Eerste Kamer stemt in met inwerkingtreding Omgevingswet per 1 januari 2024

Vandaag heeft de Eerste Kamer ermee ingestemd dat de Omgevingswet per 1 januari 2024 in werking treedt. 41 Eerste Kamerleden stemden voor en 29 tegen. Na bijna zeven jaar behandeling in de Eerste Kamer vindt D66 het tijd om burgers, bedrijven en overheden duidelijkheid te bieden en vooruit te gaan. Carla Moonen: “De komende tien jaar wordt er voor 90 miljard aan investeringen gedaan in Nederland. Denk aan de woningbouw, de waterbouw, de veiligheid, de klimaatbestendigheid en de energietransitie. Er staat ontzettend veel op het spel”.

Beeld: Hans Kouwenhoven/Eerste Kamer

Lange geschiedenis

De Omgevingswet bundelt de 26 verschillende wetten van het omgevingsrecht. Het doel van de Omgevingswet is om het omgevingsrecht eenvoudiger en bruikbaarder te maken en het beter mogelijk te maken om integraal omgevingsbeleid te voeren. Plannen en vergunningen worden zo veel mogelijk gebundeld, procedures worden sneller. De Eerste Kamer stemde al in 2016 in met de Omgevingswet en in 2020 met de wet die de invoering van de Omgevingswet regelde. Vanwege problemen met het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO), dat de uitvoering van de Omgevingswet ondersteunt, is de inwerkingtreding van de Omgevingswet al vijf keer uitgesteld – tot nu. De komende tijd zal het digitale stelsel nog verbeterd worden. Gemeenten, provincies en waterschappen hebben aangedrongen op invoering per 1 januari 2024, zodat zij genoeg tijd hebben om zich voor te bereiden. Voor D66 weegt het zwaar dat zij vertrouwen hebben in de Omgevingswet.

“Het is belangrijk dat we leven in een land waar mensen ook kunnen meepraten over hun leefomgeving en waar de overheden de stem van mensen ook echt serieus neemt”

Meepraten en meedoen

Participatie van burgers is een voorwaarde voor een succesvolle Omgevingswet. Senator Moonen: “Het is belangrijk dat we leven in een land waar mensen ook kunnen meepraten over hun leefomgeving en waar de overheden de stem van mensen ook echt serieus neemt”. Om mee te praten en mee te doen, moet het digitale stelsel toegankelijk zijn voor álle burgers. Ook burgers met een beperking of met minder digitale vaardigheden. En als zij vastlopen, moeten zij fysiek terecht kunnen bij gemeenten, provincies en waterschappen. Bovendien moeten alle besluiten en uitspraken leesbaar, vindbaar en traceerbaar zijn in het digitale stelsel. Moonen: “Dat is belangrijk voor de toegankelijkheid en voor het vertrouwen van de burgers in de overheid”.

Een motie van D66 werd aangenomen. Deze motie zorgt dat een voorgenomen besluit, bijvoorbeeld het ontwerp van een omgevingsplan, wordt gepubliceerd in het digitale stelsel. Zo wordt participatie van burgers makkelijker gemaakt. Het college kan de inspraak van burgers verwerken, voordat de besluiten definitief zijn.

Goede voorbeelden
en best practices

Ook alle gemeenten, klein en groot, moeten mee kunnen doen. De Omgevingswet vraagt om een cultuuromslag bij ambtenaren, bestuursorganen, bedrijven en burgers. Senator Moonen vroeg de minister of er goede voorbeelden en best practices voor bijvoorbeeld een omgevingsplan of projectbesluit worden ontwikkeld en gedeeld met en tussen gemeenten. Voor gemeenten die zeggen de invoeringsdatum niet te halen, moeten volgens senator Moonen de Tijdelijke Alternatieve Maatregelen (TAM’s) twee jaar beschikbaar blijven. Zo zorgen we dat niemand achterblijft. De minister heeft toegezegd dat de TAM’s zo lang beschikbaar blijven als gemeenten hierom vragen.