen. Dan laat ik Europese buitenlandse politiek en defensie nu maar even onbesproken. Verder is de sociale pijler in de EU te weinig ontwikkeld. Zonder dat dreigt het een neo-liberaal project te worden. En dat is nooit de bedoeling geweest. Want is het niet opmerkelijk dat – om een paar voorbeelden te noemen – Italië geen bijstand kent en de Bondsrepubliek pas onlangs het minimumloon heeft ingevoerd? Een sociaal -liberaal project mag het wel zijn!

Dat gezegd hebbende, laten we om ons heen kijken in Europa en beseffen wat we al hebben bereikt. Nog steeds geldt voor mij die het voorrecht heeft om er deel uit van te maken, méér dan ooit: Europa Ja en nu Vooruit!