Onderzoek slavernijverleden
Afgelopen jaren heeft D66 zich er hard voor gemaakt om het Delftse slavernijverleden op de agenda te krijgen. Zo is er op verzoek van de gemeenteraad onderzoek naar gedaan. Historici Nancy Jouwe, Gerrit Verhoeven en Ingrid van der Vlis stelden in hun onderzoeksrapport vast dat de toenmalige stadsbestuurders van Delft goed verdiend hebben aan de slavenhandel. Bijna alle stadsbestuurders zaten in het bestuur van de Delftse VOC- en WIC-kamers. Ook zijn er veel voorbeelden van belangenverstrengeling tussen de stad en de compagnieën. De Zuidkolk is bijvoorbeeld aangelegd door de gemeente als een gunst voor de VOC en WIC. Hoe Delftenaren van toen spraken over hun tot slaafgemaakte stadsgenoten is veelzeggend: ze werden als “enige kleinichheden” en “verkogte losse goederen” gezien.
Door het D66 amendement ‘Volwaardig onderzoek Delfts slavernijverleden’ op de begroting van 2023 is het onderzoeksbudget verdubbeld. Met de D66 motie ‘Vervolg geven aan onderzoek slavernijverleden’ sprak de raad vorige maand uit écht aan de slag te willen met de resultaten van het onderzoek. Nadat het college de conclusies uit het rapport afgelopen maanden heeft laten inwerken, zijn er gesprekken gevoerd met nazaten. D66 Delft is blij dat de gemeente hier gevolg aan heeft gegeven.
Raadslid Heera Dijk: “Het slavernijverleden is voor velen geen verre geschiedenis, maar eerder een deel van hun familiegeschiedenis. Ik stam ook af van slaafgemaakten. Mijn naam komt of van de plantage Dijkveld of van slaveneigenaar Dijk. Door excuses aan te bieden wordt recht gedaan aan de meest pijnlijke bladzijden van onze geschiedenis. Aan het leed van heel veel mensen, dat nog doorwerkt tot de dag van vandaag.”